Datahandelaren kennen geen terughoudendheid

Een privacyvoorvechter vertelde het Amerikaanse congres over haar ontdekking, dat het gebruikelijk was voor datahandelaren om de namen van verkrachtingsslachtoffers en HIV-patiënten te verkopen voor 7,9 dollarcent per stuk.

Ze deed haar onthullingen tegenover het Amerikaanse Senate Commerce, Science and Transporation Committee. Voorzitter van het World Privacy Forum, Pam Dixon, beschrijft zichzelf als ‘gematigd’ als het op datahandel aankomt, maar schokkende ontdekkingen overtuigden haar ervan dat de sector hard aan regulatie toe is.

“De data-industrie zoals die vandaag de dag bestaat, erkent geen grenzen en kent geen schaamte,” legde ze uit. “Het verkoopt eender welke informatie over wie dan ook, zonder acht te slaan op gevoeligheden, voor 7,9 dollarcent per naam, wat de prijs was voor een lijst van verkrachtingsslachtoffers die onlangs werd verhandeld.”

“Lijsten van verkrachtingsslachtoffers, slachtoffers van huiselijk geweld, thuisadressen van politieagenten, mensen die aan genetische aandoeningen lijden,” vervolgde Dixon. “Compleet met namen, thuisadressen, afkomst, geslacht en vele andere factoren. Dit is wat vandaag de dag verhandeld wordt en circuleert.”

Wat er gebeurt is, dat via online enquêtes en andere methoden die meestal door gebruikers zelf worden ingevuld, mensen vrijwillig deze informatie doorgeven aan websites, terwijl ze denken dat ze geholpen gaan worden.

Ze hebben geen idee dat deze informatie wordt gekoppeld, niet alleen aan een cookie, maar aan hun naam, hun thuisadres en hun telefoonnummer.