Oxford-studie: groot risico op hartklachten na de mRNA injecties

Een zelfgecontroleerde case-serie die gebruik maakt van gegevens op individueel patiëntniveau van meer dan 38 miljoen mensen van 16 jaar en ouder, onthult een verhoogd risico op myocarditis binnen een week na ontvangst van een eerste dosis van ChAdOx1-, BNT162b2- en mRNA-1273-vaccins, dat verder toenam na een tweede dosis van een van beide mRNA-vaccins. SARS-CoV-2-infectie was geassocieerd met een nog groter risico op myocarditis, evenals pericarditis en hartritmestoornissen.

Op 14 december 2021 publiceerde Nature Medicine een studie op basis van een brede populatie gegevens geanalyseerd door onderzoekers van de Universiteit van Oxford. De onderzoekers onderzochten de risico's van myocarditis, pericarditis, en hartritmestoornissen geassocieerd met COVID-19 vaccinatie en infectie.

Myocarditis

Van de 38.615.491 gevaccineerde personen in onze studie werden er 1.615 (0,004%) opgenomen in het ziekenhuis met, of overleden aan, myocarditis op enig moment in de onderzoeksperiode (voor of na vaccinatie); 397 (0,001%) van deze gevallen deden zich voor in de periode van 1 tot 28 dagen na een vaccinatiedosis. Van de 1.615 personen die werden opgenomen of overleden, hadden 359 (22,2%) een SARS-CoV-2 positieve test, waarvan 287 (17,8%) vóór de vaccinatie. Er waren 114 sterfgevallen met myocarditis als doodsoorzaak vermeld op de overlijdensakte (23 hadden een SARS-CoV-2-positieve test). Van degenen die zijn opgenomen met of overleden aan myocarditis in de periode van 1 tot 28 dagen na de vaccinatie, had 12,7% (18) en 10,7% (9) een positieve SARS-CoV-2-test vóór de eerste respectievelijk de tweede dosis ChAdOx1-vaccin, en 7,4% (7) vóór de eerste dosis BNT162b2-vaccin

Pericarditis

Van de 38.615.491 gevaccineerde personen in onze studie, werden 1.574 (0,004%) opgenomen in het ziekenhuis met, of overleden aan, pericarditis op enig moment in de studieperiode (voor of na vaccinatie); 356 (0,001%) van deze gevallen deden zich voor in de 1-28 dagen na een vaccinatiedosis. Van de 1.574 die werden opgenomen of overleden, hadden 188 (11,9%) een SARS-CoV-2 positieve test, waarvan 154 (9,8%) vóór de vaccinatie. Er waren 31 sterfgevallen met pericarditis als doodsoorzaak vermeld op de overlijdensakte (6 hadden een SARS-CoV-2-positieve test). Tabel 2 toont de percentages patiënten met pericarditisgebeurtenissen in de risicoperiode die vóór vaccinatie een positieve SARS-CoV-2-test hadden, per vaccintype en dosis.

Arrhythmia

Van de 38.615.491 gevaccineerde personen in onze studie werden 385.508 (1,0%) opgenomen in het ziekenhuis met of overleden aan hartritmestoornissen op enig moment in de onderzoeksperiode (hetzij voor of na vaccinatie); 86.754 (0,2%) van deze gevallen deden zich voor in de 1-28 dagen na een vaccinatiedosis. Van degenen die werden opgenomen of stierven hadden 39.897 (10,3%) een positieve test op SARS-CoV-2, waarbij 29.694 (7,7%) een positieve test hadden vóór vaccinatie. Er waren 7 795 sterfgevallen met hartritmestoornissen als doodsoorzaak (1 108 personen hadden een positieve test op SARS-CoV-2).

www.nature.com