<< error >> (our Markdown requires webpage links, not image links, see manual)

Epigenetica: muizen worden bang voor kaas

Epigenetica blijft boeiend. Steeds vaker linken onderzoekers fenotypische kenmerken aan verschil in methylering. Ook zien we nu met regelmaat dat je gedrag kunt verklaren met epigenitische verschillen.

Zo verscheen begin december in Nature Neuroscience een artikel dat beschreef dat je angstige herinneringen kunt doorgeven aan je nageslacht. Onderzoekers uit Atlanta stelden muizen bloot aan acetofenon – een geurstof die veel gebruikt wordt voor parfums en waarmee je geuren kunt samenstellen die moeten lijken op kers, amandel, jasmijn of aardbei. De veelzijdige geur ging steeds gepaard met een stroomstoot. Niet zo plezierig voor de muis, maar onoverkomelijk was het ook niet: de muizen hadden namelijk nog steeds zin om kleine muisjes te maken.

Die volgende generatie bleek nu, zonder ooit met stroomschokken of parfum in aanraking te zijn geweest, ook meteen bang te worden wanneer ze acetofenon roken. En de muizenkleinkinderen waren eveneens angstig door die geur. Het onderzoeksteam stelde hypermethylatie vast van het gen Olfr151 en zag zijn hypothese dat er een mechanisme moet zijn dat angst – voor bijvoorbeeld vijanden - wordt doorgegeven aan het nageslacht bevestigd.

Toch vind ik de methode van de onderzoekers erg cru. Dat komt niet zozeer door de stroom­schokken, maar wel omdat zij acetofenon gebruikten

www.c2w.nl