1. #11-september
  2. #amerika
  3. #banken
  4. #beurs
  5. #blowback
  6. #bush
  7. #corporatism
  8. #corporatisme
  9. #destabilisatie
  10. #doctrine
  11. #economie
  12. #fascisme
  13. #interventie
  14. #kredietcrisis
  15. #list-en-bedrog
  16. #obama
  17. #oorlog
  18. #plunge-protection-team
  19. #politiek
  20. #privacy
  21. #strategie
  22. #terrorisme
  23. Artikelen

<< error >> (our Markdown requires valid webpage links, not image links, see manual)

Blowback: de niet onzichtbare hand van Uncle Sam.

We schrijven 19 oktober 1987. Het is maandagmiddag 14.00 uur en de Dow Jones is in een vrije val naar beneden gedoken. De paniek onder beurshandelaren is zo groot en het vertrouwen volledig weggevaagd dat de directeur van de beurs in New York besluit het Witte Huis te bellen. Over de telefoon vraagt hij toestemming om de belangrijkste beurs in wereld vroegtijdig te sluiten. Bij wet is er maar 1 persoon die deze bevoegdheid heeft: de President van de Verenigde Staten.

In het Oval Office is de President druk in gesprek met de leden van zijn werkgroep Financiële markten, de minister van Financiën en de directeur van de centrale bank de FED. Ook hier heerst paniek, ze weten dat overheidsingrijpen onvoorziene consequenties kan hebben. De heren concluderen dat het sluiten van de beurs door een presidentieel bevel en het interveniëren van de overheid de paniek alleen nog maar groter kan maken. Ze besluiten om niet in te grijpen. De handel gaat door en de beurs eindigt 22.6 % lager, het grootste verlies op één dag in de geschiedenis van de Dow Jones. Deze maandag gaat de geschiedenis in als zwarte maandag.

De totale paniek zowel op de beurs als in het Witte Huis illustreert duidelijk de machteloosheid van de overheid om in te grijpen. Zoals bij elke crisis wordt er grondig nagedacht hoe dit in de toekomst te voorkomen. De beurscrash van 1987 was een wake-up call, een duidelijk signaal om draaiboeken te maken waarin duidelijk omschreven moest worden hoe te reageren. En zo geschiedde, net als bij defensie analisten tijdens de koude oorlog zijn centrale bankiers en financiële toezichthouders sinds die dag zeer zorgvuldig in het ontwikkelen van strategieën die bepalen hoe te reageren tijdens het ondenkbare.

Een jaar later in 1988 wordt er een werkgroep in het leven geroepen om scenario’s te bedenken en draaiboeken te ontwikkelen. De ontmoetingen van de leden van deze werkgroep vindt plaats in stilte. Zij weten dat de reactie van de overheid tijdens een vergelijkbare crisis een cruciale impact kan hebben op het vertrouwen van investeerders. Zoals de situatie in 1987 heeft bewezen is voorzichtigheid een vereiste, overheidshandelen kan tot enorme onvoorziene problemen leiden. Het besluit om niet rechtstreeks op de beurs in te grijpen heeft weliswaar geleid tot de grootste beurscrash maar door adequaat monetair ingrijpen kon een economische depressie zoals na de crash van 1929 voorkomen worden.

9 Jaar na het oprichten van deze werkgroep wordt er in een artikel van de Washington Post voor het eerst gespeculeerd over het bestaan van deze werkgroep. In dit artikel wordt voor het eerst gesproken over het “Plunge Protection Team” een team met als hoofdtaak er voor te zorgen dat de aandelenkoers niet zoals in 1987 in elkaar zou storten. De onduidelijke gevolgen en mogelijk dodelijke consequenties van overheidsinterventie op de beurs heeft er toe geleid dat het Plunge Protection Team lange tijd zeer voorzichtig en in het geheim te werk ging. Deze voorzichtigheid eindigt abrupt op 11 september 2001. President Bush veranderd het beleid na de aanslagen totaal. Het is dan ook niet zo vreemd dat 4 jaar na 11 september de eerste directe aanwijzingen voor het bestaan van deze werkgroep openbaar worden. Twee medewerkers van de Canadese financial group Sprott Asset Management komen in 2005 met een rapport: “The Visible Hand of Uncle Sam” waarin ze het handelen van het Plunge Protection Team omschrijven.

Na 11 september gaf Bush dit team de opdracht om enorme voorraden aandelen op te kopen om zo het kelderen van de beurs in het begin van zijn presidentsperiode te voorkomen. Tegelijkertijd vond hij grote bedrijven bereid om mee in te kopen, waarbij ze de kosten mochten opvoeren binnen de contracten die de regering met ze had. Zo werden straaljagers en marineschepen tot wel drie keer duurder, zonder dat officieel duidelijk was waarom en waarom de regering er zonder meer mee akkoord ging.

De doelstellingen van Bush waren duidelijk, grote bedrijven werden d.m.v. een illegale niet door het congres goedgekeurde constructie overeind gehouden met belastinggeld. Zonder dit ingrijpen van Bush zou de economie in zijn eerste presidentsperiode in een zware recessie zijn beland. Voor president Bush was dit handelen een noodzakelijk kwaad om in tegenstelling tot zijn vader wel een 2e presidentstermijn veilig te stellen. Niet de aanslagen op 11 september 2001 maar het besluit van Bush om het draaiboek van het Plunge Protection Team uit de kast te halen heeft er voor gezorgd dat de wereld sinds die dag totaal is veranderd. De consequenties van zijn handelen zijn tot op de dag van vandaag te zien.

Om deze illegale constructie mogelijk te maken en dit spel te kunnen spelen was een verhoging van het defensiebudget en daarvoor een directe dreiging voor Amerika noodzakelijk. De oorlog tegen het terrorisme die deze verhoging mogelijk maakte was door het rigoureus handelen van het Plunge Protection Team noodzakelijk geworden. Zonder verhoging van het defensiebudget was de betaling aan bedrijven voor het opkopen van aandelen niet mogelijk. Een kostbare oorlog in Irak die overduidelijk niks met 11 september te maken had en onder valse voorwendselen aan het publiek werd verkocht was in feite noodzakelijk om het handelen van president Bush in zijn eerste presidentstermijn te verhullen. Het mag duidelijk zijn dat de beslissingen van Bush om na 11 september overheidsingrijpen op de beurs toe te staan onder het mom van staatsveiligheid tot enorme consequenties heeft geleid. Maar het bleef niet alleen bij een door de VN uitgesproken illegale oorlog in Irak. Onvoorziene gevolgen van Bush zijn handelen zouden in de toekomst voor nog vele grotere problemen gaan zorgen.

De hulp van de overheid en het tegelijkertijd kunnen verzekeren van risico door het gebruik maken van ingewikkelde financiële constructies zorgde voor een onaantastbaar gevoel bij de grote Amerikaanse banken. Voor deze banken was het overduidelijk dat de overheid met het Plunge Protection Team gerand stond. De president heeft in 2001 bewezen dat de overheid een crash zoals in 1987 nooit meer zou toe laten. Deze maatregelen van Bush waren voor banken het signaal dat ze grotere risico’s konden aangaan met het uitlenen en daarmee creëren van nieuw geld. In deze periode ontstond voor het eerst het gevoel bij de banken dat zij te groot waren om failliet te gaan. “to big to fail”

Halverwege Bush zijn 2e termijn was het tekort op de balans door het verhoogde defensiebudget tot een recordhoogte gestegen. De FED was al een geruime tijd bezig met het verhogen van de rente. Steeds meer aandelen die door het handelen van het Plunge Protection Team illegaal in handen van de overheid waren gekomen moesten worden verkocht. De maatregelen van Bush waren immers niet goedgekeurd door het congres en hij was daardoor genoodzaakt om dit weg te werken vóórdat er een nieuwe President het Witte Huis zou betreden. En zo geschiedde. Vanaf 2007 werd de markt meer en meer overspoeld met aandelen die door het Plunge Protection team verkocht werden.

Het grote aanbod zorgde uiteindelijk voor een dalende beurs. Grote banken die door het onaantastbare gevoel vele malen hun eigenvermogen hadden uitgeleend zagen niet alleen de prijs van hun aandelen langzaam kelderen maar door de hogere rente werden ze ook nog geconfronteerd met steeds meer betalingsproblemen bij huizenbezitters. Het Plunge Protection team en daarmee de overheid had zijn kruid verschoten en kon in deze periode niks uitrichten. Het ontastbare gevoel van de banken verdween langzaam en toen eind 2008 Lehman Brothers omviel was de paniek compleet.

Na het verdwijnen van Bush en verschillende economische Bail outs later worden steeds meer bedrijven door de nieuwe president genationaliseerd. De overheid geeft een duidelijk signaal dat ‘to big to fail’ nog steedsbestaat. De klaarblijkelijke noodzaak van de overheidsbemoeienis op de beurs gaat in een nog hoger tempo verder. Het bedrijfsleven en de overheid zijn inmiddels in een verdrukkende omhelzing verstrikt geraakt. En opnieuw zullen de handelingen van de president in de toekomst onvoorziene gevolgen hebben.

Het defensiebudget blijft onverminderd stijgen, de massamedia zit door de verwevenheid van de overheid en het bedrijfsleven in de zak van de staat en het gevaar van een nieuw soort fascisme, ‘corporate fascism’ ligt op de loer. Volgens echte doemdenkers is dit laatste al lang reeds realiteit. Maar één ding staat als een paal boven water, voorzichtigheid van de overheid is opnieuw noodzakelijk.

Om dit verhaal toch nog een beetje positief te beëindigen: God zij dank zijn de resultaten uit het verleden geen garantie voor de toekomst.

doemdenkers.wordpress.com

All Rights Reserved
0