1. #centrale-bank
  2. #federal-reserve
  3. #goud
  4. #goudstandaard
  5. #goudvoorraad
  6. #kapitalistisch
  7. #schuld
  8. #werkloosheid
  9. Artikelen

<< error >> (our Markdown requires webpage links, not image links, see manual)

Is een terugkeer naar een gouden standaard de oplossing?

Goud was geld in de periode tussen de 1870 – 1914, toen de wereld op de conventionele Gold Standard was. Geld was toen geen schuld of krediet. Het was gewoon goud, en banken maakten krediet op basis van hun goudvoorraad. Ze konden niet eindeloos krediet creëren, omdat er slechts een beperkte hoeveelheid goud in de wereld was en het aanbod met ca. 2 % groeide. En, goud is geen schuld, het is een vorm van internationaal betaalmiddel, dus toename van schuld kon niet worden overdreven en bleef dus beperkt.

Als een land een tekort op de handelsbalans opliep, eisten hun schuldeisers betaling in goud om de schuld te vereffenen. Als ze een tekort aan goud hadden, steeg de rente om de consumptie te ontmoedigen en het sparen aan te moedigen. Dus het handelstekort veranderde langzaam terug in een overschot. Dat is ongeveer hoe de gouden standaard de dingen in evenwicht hield. Maar na 1914 veranderde dat allemaal, de wereld werd op het pad gezet naar waar we nu zijn aangeland. Waar geld en schulden en krediet allemaal uitwisselbare termen zijn. Waarbij de schuld blijvend moet stijgen om het systeem gaande te houden. Waardoor deze toeneemt tot het punt dat het uit zichzelf zal instorten.

Wanneer een financieel systeem van gezond naar ondeugdelijk gaat, creëert het meer vorderingen op reële activa dan er reële activa bestaan. Dus creëert het systeem papierenactiva om de constante aanvoer van nieuw geld/credit/schuld te absorberen. Zo kan de instorting van de derivatenmarkt, gecreëerd gedurende de afgelopen decennia, binnenkort worden verwacht.

Goud diende als internationale munt sinds ten minste de zesde eeuw voor Christus onder het bewind van koning Croesus van Lydia, in het huidige Turkije. Engeland vestigde in 1717 het door goud gedekte papiergeld tegen een vaste wisselkoers, welke tot 1931 in verschillende vormen is voortgezet. “Al deze en andere monetaire regimes gingen onder de naam gouden standaard”. Maar deze term heeft geen enkele gedefinieerde betekenis. Een gouden standaard kan van alles omvatten van het gebruik van echte goudenmunten tot het gebruik van papiergeld gedekt door goud in verschillende percentages. Historisch gezien heeft de hoeveelheid goudondersteuning voor papiergeld gevarieerd van 100 % tot 20 %. Als de waarde van het officiële goud in zeldzame gevallen groter was dan de geldhoeveelheid, was het zelfs meer dan 100 %.
Conventionele goudstandaard

De conventionele goudenstandaard van 1870-1914 heeft een unieke plaats in de geschiedenis van goud en geld. Het was de periode waarin bijna geen inflatie optrad – zelfs een goedaardige deflatie de overhand kreeg in de meer geavanceerde economieën, als gevolg van technologische innovatie die een hogere productiviteit en een hogere levensstandaard brachten, zonder toename van de werkloosheid. In wezen is deze periode het best begrepen als het eerste tijdperk van globalisering, in grote lijnen overeenkomend met de kenmerken van de globalisering die in 1989 begon met het einde van de koude oorlog.

Het eerste globaliseringstijdperk werd gekenmerkt door technologische verbeteringen in de communicatie en transport. Niet zozeer op grote schaal, maar wereldwijd werd de handel vergemakkelijkt door internationaal telefonische communicatie voor het bankwezen en handel. Achter deze internationale groei en de handel was het goud.

De conventionele gouden standaard werd niet op een internationale conferentie zoals Bretton Woods bedacht, noch was deze top down opgelegd door een multilaterale organisatie. Het was een structuur door de ledendeelnemers gedragen volgens welbegrepen eenvoudige regels van het spel, zonder specifieke schriftelijke regels. Niet elke grote natie sloot zich aan, maar velen deden het wel. Onder elkaar werden kapitaalrekeningen geopend, de vrije markt overheerste, overheidsinterventies waren minimaal en wisselkoersen waren stabiel ten opzichte van elkaar.

Engeland was al sinds 1717, en Nederland sinds 1818 op een gouden standaard, maar het was eerst in 1870 dat meer landen zich bij hen aansloten zoals Duitsland 1870, Japan in 1871, Frankrijk en Spanje in 1876, Oostenrijk in 1879, Argentinië in 1881, Rusland in 1893, en India in 1898. De VS was de facto op een goudstandaard sinds 1832, toen het begon met het slaan van Troy ounce gouden munten ter waarde van ongeveer $ 20 in die tijd. Maar de VS was niet op een gouden standaard door rechtsgeldige inwisseling van papiergeld, totdat de Gold Standard Act van 1900 werd ingevoerd. Waarmee het de laatste grote natie werd die zich bij de conventionele gouden standaard aansloot.
Toenemende welvaart

Economen en historici zijn over het over het algemeen unaniem eens m.b.t. de gunstige economische resultaten van deze periode. “Economische prestaties in de VS en het Verenigd Koninkrijk waren veruit superieur tijdens de conventionele goudenstandaard vergeleken met de daaropvolgende periode van beheerd fiduciaire geld.” De periode van 1870 – 1914 was een goudentijdperk in termen van non-inflationaire groei in combinatie met toenemende welvaart en productiviteit in de geïndustrialiseerde en grondstoffen producerende wereld.

De eenvoud van de conventionele Goudenstandaard maakte centrale bankiers overbodig. In die periode bestonden geen centrale bankiers. Een land dat toetrad tot de goudenstandaard verklaarde alleen dat haar papiergeld een bepaalde waard had in goud en was vervolgens klaar om goud te kopen of te verkopen tegen die prijs in ruil voor elke hoeveelheid valuta van een ander deelnemend land.

Het proces van het aan- en verkopen van goud rond een richtprijs om die te behouden is tegenwoordig bekend als een openmarkt operatie. Het kan worden uitgevoerd door een centrale bank, maar dat is niet strikt noodzakelijk; het kan net zo goed transparant uitgevoerd worden door een overheid die rechtstreeks of indirect door middel van fiscale middelen, zoals erkende bankdealers die de toegang tot een redelijk aanbod van goud hebben, met dien verstande dat in een paniek situatie meer goud direct beschikbaar moest zijn. Dit moet meer worden gezien als stabilisatie dan manipulatie.

Het voordeel voor internationale betalingen en handel is aanzienlijk. Wanneer twee valuta’s worden verankerd op een standaard gewicht van goud, zijn gelijktijdig ook alle andere deelnemende valuta’s verankerd. Dit soort verankering heeft geen EU, IMF, of G20 nodig. De conventionele Goudenstandaard hield zichzelf in evenwicht niet alleen door dagelijkse openmarkttransacties, maar ook in relatie tot grotere evenementen zoals schommelingen in de goudwinningproductie. Wanneer de goudvoorraad sneller steeg dan de productiviteit, ging het prijsniveau voor goederen tijdelijk omhoog. Dat op haar beurt de kosten van de goudwinning liet stijgen waardoor uiteindelijk de productie omlaag ging, waardoor de lange termijn trend voor prijsstabiliteit zich herstelde. Omgekeerd, indien de economische productiviteit omhoog ging als gevolg van nieuwe technologie, ging het prijsniveau tijdelijk omlaag, waardoor de koopkracht van het geld toenam. Dat aanleiding was voor houders van goud, hun goud te verkopen en voor de mijnbouw de productie te verhogen, dat weer leidde tot een verhoogde goudvoorraad en herstel van prijsstabiliteit.
Evenwicht

Deze functies hielden op dezelfde wijze de internationale handel in evenwicht. De handelsbalansen tussen landen werden in evenwicht gehouden door het elimineren van handels- overschotten en tekorten. Deze her-balancering werkte in het verleden zonder interventie van centrale banken. Arbitrageurs kochten “goedkoop” goud in het ene land om het “duurder” in een ander land te verkopen en daarbij hun kosten in calculeerden. Alles gebaseerd op de eenvoudige regels van het systeem, welke goed begrepen gewoonten en gebruiken waren op basis van wederzijds voordeel, met gezond verstand en winstmakende arbitrage.

De goudvoorraad was de basis voor het hele systeem in plaats van een ruilmiddel. Dat was een efficiënt anker omdat het de valuta-afdekking overbodig maakte en de handelaren een grotere zekerheid verschafte m.b.t. het uiteindelijke resultaat van hun transacties.

De conventionele goudenstandaard is duidelijk het bewijsstuk van de grote welvaartsperiode van vóór 1914. In tegenstelling tot de veel verguisde goudwisselstandaard van de jaren 1920, die gedoemd was te mislukken door een berg aan schulden, een te lage goudprijs, en een beleid vol met blunders welke deze goudstandaard veranderde in een deflatoir monster. Nadat de Federal Reserve Bank werd opgericht in opdracht van het bankkartel van de elite in 1913, heeft de wereld niet meer de werking van een zuivere goudenstandaard in het internationale betalingsverkeer gezien of beter gesteld; genoten.
Oostenrijkse Economische School

Naar het inzicht van de Oostenrijkse Economische School, m.n. Hayek en von Misses, is de monetaire interventie door centrale banken erop gericht de rente onder het natuurlijke niveau te houden. Dit fopt ondernemers door ze te laten geloven dat meer gespaard is dan werkelijk het geval is, dus vergroten deze hun productiecapaciteit t.b.v. de grotere vraag. Natuurlijk was het sparen niet vergroot, en zodoende werd het kapitaal verkeerd geïnvesteerd wat de Oostenrijkers slechte-investeringen (malinvestment) noemen, in geval van economische teruggang moeten deze eerst uit het systeem worden geliquideerd.

De financiële wereld waarin we nu leven is volledig nieuw. Er zijn weinig historische referentiepunten die helpen het te begrijpen. En dewelken die wel bestaan zijn vaak onvolledig en onduidelijk. Uit een door goud gedekt monetair systeem, is de wereld overgestapt naar een systeem op basis van papiergeld, beheerd door PhD-mensen. Met het idee; i.p.v. beperkt te worden door een vaste hoeveelheid geld, academici beter de hoeveelheid geld en krediet kunnen bepalen welke nodig is, en dat dan beschikbaar maken. Wat feitelijk geplande economie is.

Het is niet de eerste keer dat overheden hebben geprobeerd een elastisch monetair systeem op te zetten. Meerdere keren in de geschiedenis hebben naties ontdekt dat papiergeld een handige manier is om hun rekeningen te betalen – meestal wanneer ze in oorlog waren, en geen echt geld meer hadden. Maar die van nu is de eerste grote gebeurtenis in vredestijd waarin alle financiële systemen van de wereld afhankelijk zijn van papiergeld, gecontroleerd door één enkel land: de Verenigde Staten van Amerika.

Een papieren monetaire standaard betekent dat er geen beperkingen zijn op de drukpers of op tekorten. Sinds 1971, heeft al het papiergeld in het algemeen bijna 80% van haar koopkracht verloren. Gezond verstand zegt dat dit proces niet duurzaam is en dus zal eindigen. Tot nu toe heeft blijkbaar niemand binnen de overheid zich hierover zorgen gemaakt. Vergeet niet; kredietcreatie is niet hetzelfde als reserves aanspreken, zoals zaadjes worden bewaard en gebruikt voor toekomstige groei.

Gresham’s Law zegt; “slecht geld verdrijft goed geld.” Als mensen een keuze hebben tussen slechter wordend geld – papier, of echt geld, dat niet in waarde verliest zoals goud, zullen ze ervoor kiezen het goede geld op te potten en het slechte door te geven aan anderen. In feite, is dat wat er gebeurd. Het goede geld – goud – verdween uit de circulatie. Het slechte geld – papier – is geworden wat iedereen erkend als “geld.” Centrale banken in de ontwikkelende wereld besloten in het algemeen dat het verstandig is om wat goud te houden… naast de reserve valuta – US dollars.
Centrale banken kopen goud

En nu de ontwikkelingslanden steeds welvarender zijn geworden, is het niet verwonderlijk dat hun centrale banken goud accumuleren, omdat dollars niet hetzelfde zijn als echt geld. Deze zijn schulden van de Amerikaanse federale overheid – Federal Reserve Notes – veelal hetzelfde als schatkistpapier, geldbiljetten en obligaties. In dit opzicht zijn dollars het tegenovergestelde van echt geld. In plaats daarvan zijn het schuldbewijzen voor onmiddellijke vereffening.

Centrale bankiers geven papiergeld uit als “wettig betaalmiddel voor vereffening van alle schulden, zowel openbare als private”. Maar ze bieden geen garantie voor de waarde ervan. Echt geld heeft intrinsieke waarde. Zodra een schuld is betaald met echt geld, is de transactie voltooid. Nu is dat niet geval. Alle door de overheid uitgegeven papieren zijn schuldinstrumenten. En schuld is afhankelijk van de schuldenaar. Als deze in gebreke blijft, zijn de papierenbeloften waardeloos geworden – met inbegrip van hun papiergeld.

Toen dollars het goud vervingen, werd het kapitalistische systeem een vreemde en groteske fusie van op de markt gevoerde transacties, waarbij minder en minder echt kapitaal betrokken is.

www.doijerkalff.nl

No Rights Apply
4
  1. autumn-paper-2304@autumn-paper-2304
    #152771
    Er zijn heel veel aanwijzingen dat de 1e wereldoorlog met start in 1914 door de bankiers uitgevonden om van die goudstandaard af te komen.
    Er is toen zoveel verwoesting aangericht dat er domweg niet genoeg goud was om de nieuwe schulden te dekken cq aan de geldvraag te voldoen. Maar er speelde meer.

    In eind 1913 werd de Federal Reserve Act 'aangenomen' en de oorlog diende om de rest van de wereld rijp te maken voor dit systeem.

    In 1915 werd de Lusitania, een passagiersschip bomvol met oorlogstuig, door de Duitsers tot zinken gebracht. Deze gebeurtenis is gebruikt om in de VS haat tegen de Duitsers te zaaien, en in 1917 verklaarde de VS dan ook de oorlog. Tot op de dag van vandaag wordt ontkent dat de passagiers van dat schip dienden om de (illegale) lading te dekken, en dat onder 'oorlogswetten' - hoe verzin je het - Duitsland alle 'recht' had om het schip naar de bodem te jagen.

    Bankiers hebben wereldoorlogen uitgevonden. Nu het aanmaken van papiergeld zonder enige dekking tot duizelingwekkende hoogte is gestegen en zowel de VS als de EU een wereldwijde RESET nodig hebben, worden wij vriendelijk verzocht onze medewerking te verlenen aan wereldoorlog nr 3, dit keer met kernwapens. De vijand bestaat uit alle landen ter wereld die zich verzetten tegen de hegemonie van fantasiegeld dat inmiddels minder waard is dan het papier waarop het gedrukt staat. Vandaar de enorme vraag naar goud.

    Zonder deze 'reset' (oorlog) kunnen de aasgieren niet oogsten en verzuipen zij in waardeloze papiertjes. Met reset kunnen ze alles wat werkelijk iets waard is - goud, land, bedrijven, persoonlijke bezittingen etc - opkopen omdat zodra de oorlog uitbreekt mensen gedwongen zijn alles te verkopen om niet van honger en kou om te komen. Als dat niet snel genoeg gaat is er altijd nog het ESM

    Laat U zich dus fijn opnaaien door gezwets en valse vlaggetjes mbt Rusland, dan helpt U de bankiers hun walgelijke winsten veilig te stellen en houdt U het systeem van waardeloos monopoliegeld in stand. Een terugkeer naar de goudstandaard, bankiers en aasgieren moeten er niet aan denken, zeg!
  2. muddy-forest-9418@muddy-forest-9418
    #152779
    Het is maar wat we met elkaar afspreken over wat precies ons ruilmiddel is. Goud is nuttig omdat het een beperking oplegt aan 'QE' operaties, maar dan verzinnen banksters weer andere trucjes. Komt op de bankbiljetten te staan; 50 euro conform de vastgestelde equivalenten van de ECB' in plaats van 50 euro = zoveel goud.
  3. quiet-sun-7549@quiet-sun-7549
    #152810
    Een goudstandaard + zilverstandaard is the way to go. En alleen omdat beleidsmakers dan eventueel de standaard willen of kunnen manipuleren is geen reden om niet voor de goudstandaard te gaan.
    Belangrijk is om rente te illegaliseren. Het is immers het surfplankje/vehikel voor de centrale bankiers om het systeem te manipuleren en daarnaast alle illegale schulden onder het fractioneel reserve systeem kwijt te schelden of niet te erkennen.
  4. muddy-forest-9418@muddy-forest-9418
    #152813
    Rente illegaliseren is een goed idee. Net zoals Fractional reserve banking, dat moet je ook de nek omdraaien, en High Frequency Trading. Al vertraag je dat laatste maar met een minuut tussen het vrijgeven van informatie en het mogen verhandelen van aandelen. Dan heb je al een boel gewonnen.

    Het komt in feite neer op het beperken van de zeepbel die opgeblazen wordt. Handel in aandelen met HFT is feitelijk handel in lucht, maar het levert enorm veel meer geld op dan in een reële economie mogelijk is.