1. #economie
  2. #friedman
  3. #macro-economie
  4. #naomi-klein
  5. Artikelen

<< error >> (our Markdown requires valid webpage links, not image links, see manual)

Macro-economie nader bekeken: deel 2, Keynes onderuit gehaald

Friedman en zijn zoektocht naar de feiten

In de jaren ‘50 begonnen Friedman en Schwartz historische data over monetaire variabelen te verzamelen. Al snel werd het hen duidelijk dat de beschikbare data in tegenspraak was met de Keynesiaanse uitleg over het onstaan van de grote depressie. In 1963 verscheen het boek ‘’ A monetary History of The United States, 1867 - 1960 (6). Hierin presenteerden zij hun empirische data die leidde tot een totaal andere uitleg.

Het resultaat van het nader analyseren van de cruciale jaren tussen 1923 en 1933 deed Friedman en Schwartz ten eerste concluderen dat de grote depressie niet noodzakelijk een direct gevolg was van de beurscrash van oktober 1929. Deze crash werd in hun optiek veroorzaakt door een speculatieve investeringsbubble. Tot op de dag van vandaag is er discussie over de vraag of het knappen van de bubble is veroorzaakt door de FED aangezien zij in Augustus 1929 de ‘‘discount rate’’ (hoeveel een commerciële bank moet betalen voor leningen van de FED) had verhoogd.

Friedman en Schwartz ondersteunden tot hier (deels) het idee van Keynes zijn ‘‘animal spirits’‘. Zogenaamde Austrian (7) economen zijn het hier totaal niet mee eens. Zij zijn van mening dat subjectieve menselijke keuzes het onmogelijk maken om dit gedrag in wiskundige modellen te gieten, laat staan dat dit soort gedragingen geaggregeerd kunnen worden en daar wat zinnigs mee gedaan kan worden. Terug naar Friedman en Schwartz, zij hadden de stelling dat er snel economisch herstel had opgetreden ware het niet dat de FED desastreus beleid heeft gevoerd in de jaren na de crash.

Ten tijde van de crash bestond de FED net 15 jaar. De Verenigde Staten heeft twee keer eerder een centrale bank gehad. The Bank of United States (1792-1812) en the Second Bank of the United States (1816-1836). Inderdaad, de Verenigde Staten hadden het 75 jaar zonder centrale bank gedaan. De voornaamste reden voor oprichting was het zogenaamde “lender of last resort”-idee. Mochten banken in tijden van crisis geen geld kunnen aantrekken konden ze het daar vandaan halen. De noodzaak van een lender of last resort was gelegen in een systeemzwakte (8). Deze systeemzwakte was onbedoeld het gevolg van staat- en federale bank regulering. Ja dat leest u goed, vanwege regels klopt het systeem niet dus meer regels. Canada, met een vrijer banksysteem, had deze zwaktes niet en dus ook geen noodzaak om een eigen FED op te richten.

Zwakke banken zijn kwetsbaar voor crisis aangezien spaarders het vertrouwen kunnen verliezen in de bank en hun tegoeden gaan opeisen. Dit kan leiden tot een ‘‘bankrun’’ (9). Spaarders gaan hun bezit opeisen voordat de beperkte tegoeden op zijn. Dit is tamelijk ‘‘besmettelijk’’ en kan snel overslaan naar andere banken aangezien die spaarders zich ook gaan afvragen of hun bank wel solide is.

Het probleem van een bankrun is dat zodra spaarders hun geld van de bank halen en bijvoorbeeld onder hun matras leggen, de geldhoeveelheid krimpt. Om dit te begrijpen is het van belang om stil te staan wat geldhoeveelheid is en hoe dit wordt gemeten. De meest eenvoudige definitie van geldhoeveelheid is de totale hoeveelheid contant geld en alle betaalrekeningen opgeteld. Wat zaken ietwat complexer maakt is het principe van ‘‘fractional banking’’ (10). In voetnoot 10 staat een uitgebreide uitleg van wat dit precies is.

Ik leg het kort uit. Als iemand geld op zijn rekening krijgt wordt dit gezien, door de bank, als bezit. Een bank is geen opslagloods en leent het grootste deel van dat geld uit. Een fractie (vandaar de naam) blijft maar achter. Dat uitgeleende geld zal worden gebruikt voor de aanschaf van goederen of diensten. De verkoper van die goederen of diensten ontvangt dat bedrag weer op zijn rekening en de bank zal daar weer slechts een deel van aanhouden en de rest uitlenen. Dit proces blijft zich herhalen, uiteraard met steeds kleinere bedragen aangezien de bank een deel in reserve moet houden. Zo groeit de geldhoeveelheid dus met elke transactie.

Uiteraard werkt het proces ook omgekeerd. Als banken reserves verliezen in de vorm van een bankrun zal de economie meerdere malen de omvang van rekeninghouders teruggetrokken gelden als geld gaan missen. Kortom een sterke krimp in de totale geldhoeveelheid beschikbaar. De beurscrash van 1929 maakte het voor velen lastig om hun schulden terug te betalen aan de bank aangezien er minder geld beschikbaar was. Dit leidde tot een verdere aanslag op de al verzwakte balansen van vele banken. Uiteindelijk was de belangrijkste reden voor de bankruns, die in oktober 1930 begon, veroorzaakt door slechte tijden in de boerengebieden.

De banken, inmiddels al verzwakt en nauwelijks gediversifiseerd, kwamen massaal in de problemen. Bankruns kwamen steeds vaker voor en alleen al in december 1930 gingen 352 banken failliet. De meeste banken die omvielen lagen in Midwest Amerika waar boeren massaal niet meer aan hun verplichtingen konden voldoen aangezien zij flink waren aangeslagen door de economische crisis. Nadat deze golf van bankruns enigszins begon af te nemen kwam er meteen een tweede golf die begon in 1931. Friendman en Schwartz noemden dit een ‘‘besmetting van angst’‘. Bankruns bleven doorgaan tot in het voorjaar van 1933.

Roosevelt wordt president.

Zijn presidentschap begint op 4 maart 1933 en op 6 maart stelde hij een ‘‘bankholiday’’ in. Hierdoor konden banken legaal opnames van spaarders weigeren. Deze ‘‘vakantie’’ duurde 10 dagen en Roosevelt gaf een mooie speech. Allicht kent u dit onderdeel van zijn speech: ‘‘The only thing we have to fear is fear itself’’ (11). Wat hij hiermee probeerde moge duidelijk zijn. Spaarders ontmoedigen hun tegoeden op te nemen.

Helaas bleek dit veel te laat te komen. In 1929 waren er rond de 25.000 banken in de Verenigde Staten. Toen de bankholiday eindigde waren dat er nog 12.000. 3.000 werden (veel) later heropend. Het effect op de beschikbare geldhoeveelheid was even dramatisch. Tussen 1929 en 1933 nam deze af met 27%.

Voor elke $3 die in circulatie waren in 1929 was er nog $2 over in 1933. Zo een drastische afname in geldhoeveelheid moet uiteraard leiden tot een drastische daling in AD (totale vraag). De spaargelden van veel mensen waren verdwenen dus moesten ze extra sparen om dit te compenseren. Hierdoor nam de particuliere consumptie uiteraard verder af. De economische output nam tevens dramatisch af. Het Bruto Binnenlands Product (BBP) nam in de periode 1929 - 1933 met 29% af. De werkloosheid stond op 25% in 1933.

Friedman en Schwartz stelden dat dit kwam doordat de FED niet had gedaan waar zij voor was opgericht. Te weten de lender of last resort zijn. In plaats van leningen verstrekken keek de FED alleen maar toe terwijl banken als dominostenen omvielen. Ze scheen ook totaal blind voor wat voor effect dit op de geldhoeveelheid zou hebben. Wat de FED had kunnen doen was het aanschaffen van obligaties, maar besloot dat niet te doen.

Zoals Milton en Rose Friedman schreven in hun boek “Free to Choose” (later ook tv-serie (12)) had de FED een veel betere oplossing hebben gerealiseerd door grote ‘‘open markt’’ aankopen van overheidsobligaties. Deze zouden de banken extra cash hebben verleend waardoor (beter) aan de vraag van spaarders kon worden voldaan. Dit zou de enorme aantallen failliete banken sterk hebben verminderd. Hierdoor zou de val in geldhoeveelheid ook veel minder zijn geweest.

Helaas, de acties van de FED waren zeer terughoudend en klein. Ze stonden erbij en keken ernaar en lieten de crisis haar gang gaan. Dit patroon van gedrag bleef zich herhalen. Volgens Friedman en Schwartz was dit een grove verontachtzaming van de FEDs primaire taak die zij van de reguliere commerciële banken had overgenomen (die voor 1914 panieksituaties regelden). Dit en niets anders was de primaire oorzaak van de depressie.

Ik hoop dat u nu inziet dat centrale banken ‘‘eng’’ zijn. Ze hebben gigantische macht. Als ze deze onjuist gebruiken zijn de gevolgen niet te overzien. In het volgende (en laatste) deel zal ik wat nader ingaan op een aantal logische vragen en enkele conclusies trekken. Tot slot stel ik een aantal vragen die mij op dit moment bezighouden.

www.anarchiel.com

Some Rights Reserved (CC BY-SA 4.0)
0