1. #corruptie
  2. #horchner
  3. #justitie
  4. Artikelen

<< error >> (our Markdown requires valid webpage links, not image links, see manual)

Verklaring van Robert Hörchner, 1 oktober 2007

VERKLARING

Ondergetekende, Robert Hörchner, geboren 09-02-1952 te Amsterdam, verklaart heden dat:

Officier van justitie Teeuwes de J. de leiding had over het rechercheteam Brabant-Noord in een strafvorderlijk onderzoek met de code ZD-01 in de periode 1999/2000. In dat kader ben ik gearresteerd, omdat ik - zonder goede gronden zoals de rechter later zou oordelen - ervan verdacht werd bewust meegewerkt te hebben aan het onderbrengen van een tijdelijk XTC-laboratorium.

Dezelfde officier van justitie had de leiding in een strafvorderlijk onderzoek met de code Polak in de periode mei 2000. Dit had betrekking op een hennepplantage in Osielsko te Polen. In die kwestie is Janusz U., een ex-zakenpartner van mij, een van de hoofdverdachten. In totaal werkten zeven Nederlandse rechercheurs van politie Brabant-Noord en de Centrale recherche aan dit onderzoek mee. Officier van justitie Teeuwes de J. is dus de ‘knoop’, die de twee inhoudelijk van elkaar losstaande onderzoeken met elkaar verbindt.

Op 12 december 2001 is aangifte gedaan door ondergetekende en zijn partner tegen een rechercheur van politie Brabant-Noord, André van R., met betrekking tot het tendentieus uitwerken van de weergave van een afgetapt telefonisch gesprek d.d. 12 november 1999 in het strafvorderlijk onderzoek met de code ZD-01 (het XTC-laboratorium). Het foutieve tap-verslag moest dienen als onderbouwing van de verdenking en heeft uiteindelijk ten onrechte ook werkelijk gediend als onderbouwing in de strafrechtelijke vervolgingen tegen ondergetekende en zijn partner.

Er was dus sprake van onrechtmatige verdachtmaking, arrestatie en bewijs-vergaring.

Ondergetekende en zijn partner zijn zo jarenlang strafrechtelijk vervolgd, met als enig resultaat dat wij tot in hoogste instantie met ondubbelzinnige vonnissen zijn vrijgesproken, zelfs nadat officier van justitie Teeuwes de J. op de zitting van 12 september 2002 bij verrassing een Pools rechtshulpverzoek trachtte in te brengen, dat mij betrekt bij de hennepplantage in Osielsko. Door twee schijn-zaken onrechtmatig te verstrengelen probeerde hij mij zo alsnog verdacht te maken. Toen dat niet lukte, heeft Justitie met dit rechtshulpverzoek jarenlang niets meer gedaan, evenmin als hun Poolse collega’s.

Sinds begin 2005 is een civiele schadeprocedure tegen de Staat aangespannen door ondergetekende en zijn partner inzake onrechtmatige gedragingen - in het bijzonder het manipulatief inzetten van een telefoontap - in het onderzoek met de code ZD-01.

In de Conclusie van Antwoord d.d. 27 juli 2005 van de landsadvocaat mr. F.W. Bleichrodt, is bijgesloten een Pools rechtshulpverzoek d.d. 7 maart 2001, aan hem verstrekt door officier van justitie Teeuwes de J.

In de Conclusie van Dupliek d.d 22 maart 2006, betrok landsadvocaat mr. F.W. Bleichrodt - alsof de vrijspraken niets te betekenen hebben - opnieuw de stelling dat het gewraakte tap-gesprek ten tijde van het strafvorderlijk onderzoek ZD-01 redelijkerwijze als belastend kon worden aangemerkt.

Het keerpunt: op 23 augustus 2006 is een lijvige aangifte opgenomen door Interne Zaken van politie Midden en West Brabant, gedaan door ondergetekende en zijn partner, van meerdere strafbare feiten tegen onder meer officier van justitie Teeuwes de J. en diverse rechercheurs van politie Brabant-Noord inzake het strafvorderlijk onderzoek met de code ZD-01.

Na jarenlange stilte kwam nu ook de Poolse kwestie weer tot leven. Middels een Europees arrestatiebevel d.d. 19 maart 2007 werd ondergetekende plotseling alsnog gearresteerd op verdenking van betrokkenheid bij de hennepkwekerij d.d. 17juli 1999 in Osielsko te Polen, een zaak van dan inmiddels acht jaar geleden.

Op 22 mei 2007 is na een strijd van vele jaren, procedures en strafrechtelijke aangiften een kopie van de geluidsopname van het gewraakte tap-verslag d.d, 12 november 1999 door het College van Procureurs-generaal met de grootst mogelijke tegenzin aan ondergetekende en zijn partner afgegeven.

Ondergetekende en zijn partner, evenals advocaat mr. J.B. Boone (namens een andere bij deze kwestie betrokken cliënt) en Peter R. de Vries starten een onderzoek naar wat er inhoudelijk gezegd wordt op deze geluidsopname, ten opzichte van de twee verschillende uitwerkingen van de tap-verslagen.

Op 8 juni 2007 werd een interlocutoir vonnis (tussenvonnis) gewezen inzake het Poolse overleveringsverzoek, dat de Amsterdamse rechtbank zó onduidelijk vond, dat men eerst nadere en concretere informatie bij de Poolse autoriteiten wilde opvragen.

De Poolse autoriteiten reageerden door de vragen niet te beantwoorden, maar zich te verliezen in nog meer en nog vagere aantijgingen aan mijn adres.

Hoewel de noodzakelijk geachte onderbouwing van het arrestatiebevel dus nooit gekomen is, is op 10 juli 2007 toch de overlevering van ondergetekende aan Polen toegewezen, nadat eerst twee van de drie rechters van het voor mij gunstige tussenvonnis vervangen waren, inclusief de voorzitter. Van de twee nieuwe ‘wisselrechters’ viel mr. drs. A.A. Spoel op 6 juni meteen al op door haar vreemde gedrag. Zij fixeerde mij gedurende de hele zitting, een feit dat ook door anderen is opgemerkt. Zij las op 10 juli ook de uitspraak van de rechtbank voor.

Uit die uitspraak bleek dat de inzet van de ‘wisselrechters‘ geleid had tot een volslagen andere inhoudelijke stellingname, zonder dat daarvoor nieuwe argumenten waren aangedragen. Gevreesd moet worden dat kritische rechters zich uit de rechtbank hebben moeten terugtrekken ten faveure van twee collega’s.

Op 3 september 2007 is er een klacht ingediend bij de Hoge Raad tegen mr. drs. A. A. Spoel, ‘wisselrechter’ van de Amsterdamse rechtbank. Pas na het overleveringsproces bereikte ons de wezenlijke informatie dat deze rechter nog tot begin 2007 als advocaat verbonden was geweest aan het kantoor van de landsadvocaat: Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn, wederpartij van ondergetekende en zijn partner.

Ik heb derhalve geen eerlijk proces gehad. Volgens het Europese Hof voor de Rechten van de Mens mogen er geen verifiëerbare feiten ("ascertainable facts") of omstandigheden zijn die twijfels oproepen aan de onpartijdigheid van de rechter. Ondanks haar verifiëerbare verbinding met het belang van de Staat, mijn wederpartij, is Mr. A.A. Spoel in mijn overleveringszaak als rechter opgetreden. Zij heeft daarmee de onpartijdigheid van de rechtspraak geschaad en, getuige de publiciteit, in opspraak gebracht.

Ondergetekende heeft op het moment van ondertekening van deze verklaring nog geen kennis genomen van de uitslag van de drie onafhankelijke onderzoeken m.b.t. de geluidsopname. Ik zal dat ook niet meer in vrijheid kunnen vernemen. Op 1 oktober 2007 moet ik mij om 11:00 uur melden bij de rechtbank te Amsterdam, teneinde te worden ingesloten in afwachting van mijn overlevering naar Polen.

Vanuit mijn cel in Polen kan ik mij niet meer in het openbaar verweren zoals ik dat, samen met mijn partner, jaren achtereen heb moeten doen. Daarom heb ik deze verklaring op de dag van mijn uitlevering opgesteld. Mocht de komende tijd blijken dat de geluidsopname d.d. 12 november 1999 inderdaad is gemanipuleerd, dan wel dat de uitwerking van deze telefoontap niet conform de waarheid is opgesteld, dan leg ik bij deze aan iedereen de prangende vraag voor: Wie had er belang bij om ondergetekende, na een aaneenrijging van opmerkelijke gebeurtenissen en een acht jaar durende drijfjacht van politie en justitie, waarop vrijspraak door de rechterlijke macht uiteindelijk geen enkele invloed bleek te hebben, onder verdachte rechtsomstandigheden aan Polen uit te leveren?

Plaats: St. Michelsgestel
datum: 01-10-2007
Handtekening: (R. Hörchner)

www.roberthorchner.nl

Some Rights Reserved (CC BY-SA 4.0)
0