<< error >> (our Markdown requires valid webpage links, not image links, see manual)
Wetenschappers lepelen plastic soep uit Stille Oceaan
Garbage patch Vuilnisbelt zo groot als half Amerika
Onderzoekers willen drijvende afvaltapijten ruimen en plastic troep recyclen of omzetten in elektriciteit.
Een team onderzoekers, innovatoren en milieu-activisten is voor het eerst begonnen op grote schaal het plastic afvaltapijt te onderzoeken dat al jaren in de Stille Oceaan tussen Californië en Azië drijft. Het zogenoemde Project Kaisei wil vanaf volgend jaar grote stukken plastic omzetten in diesel. De technologie die daarvoor wordt gebruikt, pyrolyse, wordt al op kleine schaal toegepast in Amerika.
Plastic omzetten in elektriciteit is een andere mogelijkheid. Het eiland Oahu in Hawaii verbrandt al sinds 1990 bepaalde soorten plastic samen met ander afval om elektriciteit te genereren. ‘Zo worden 60.000 huizen verlicht’, zegt woordvoerder Marcus Owens van het milieudepartement.
Project Kaisei is in augustus in samenwerking met Scripps Institution of Oceanography in Californië voor de eerste keer uitgevaren naar de ‘soep’ die aan beide kanten van Hawaii drijft, en de Great Pacific Garbage Patch wordt genoemd. Bijna drie weken lang werd met nettten plastic rotzooi uit de oceaan gevist.
Om te huilen
Fraai was dat niet. Het maakte een onderzoeker aan het huilen. ‘Soms vonden we vierhonderd stukken plastic in een half uur’, zegt Mary Crowley, mede-oprichter van Project Kaisei. ‘De oceaan is zo groot en er liggen zoveel landen aan dat niemand zich verantwoordelijk voelt. Terwijl iedereen zich verantwoordelijk zou moeten voelen.’
Jarenlang was het bestaan van de plastic vuilnisbelt nauwelijks bekend. Het ligt ver van drukke scheepvaartroutes en zeilers mijden het gebied omdat er weinig wind is. Oceanograaf Charles Moore ontdekte de troep per ongeluk toen hij er in 1997 doorheen zeilde.
Het afvaltapijt is ongeveer half zo groot als de VS, schat Curtis Ebbes-meyer, een oceanograaf uit Seattle die sinds 1967 plastic in de oceanen onderzoekt. Hoewel de Great Pacific Garbage Patch volgens hem het grootste alvaltapijt in de oceaan is, is het zeker niet het enige. Plastic hoopt zich al een halve eeuw op in de oceanen en het spul vergaat niet. ‘Het blijft zich onder invloed van zon en water verdelen totdat het moleculen zijn’, zegt Ebbesmeyer. Met behulp van satellietboeien en andere data telde hij acht drijvende vuilnishopen.
Er zijn vier vuilnisbelten in de Stille Oceaan (bij Hawaii, Chili en Nieuw-Zeeland), drie in de Atlantische Oceaan (bij Bermuda, rond de Azoren, en tussen Zuid-Afrika en Argentinië) en één in de Indische Oceaan (bij Madagascar). De acht tapijten samen bedekken een gebied dat ruim twee keer zo groot is als de VS, schat Ebbesmeyer. De exacte omvang is moeilijk vast te stellen omdat het afval dobbert op cirkelvormige stromen en daardoor voortdurend in beweging is. ‘Als een groot dier dat niet aan de ketting ligt’, vergelijkt Ebbes-meyer. Satellietfoto’s bieden geen uitkomst: veel plastic is zo klein als confetti of nog kleiner.
Voor dieren is de snelgroeiende stort een dodelijke bedreiging. Volgens sommige wetenschappers sterven elk jaar een miljoen zeevogels en 100.000 zoogdieren omdat ze verstrikt raken in plastic of het opeten. Een ander gevaar is dat zware metalen en pesticiden aan de kleine deeltjes plastic blijven kleven. Mogelijk komen deze stoffen via vissen in mensen terecht.
De minuscule deeltjes uit de oceaan halen is misschien wel onmogelijk. Veel oceaanleven, zoals plankton, zou tegelijk met het plastic worden gevangen als het water wordt gefilterd. Dat is een probleem omdat plankton de basis is van de voedselketen in de oceaan en de helft van de fotosynthese op aarde verzorgt. ‘We kunnen plastic nooit helemaal verwijderen’, meent Ebbesmeyer. ‘Er is maar één oplossing: ophouden het in zee te gooien.’
http://www.iusmentis.com/maatschappij/juridisch/bloggen/journalisme/
Ze zijn het nog niet tegen gekomen.
Ik zelf kwam alleen grote blokken piepschuim tegen waar de drijfnetten aan hangen van 100 km lang.