Het glazen plafond doorbroken: quota en discriminatie
Anno 2011 is discriminatie nog steeds een hot topic, ook op de werkvloer. Hiervan getuigt het voorstel dat door de bevoegde Kamercommissie in het Belgische Federale parlement werd aangenomen. Over een aantal jaren zullen alle beursgenoteerde bedrijven voor minstens 30% vrouwen in hun raad van bestuur moeten hebben.
Deze maatregel kadert in de strijd tegen het zogenoemde “glazen plafond”, een vaak wederkerend onderwerp. Vrouwen worden grotendeels uitgesloten van topfuncties, zo beweert men. Er kunnen daarvoor allerhande redenen worden aangehaald, maar een vaak gehoorde aanklacht is dat de bedrijfswereld, en zeker op het topniveau nog steeds een mannenaangelegenheid zou zijn. Vrouwen zouden schromelijk ondervertegenwoordigd zijn op bestuursfuncties in ondernemingen.
De feiten onderschrijven dit fenomeen ook. Slechts een kleine hoeveelheid van de topfuncties binnen bedrijven worden uitgeoefend door vrouwen. In België zou dit circa 10% bedragen.
De twee logische vragen die men hierbij kan stellen zijn: “waarom?” en “wat kan hieraan worden gedaan?”
Op de eerste vraag worden, zoals gezegd, meerdere antwoorden gegeven. Veel mogelijke verklaringen die men aanhaalt komen er op neer dat het probleem bij de mannen ligt. Men zou vrouwen ten onrechte ongeschikt achten om zulke functies te bekleden en de voorkeur geven aan mannelijke werknemers om verder door te groeien binnen de onderneming. Ook de loonkloof die nog steeds bestaat tussen veel mannelijke en vrouwelijke werknemers is hieraan te wijten.
Is het nu werkelijk zo dat vrouwen geen kansen krijgen op het werk?
Men moet er immers wat voor over hebben om te kunnen doorgroeien in een carrière. Dit gaat op professioneel vlak vaak gepaard met het presteren van veel uren en hard werk.
In de praktijk ziet men dat vrouwen vaak gebruik maken van de vele sociale gunstregelingen die bestaan op arbeidsrechtelijk vlak: deeltijds werk, tijdskrediet, loopbaanonderbreking en dergelijke meer. Ook het aantal vrouwen dat voltijds werkt is al redelijk beperkt. In Nederland werkt bijvoorbeeld circa 25% van de vrouwen voltijds, omdat veel vrouwen nu eenmaal een gezinsleven combineren met een professionele carrière.
In het leven moet men nu eenmaal keuzes maken en veel vrouwen lijken in alle vrijheid te kiezen voor het eerste, waar overigens niets mis mee is. Men kan zich wel de vraag gaan stellen hoeveel vrouwen echt carrièregericht zijn en dit ook blijven gedurende hun gehele loopbaan, men begint niet aan de top.
Als men ervoor pleit dat de maatschappelijke realiteit beter weerspiegeld moet worden, moet men mee in rekening nemen dat misschien niet alle vrouwen dezelfde keuzes maken en dat dit best wordt meegenomen in het trachten te realiseren van die maatschappelijke afspiegeling, voor zover het al noodzakelijk is om ze te laten weerspiegelen in de raden van bestuur van bedrijven.
Over het antwoord op de tweede vraag zijn de meningen vaak minder verdeeld. Zulk een scheeftrekking is maatschappelijk ongewenst en het is de taak van de overheid om hier in te grijpen, vaak door middel van quota: het verplichten van bedrijven om een minimaal aantal vrouwelijke bestuurders in hun raad van bestuur op te nemen. Immers, als vrouwen de kansen niet vanzelf krijgen zit er niets anders op als bedrijven te verplichten ze kansen (of beter: betrekkingen) te geven.
In principe zijn quota een vorm van wat men “positieve discriminatie” of “positieve actie” noemt.
Discriminatie is het maken van een niet objectief gerechtvaardigd onderscheid op basis van een bepaald persoonskenmerk. Positieve discriminatie daarentegen is een manier om groepen die in het verleden het slachtoffer zijn van discriminatie zijn geweest een duwtje in de rug te geven door ze een voorkeursbehandeling te geven.
Daar komt “positieve actie” immers op neer: discriminatie van een groep waarvan men het blijkbaar niet erg vindt dat ze wordt gediscrimineerd, ten voordele van een andere groep, die vaak zelf het slachtoffer is van benadeling of discriminatie.
Nu kan het misschien raar overkomen dat men een maatschappelijk ongewenst fenomeen tracht te bestrijden door hetzelfde fenomeen toe te passen tegen een andere groep, maar dit lijkt de meeste voorstanders van positieve discriminatie niet te storen. Volgens de definitie is een onderscheid slechts discriminatie als het ook “ongeoorloofd” of “ niet objectief gerechtvaardigd” is, wat dat ook moge betekenen. Het is op zijn zachtst gezegd opvallend dat een onderscheid ongeoorloofd zou zijn wanneer het vrouwen betreft, maar wel geoorloofd wanneer het mannen betreft. Beiden zijn immers discriminatie op basis van geslacht. Nu kan men dat wel doen met goede bedoelingen of om een bepaalde reden, maar dat neemt niet weg dat men nog steeds één groep benadeelt ten voordele van een andere om iets wat men zelf een nobel doel of een goede reden vindt.
Dit gebeurt immers op redelijk arbitraire gronden, afhankelijk van persoonlijke morele oordelen en voorkeuren. Waarom zouden enkel vrouwen recht hebben op bestuursfuncties? Zijn holebi’s wel representatief vertegenwoordigd? Hoe zit het met allochtonen en topfuncties?
Als men goed genoeg zoekt zal men overal wel ongelijkheden vinden en kan men beginnen pleiten voor quota’s ten voordele van groepen die men graag beschermd wil zien, om geen andere reden dan dat men er een persoonlijke affiniteit voor heeft. Dit gaat evenzeer op voor politici die zulke voorstellen doen. Uiteindelijk is het willen realiseren van een maatschappelijke afspiegeling evenzeer arbitrair en evenmin objectief: het is niets meer als een beleidskeuze. Daarmee is ook het probleem van de toetsing door de rechter verklaard. Men aanvaardt zulke doelstellingen als “objectief” en “gerechtvaardigd” in het kader van positieve actie omdat het aan geen enkele rechter toekomt om beleidskeuzes te maken in de plaats van de overheid. Maar door dit objectief te noemen vertroebelt men de werkelijkheid. Eens men dit inziet wringt het nog meer dat een maatregel die discriminatie tegen vrouwen toestaat wel direct als verboden discriminatie wordt beschouwd. Als het hebben van een maatschappelijke afspiegeling een beleidskeuze is, is het tegengaan van maatschappelijke afspiegeling dat ook, maar dat laatste wordt (terecht) niet aanvaard als rechtvaardiging. In principe komt de “objectieve rechtvaardiging” dus neer op wat beleidsmakers en rechters “goed” vinden, maar dat is in wezen arbitrair en nauwelijks objectief.
Ook over de keuze om die maatschappelijk afspiegeling via de overheid te bewerkstellingen valt wat te zeggen, zij maakte zich in het verleden namelijk het meest van al schuldig aan discriminatie tegen vrouwen: ze genoten gedurende lange tijd geen stemrecht, allerhande familierechtelijke, ondernemingsrechtelijke en arbeidsrechtelijke regelingen, zoals het niet vrij mogen uitoefenen van een beroep door een gehuwde vrouw, het vermoeden van ondergeschiktheid wanneer ze haar echtgenoot helpt in een handelszaak, enzovoort. Het zijn allemaal vormen van discriminatie door de overheid.
Er zijn nog meer bezwaren tegen quota: zijn zij die de voordelen genieten ook diegenen die het slachtoffer waren van discriminatie? Met andere woorden: zijn de vrouwen die dankzij de quota in een topfunctie geraken op enig moment slachtoffer geweest van discriminatie? En wie garandeert de betrekking voor diegenen die dat wel waren? Zijn de mannen die het nadeel ervan ondervinden op een of andere manier schuldig aan het initiële probleem? Zo nee, waarom hen dan straffen voor iets waar anderen schuld aan hebben? Mag men zelf niet meer kiezen wie men functies met verantwoordelijkheid toebedeelt in een bedrijf?
Wat zullen de collega’s hiervan vinden? Het is immers goed denkbaar dat deze vrouwen (ook al is het ten onrechte) zullen beschouwd worden als excuustruzen en vestigt men des te meer de aandacht op het stigma dat men trachtte te vermijden. Men loopt dan het risico dat gedreven en getalenteerde vrouwen zullen beschouwd worden als iemand die ‘er alleen maar zit omdat ze een vrouw is”, waarbij wordt voorbijgegaan aan haar werkelijk talent voor de job.
Wat opvalt is ook dat het discours van voorstanders van quota er vaak lijkt van uit te gaan dat vrouwen op zichzelf niet bij machte zijn om op eigen kracht te geraken waar ze willen, en dat daarom de overheid moet ingrijpen voor hen. Eigenlijk leggen zij net veel meer de nadruk op de verschillen tussen geslachten als tegenstanders van quota en impliciet geven zij net toe aan te nemen dat de groep die men wilt beschermen zelf niets aan de situatie kan doen. In de voorgaande jaren is toch gebleken dat acties van vrouwen de voorgenoemde wettelijke discriminatoire regels hebben kunnen doen verdwijnen. Men kan zich dus afvragen of zij dan niet diegenen zijn met het negatieve idee over vrouwen als ze geloven dat vrouwen quota en dergelijke nodig hebben om erkenning te krijgen voor hun werk en talent. Men maakt zich dus zelf schuldig aan hetgeen dat men anderen verwijt!
Uiteindelijk is de kritiek niet dat een systeem met quota niet werkt, want de beoogde resultaten worden wel bereikt, zij het dwangmatig. De kritiek heeft te maken met de wenselijkheid ervan en de motieven waardoor ze zijn ingegeven, en die laatste zijn niet altijd even lovenswaardig.
Het is maar net wat je onder carière verstaat. Is dat je ziel verkopen aan de duivel (dames Halsema en Sap), of is dat van je hobby je werk maken, of is dat tussen die twee uitersten een werkbare balans vinden.
Veel bazen nemen liever iemand aan met dezelfde ideeën als henzelf. Dat zijn dus in het algemeen geen vrouwen, geen allochtonen, geen....
Misschien wordt het tijd dat mannen hun tanden laten zien en echt aan hun carière gaan werken.
Succes, Ben
Slachtoffer van wat? Een gezinsleven en een doorgedreven carrière gaan moeilijk samen. Je ook niet tegelijk thuis zitten en op vakantie gaan op de Nederlandse Antillen. Is dat een beschuldiging?
Gericht op doorgroeien op het werk misschien?
Ik zie niet in waarom ideeën gender- of rasgebonden zouden zijn.
Blijkbaar zijn er toch vrouwen die er een probleem van maken.
Ik had het over normaal.
Succes, Ben
Wel, als je in deze normaal wilt definiëren als: iets willen bijdragen aan de maatschappij, gaan ze best voor een bedrijf werken. De overheid produceert niet, ze herverdeelt alleen.
Maar soit, dat is hier niet de discussie, dus gelieve ontopic te blijven.
Jij misschien niet, degenen die personeel aannemen wel.
LOL
Zie @benb
Tegen de tijd dat bedrijven 'normaal' zijn, zullen normale topvrouwen er ook weer willen werken.
De vrouw, als we over de doorsnee praten, is zelden carrière gericht.
Klopt.
Dat is gedurende de opvoeding er uitgeslagen of uitgepraat.
Als de vrouw eenmaal de maatschappij als volwassene binnentreedt is zij al dermate klem gezet in haar roze met dogma's beklede rol van ondergeschikte dat ze er zelf in gelooft.
Leg een hond 10 jaar aan de ketting en dan als hij eindelijk de vrijheid krijgt blijft hij bij zijn ketting liggen. Duidelijk genoeg mannen?
Ook hier doen de mannen weer net alsof er geen vuiltje aan de lucht is.
De vrouwen willen toch zelf geen topfunctie?
Ze zitten toch liever thuis? Huisje schoonmaken, babbelen met de buurvrouw? Kindertjes krijgen en naar school brengen?
Okay mannen. Nou is het toch wel eens tijd om jullie superieure hersentjes te gebruiken en de oorzaak bij de wortel aan te pakken.
De opvoeding.
Weg met die roze meisjes troep.
Weg met de babypoppen en de babykleertjes voor die babypoppen.
Weg met dogma's over wat voor meisjes en wat voor jongetjes goed is.
Bereidt de kinderen voor op een toekomst waarin ze zich maximaal kunnen ontplooien.
Nog weer zo'n vervloekt rolbevestigend instituut.
Tijdens de tweede wereldoorlog bleken bijvoorbeeld de duitse vrouwen zich op alle zogenaamd gender gebonden vlakken prima te kunnen redden. Aan het eind van de oorlog konden ze weer terug naar het aanrecht en op zoek naar een sterke man?!
Wat te denken van vrouwen wiens man maanden van huis is. Of mannen die opeens hun kinderen alleen moeten opvoeden. Interssant wat over die mannen zoal geschreven is. Vroeger? moest zo'n man maar zo snel mogelijk op jacht naar een ander vrouwspersoon. *zucht*
Dat weet ik niet zo, de argumentatie is vooral gericht tegen het gebruiken van positieve discriminatie, niet tegen" vrouwen, integendeel.
Dezelfde argumentatie gaat evenzeer op voor allochtonen, holebi's of wat dan ook. Of dit dan "mannelijke" argumentatie is betwijfel ik.
Dat is mogelijk, en als het zo is, is dat problematisch, maar dat is een sociale premisse waar ik geen rekening mee hield bij het schrijven van het artikel.
Ik vertrek van de observatie dat de zaken nu eenmaal zo zijn. De redenen waarom ze zo zijn is voer voor psychologen en sociologen, maar het valt buiten de bedoeling van het artikel.
Biedt je die jurken en mutsen positieve discriminatie aan is het weer niet goed. Dom he, die vrouwen.
Heeft trouwens geen donder met sociale premisse te maken maar met pikgericht denken.
LOL
Sorry @OK. U bedoel ik daar niet mee en alle mannen die het met mij eens zijn natuurlijk ook niet:)
Huh? Heb je het artikel dat ik schreef wel gelezen? Ik sprak me compleet tegen positieve discriminatie uit...
U zegt het immers zo duidelijk
Om met uw woorden te spreken: huh?
Verbaast mij niets dat u hier niet op reageert:
huh?
En dan heb ik in een post 128822 daar met heel weinig woorden nog eens uitdrukkelijk mijn mening gegeven. Ik ben tegen positieve discriminatie. Hoe duidelijk kun je het hebben. Dus waren we het op dat punt eens.
De rest ga ik niet herhalen, want dat is een zaak van even teruglezen.
Komt er op neer dat het hele stukje geen barst heel laat van de vrouwelijke waardigheid en hoe deze in haar leven tot stand is gekomen en klein is gehouden. De vrouw is slechts een onderwerp in uw artikeltje gezien vanuit het mannelijk perspectief.
Grijp uw kans voor een revanche meneer @Baziel en schrijf eens een artikeltje over hoe dat nou toch komt dat vrouwen niet aan de bak komen in de door mannen geleide maatschappij.
En om maar meteen aan te geven hoezeer u vrouwen stigmatiseert nog een quote uit uw artikeltje
Van die tekst draait mijn maag zich om en knijpen mijn billen zich samen.
Vrouwen kiezen in alle vrijheid? Ja, als je een man bent vindt je dat.
Zie mijn commentaar over de hond en zijn ketting.
Je begint nu eenmaal niet aan de top? Oei! Wat een uitglijder. Gaat er dus vanuit dat die domme mutsen wel even makkelijk aan de top willen beginnen. Doe er nog zo maar een paar. Kunnen we weer lekker over die domme wijven kletsen achter een stevige pint, he jongens.
Wie dwingt hen daartoe? Wie dwingt een vrouw om een partner te nemen? Wie dwingt een vrouw om bij een partner te blijven die persé kinderen wilt, als zij dat niet wilt? Wie dwingt een vrouw een carrière ondergeschikt te vinden aan een gezinsleven?
Je kan gerust vinden dat de wensen van veel vrouwen het resultaat zijn van opvoeding of sociaal stigma, maar daar heeft deze tekst niets mee van doen. Ik vertrek van de premisse dat de zaak is zoals ze is en pas daarop de gedachte van positieve discriminatie toe.
WAAROM vrouwen iets willen, tja.. Dat kan zijn omwille van de opvoeding of andere zaken. Dat ontken of erken ik helemaal niet.
Ik impliceer helemaal niet dat "domme mutsen" aan de top willen beginnen. Ik wil zeggen dat men voor een topjob gedurende een lange tijd veel moet investeren in je carrière. Of toch in de meeste gevallen.
Indien je tot circa je dertigste hard werkt en dan begint met minder te werken omwille van een gezin zal je geen topjob halen. Wat bij veel vrouwen nu eenmaal zo is...
Dus zullen ze nooit veel verder kunnen doorgroeien, wat anders wel het geval was geweest voor sommigen.
Mij lijkt dat gewoon logisch, en dat gaat evenzeer op voor mannen die rond hun dertigste beslissen om parttime te gaan werken omdat ze "huisman" willen worden of om eender welke andere reden.
Met "pikgericht" denken heeft dit dus helemaal niets van doen.
Die commentaar is dus irrelevant.
In de meeste bedrijven ga je geen carriere maken als je part time werkt, zeker niet als man. Je wordt gewoon niet als vol aangezien als je part timer bent.
Als je hier ook nog aan toevoegt dat van die 25% die wel full time werkt ook nog een aardig gedeelte zwangerschapsverlof etc. opneemt dan klopt die 10% vrouwen aan de top.
Een kwart (25%) van 50% (50% man 50% vrouw) is namelijk al 12,5%. Dus 12,5% van de bevolking bestaande uit vrouwen werkt full time en maakt kans op carriere.
Zie deze redenering niet als sluitend, maar eerder als verklarend.
Inderdaad, dat is wat ik bedoelde.
Het is de vraag of je een dergelijke trend als maatschappij moet willen.
En met deze vraag zet je tegelijkertijd ook de deur wagenwijd open voor andere meer gevaarlijke vragen. Zoals: Moeten vrouwen dezelfde opleidingskansen hebben als mannen. Vrouwen doen het in veel studies veel beter dan mannen. Waar blijven deze vrouwen als ze eenmaal afgestudeerd zijn?
De rechtelijke macht dreigt al een vrouwen bolwerk te worden eh...
Er zijn discussies gaande of niet jongens de grote verliezer gaan worden in de rat race.
De jongens die buiten de boot vallen, kunnnen de maatschappij heel erg veel overlast gaan bezorgen en veel geld gaan kosten.
Dat klinkt heel anders als domme miepies die zo nodig èn kinderen èn een carière motten.
Die heeft het inlevingsvermogen van een hagedis.
Ik heb al medelijden met zijn vrouwtje.
Dat heb ik nergens beweerd.
Als u bedoelt: die kan tenminste objectief naar een zaak kijken, heeft u gelijk.
Voor niets nodig.
De hele problematiek gaat veel verder als even 'voor' of 'ja' stemmen.
Het probleem van jongens die niet kunnen meekomen in het huidige onderwijs baart mij eerlijk gezegt behoorlijk veel zorgen.
Zoals gezegd, vrouwen mogen van mij kiezen wat ze willen (en voor Zwart weer begint: hoe ze daarbij komen interesseert me in deze niet). Het zijn net de voorstanders van quota die impliceren dat vrouwen bepaalde keuzes zouden moeten maken.
Op de universiteit waar ik studeer, en in mijn richting, zitten inderdaad meer vrouwen als mannen. Ik pretendeer niet te weten hoe dat komt of hoe men het moet "oplossen". Ik hoor wel af en toe "experts" zeggen dat het onderwijssysteem nogal "vrouwelijk" zou zijn ingericht, wat dat ook moge betekenen.
http://www.youtube.com/watch?v=A3oIiH7BLmg
Over de werking van de hersens van jongens of zoiets :)