1. #antropoceen
  2. #biologie
  3. #dieren
  4. #ecologie
  5. #geologie
  6. #menselijk-tijdvlak
  7. #qme
  8. #uitsterven
  9. Artikelen

Veroorzaakt het antropoceen krimpende dieren? Deel 1

Voorwoord
Dit artikel is deel 1 van een tweeluik over de gevolgen van het antropoceen: het tijdvlak van de mens. Het is een vrije vertaling van een stuk van David Malakoff gepubliceerd in ABC environment, Malakoff is een wetenschappelijk redacteur voor Conservation Magazine. In een eerder artikel werd beschreven dat geologen een robbertje aan het vechten zijn over het wel of niet accepteren van het nieuwe tijdvlak van de mens: het antropoceen. Ondertussen nemen biologen waar dat diersoorten aan het krimpen zijn, de ecologen herkennen deze trend. Hopelijk hebben de wetenschappers geen oogkleppen op.

Een wereld vol mini-dieren en dwergen

Met een grootte van 12 tot 14 mm is de Kugelanns grondkever beslist geen reus te noemen. Maar in de wereld van de Europese grondkevers is Poecilus kugelanni geen dwerg. Sommige Belgische biologen classificeerden het insect onlangs als een grote kever.

De grootste zijn is niet altijd een voordeel. De populaties van grondkevers zijn in de afgelopen 100 jaar in elkaar geklapt. Naast vernietiging van de natuurlijke habitat en andere bedreigingen is de grondkever in vele gebieden een zeldzaamheid aan het worden. En de grondkever is niet de enigste soort, tientallen van Europa’s grote kevers verdwijnen langzaam maar zeker. Dit terwijl de populaties van de kleinere neven redelijk stabiel blijven.

Het is een patroon welke wetenschappers wereldwijd waarnemen, relatief grote dieren zijn in grote problemen aan het geraken. Leeuwen, tijgers, beren, kabeljauw, condors, pythons en salamanders worstelen om te overleven.

“Size matters” verklaart Chris Darimont (University of California). De bedreigingen zijn uit verschillende hoeken afkomstig. Een nadeel van groot zijn is dat de soort gevoeliger is voor allerlei problemen, van de jacht tot de verandering van de levensomgeving. Het resultaat: bijna de helft van alle grote megafaunal zoogdieren en meer dan de helft van de grootste zeevissen worden met uitsterven bedreigd.

Ondertussen draagt overbevissing, overbejaging vervuiling en waarschijnlijk global warming bij aan deze neerwaartse spiraal. Deze bedreigingen veroorzaken in sommige planten en dieren een versnelde make-over. Met verbazingwekkende snelheid worden de nakomelingen, kleiner en dunner, met andere woorden: zij zijn letterlijk aan het krimpen.

Het is een gigantisch ondergewaardeerd probleem, vertelt Darimont. Zijn onderzoek heeft aangetoond dat het aantal soorten (op)gejaagde dieren gemiddeld gekrompen is met 20%. Het het menselijke superroofdier is de veroozaker van de krimp en het vindt plaats met een ongelooflijke snelheid: in slechts enkele tientallen jaren. 300% sneller als in natuurlijke systemen wordt waargenomen.

Sommige wetenschappers, die deze trend ook waarnemen, vragen zich af of we aan de vooravond van een nieuw tijdperk staan van “minifauna”, een lilliputter wereld vol met minidieren en dwergen.

Een oud verhaal

Het lijkt op een oud verhaal met een moderne twist. Meer dan 25.000 jaar geleden begon een megafauna soort, mensen, zich razendsnel over de aarde te verpreiden. Dit proces vaagde de helft van alle landzoogdieren met een massa boven de 44 kg weg.

Meer dan 101 genera verdwenen, beschrijft Anthony Barnosky (ecoloog aan de University of California), in zijn studie uit 2008 in PNAS (Proceedings of the National Academy of Sciences). Onder slachtoffers waren mammoeten, mastodonten, sabeltandtijgers, reuze grond luiaards, en grote bevers. Vele stierven uit in een periode van 4000 jaar welke eindigde ongeveer 11.000 jaar geleden. Toendertijd had Australie ruwweg 88% van zijn grote zoogdieren verloren, Zuid America 83% en Noord America 72%. Africa bracht het er beter vanaf in het zogenaamde Quaternary Megafauna Extinction (QME), het verloor “slechts” 20% van zijn grote zoogdieren, Eurazie raakte 1/3 van zijn soorten kwijt.

QME Quaternary Megafauna Extinction Vergroting

Wat precies de oorzaak was van de QME is het onderwerp van een lang en fel debat, maar de meeste verklaringen wijzen in de richting van twee oorzaken: menselijke jagers en een snel veranderend klimaat. Het is niet moeilijk om zich voor te stellen dat de aantrekkelijkste prooien op de uitgestrekte vlakten de grootste waren.

Met een beetje wiskunde kan men eenvoudig berekenen dat dieren met een lage reproductiesnelheid (zoals zoogdieren) met een ongecontroleerde “overkill” binnen enkele generaties kunnen uitsterven. Tel de jachtdruk op bij een omgeving die snel aan het veranderen is, door menselijke vuur (plantenbranden van gebieden) en de jojo klimaatveranderingen, de dieren werden verdreven van hun leefomgeving: verklaart Barnosky.

Volgens berekeningen van Barnosky overleefden slechts 183 grote zoogdieren de catastrofe, vaak in sterk gereduceerde aantallen. En hun dagen zijn geteld als we niets hebben geleerd van het verleden, stelt hij ter discussie in zijn provocerende en eye-opener in PNAS. Het fundamentele probleem is dat de mens het leeuwendeel van de aarde voor eigen nut gebruikt en geen rekening houdt met de behoeften van andere (zoog)dieren.

In zijn artikel beschrijft Barnosky dat de QME (Quaternary Megafauna Extinction) een dramatische verandering in de energiestroom van de globale ecosysteem, zichtbaar maakt. Voor de uitstervingsgolf was er voldoende biomassa (de fundamentele bron van energie gecreeerd door planten: zonne-energie wordt omgezet in eetbare materie) om ruim 350 grote zoogdieren te voeden. Toen de hongerige Homo Sapiens op het toneel verscheen, begon de energie naar een enkele mega-fauna soort toe te stromen: de mens.

Daarnaast, het simpelweg eten van grote dieren, ontnam de mens de levensruimte door er gewassen te verbouwen en als weidegrond voor koeien, geiten en schapen in te palmen. In principe, legt Barnosky uit, vulde de mens de gaten van de uitgestorven mega-fauna op en tijdens dat proces gaan wederom nieuwe soorten verloren omdat wij nu hun biomassa in beslag nemen.

De geschiedenis herhaalt zich

Vandaag de dag zijn het niet alleen de zoogdieren waarvan de allergrootsten dreigen het onderspit te delven. In nieuwe studies (enkele jaren oud) rapporteren onderzoekers dat grote vissen, kikkers, salamanders en zelfs zeeslakken meer en meer onder druk van menselijke activiteiten komen te staan. Ook grote vogels, zoals gieren en kraanvogels ondergaan dit lot.

In sommige gevallen, zoals bij de grote tonijn, kikkers en zeeslakken, worden de dieren bedreigd omdat wij hen graag eten. In andere gevallen moeten de grote dieren, zoals haaien en zeevogels, direct met de mens concurreren. Beligische onderzoekers rapporteerden in 2010 dat de grote loopkevers in Europa, hiertoe behoort ook de Kugelanns grondkever, sinds 1950 significant in aantallen zijn afgenomen. De oorzaak is niet geheel duidelijk echter in het wetenschappelijke Biological Conservation speculeren de onderzoekers dat de larven van de grote kevers langer in de bodem, dit om te kunnen groeien, blijven. Dit maakt hen kwetsbaarder voor verstoringen.

Echter een puzzel dient nog opgelost te worden: waarom zijn slechts een handvol grote zoogdieren over de afgelopen paar duizend jaar, ondanks de explosieve groei van mensen en vee, uitgestorven? Een mogelijk antwoord: sommige soorten, zoals de Americaanse bison, zijn in feite “dead species walking”. De aantallen zijn gereduceerd tot een te kleine populatie of er zijn slechts enkele gefragmenteerde levensgebieden voorhanden. Alleen door hulp van de mens kan de soort overleven.

Barnosky is overtuigd van een ander optie: de druk op de wilde ecosystemen is door de ontdekking van fossiele brandstoffen afgenomen. De energie uit deze brandstoffen gaf de mensheid een boost in de voedselvoorziening en woonruimte. Echter dit tijdperk nadert een einde.

Mensen bedreigen op dit moment ongeveer 90 soorten van de grote zoogdieren. Hiervan leeft 40% in Africa, het continent welke relatief ongeschonden het QME heeft overleefd. Met een snel warmer wordend klimaat lijkt het verleden zich in Africa te herhalen.

Echter in de moderne versie van krimpende dieren zijn de mensen een super-roofdier. Waar andere roofdieren de jongen, zwakkere, zieke en oude dieren doden voor voedsel kiest de mens voor de grootste vissen en de hoogste bomen. Het is ironisch om te zien dat de megafaunal organismen zich aanpassen door te krimpen.

abc.net.au

No Rights Reserved (CC0 1.0)
0