<< error >> (our Markdown requires valid webpage links, not image links, see manual)

“KLM hielp nazi’s vluchten naar Argentinië”

Na de Tweede Wereldoorlog was het voor verdachten van betrokkenheid bij het nazi-regime verboden om Duitsland te verlaten. Toch weken veel oorlogsmisdadigers uit naar onder meer Zwitserland. Via dat land reisden ze door naar Zuid-Amerika. De Koninklijke Luchtvaart Maatschappij vervoerde de verdachte Duitsers naar Uruguay en Argentinië.

Het vervoer was erg lucratief voor de luchtvaartmaatschappij. De nazi’s waren bereid om veel geld uit te geven en te ontkomen aan hun berechting. Luchtvaarthistoricus Marc Dierikx concludeerde op basis van documenten uit Amerikaanse en Zwitserse archieven dat de KLM intensief betrokken was bij het vervoer van nazi’s.

In 1949 sprak de Nederlandse ambassade in Argentinië in een brief aan de minister van Buitenlandse Zaken van ‘een sterk Duits element bij de KLM-vertegenwoordiging’ in Buenos Aires. De KLM zegt in eigen archieven geen bewijzen te hebben gevonden voor verregaande betrokkenheid bij de vlucht van nazi’s. Volgens Dierikx is het echter moeilijk voorstelbaar dat de KLM-top in Nederland destijds niet heeft geweten van de hulp aan voortvluchtige nazi’s.

Een getuige, die destijds als 17-jarige klerk werkzaam was bij de KLM, verklaarde tegenover de BBC dat hij in 1949 getuige was van een heftige woordenwisseling tussen de toenmalige topman van de KLM Albert Plesman en de befaamde piloot Adriaan Viruly. De laatste protesteerde volgens de getuige omdat hem was gevraagd ‘zwarte monniken’ naar Argentinië te vliegen. Het bleek te gaan om oorlogsmisdadigers. Uit Amerikaanse archiefstukken bleek dat de Nederlandse overheid niet bereid was de KLM onder druk te zetten passagierslijsten vrij te geven.

De oorlogsmisdadigers gebruikten volgens het Simon Wiesenthal Center in Parijs goud van het Vaticaan om naar Zuid-Amerika en het Midden-Oosten te vluchten. Het Vaticaan zou daarvoor geld hebben gebruikt dat de nazi’s hadden geroofd en bij de Kerk in bewaring hadden gegeven. Uit een Amerikaans regeringsdocument uit 1947 blijkt dat Rome voor 200 miljoen Zwitserse frank aan nazi-goud bewaarde. Het gaat om goud dat de fascistische Ustaša’s in Kroatië van joden en Serviërs hadden geroofd.

Het centrum ontdekte dat het Vaticaan identiteitspapieren aan oorlogsmisdadigers verstrekte via een groot aantal comités die als mantelorganisaties dienden. Daarmee konden de voortvluchtige nazi’s een paspoort van het Rode Kruis krijgen, waarmee ze Europa verlieten. Op deze manier vonden duizenden Duitse oorlogsmisdadigers en Europese nazi-collaborateurs met hulp van het Vaticaan en het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) een veilig heenkomen naar Argentinië en andere Zuid-Amerikaanse landen.

Onder hen bevonden zich kopstukken als de beruchte kamparts Josef Mengele. Hij scheepte zich op 25 mei 1949 met een reisdocument van het ICRC in Genua in met bestemming Argentinië, waar hij later een dokterspraktijk opende. Ook Gestapo-chef Klaus Barbie, de ‘beul van Lyon’, SS-commandant Erich Priebke en de Kroatische beul Dinko Šakić, zouden met Rode Kruispassen naar Argentinië zijn ontkomen. Hitlers Kroatische zetbaas, de dictator Ante Pavelić, zou in 1947 als priester met een ICRC-document naar Buenos Aires zijn gereisd. Hij wordt verantwoordelijk geacht voor de dood van 800.000 Serviërs en zigeuners.

Uit een geheim rapport dat in handen kwam van The New York Times is bovendien gebleken dat Amerika na de oorlog een groot aantal nazi’s onderdak heeft geboden, waaronder raketwetenschapper Arthur Rudolph. De CIA regelde voor hen verblijfspapieren en een baan.

www.niburu.nl