1. #arbeidsmarkt
  2. #basisinkomen
  3. #conservatieve
  4. #criminaliteit
  5. #kindersterfte
  6. #verzorgingsstaat
  7. #voedselbonnen
  8. Artikelen

Na minder werken, nog een oplossing voor de crisis: gratis geld voor iedereen!

Als je mensen zomaar geld geeft dan doen ze niks meer, denken we vaak. Maar een berg aan wetenschappelijk onderzoek wijst inmiddels het tegendeel uit: gratis geld helpt. Het is tijd voor een radicale hervorming van de verzorgingsstaat.

Londen, mei 2009. Een klein experiment met dertien daklozen gaat van start. Het zijn straatveteranen, stuk voor stuk. Sommigen slapen al meer dan veertig jaar op de koude stenen van The Square Mile, het financiële hart van de wereld. Hun verblijf is niet goedkoop. Politie, justitie, zorg: het prijskaartje van de dertien onruststokers wordt op 2,5 miljoen pond geschat. Ieder jaar weer.

Het kan zo niet langer weet Broadway, een lokale hulporganisatie. Dat voorjaar heeft ze een radicaal besluit genomen. Voortaan krijgen de dertien topzwervers van The City een exclusieve behandeling. Voor hen geldt niet langer het dagmenu van voedselbonnen, gaarkeukens en opvang. Nee, er komt een drastische bail-out, in één klap, en dat op kosten van de belastingbetaler.

Voortaan krijgen de zwervers gewoon gratis geld.

Om precies te zijn: 3.000 pond. Handje contantje, zonder er iets voor terug te hoeven doen. De mannen mogen zelf weten waar ze hun centen aan besteden; de begeleiding is geheel vrijblijvend. Er zijn geen verplichtingen, er worden geen vervelende vragen gesteld. De enige vraag die de zwervers moeten beantwoorden, luidt:

Wat denk je zelf dat goed voor je is?

Een cursus tuinieren

‘Toen het begon had ik geen grote verwachtingen’, herinnerde een hulpverlener zich later.

Maar de wensen van de zwervers bleken alleszins bescheiden. Een telefoon, een paspoort, een woordenboek, een gehoorapparaat – ieder had zo zijn eigen ideeën over wat het beste voor hem was. Geen van de mannen verspilde zijn geld aan drank, drugs of gokken. Sterker nog, de meesten waren overdreven zuinig op hun centen. Na een jaar was er gemiddeld slechts 800 pond uitgegeven.

Neem Simon, die al twintig jaar aan de heroïne zat. De 3000 pond zette zijn leven op zijn kop. Simon kickte af en begon een cursus tuinieren. ‘Om de een of andere reden, voor het eerst in mijn leven, klopte alles’, zei hij later. ‘Ik ben begonnen voor mezelf te zorgen, met wassen en scheren. Ik denk dat ik terugga naar huis. Ik heb twee kinderen.’

Een jaar nadat het experiment was begonnen, hadden elf van de dertien een dak boven het hoofd. Ze accepteerden opvang, volgden cursussen, leerden koken, kickten af, bezochten hun familie en maakten plannen voor de toekomst. ‘Ik was gek op de kou’, herinnerde een van de daklozen zich. ‘Nu heb ik er een hekel aan.’

Na tientallen jaren van vruchteloos duwen, trekken, pamperen, bekeuren, vervolgen en verzorgen waren er elf notoire zwervers, eindelijk, van de straat gehaald. De Joseph Rowntree Foundation heeft een rapport over het experiment geschreven.

Er waren niet alleen elf mensen geholpen, er was ook bezuinigd met een factor vijftig.
Kosten? 50.000 pond per jaar, inclusief het loon van de hulpverleners. Dat wil zeggen: er waren niet alleen elf mensen geholpen, er was ook bezuinigd met een factor vijftig. Zelfs het zakenblad The Economist concludeerde: ‘De efficiëntste manier om geld te besteden aan daklozen is het ze gewoon geven.’

Sinterklaas bestaat

Armen kunnen niet met geld omgaan, denken we vaak. Ze zullen het wel aan hamburgers en Lidl-bier besteden, in plaats van fruit en onderwijs. En dus hebben we allerlei vernuftige hulpprogramma’s opgetuigd, met stapels formulieren, registratiesystemen en een leger aan controleurs. Zeker sinds de crisis is uitgebroken barst het van de initiatieven om fraude met toeslagen en uitkeringen aan te pakken.

‘Je moet werken voor je geld’, is de achterliggende gedachte. De sociale zekerheid is in de afgelopen jaren steeds meer op de arbeidsmarkt afgestemd. Van ‘welfare’ naar ‘workfare’ heet het ook wel: verplicht solliciteren, meedoen aan re-integratietrajecten en aan de slag voor de gemeente. De onderliggende boodschap: gratis geld maakt mensen lui.

Er is één kink in de kabel: arme mensen zijn niet lui.

Maak kennis met Bernard Omondi. Jarenlang werkte hij als steenwerker in een groeve, ergens in het onherbergzame westen van Kenia. Bernard verdiende twee dollar per dag. Totdat, zomaar op een morgen, hij een merkwaardig sms’je kreeg. De boodschap: gefeliciteerd, je krijgt vijfhonderd dollar - bijna een heel jaarsalaris.

Een paar maanden later liep een journalist van The New York Times rond in het dorp van Bernard. Het was alsof de Postcodekanjer was gevallen en iedereen een lot had gekocht. Maar niemand had zijn geld opgezopen. Er waren huizen gerepareerd en bedrijfjes gestart. Bernard verdiende inmiddels zes tot negen dollar per dag met zijn nieuwe Bajai Boxer, een Indiase brommer waar hij passagiers mee rondreed.

‘Wij leggen de keuze in de handen van de armen’, vertelt Michael Faye, oprichter van de achterliggende organisatie GiveDirectly. ‘De waarheid is dat ik meestal geen idee heb wat de armen nodig hebben.’ Toen Google zijn data had bekeken doneerde het direct 2,5 miljoen dollar.

Bernard Lees de reportage van The New York Times hier. en zijn dorpsgenoten zijn allang niet meer de enige geluksvogels. In 2008 besloot de regering van Oeganda een kleine 400 dollar uit te keren aan bijna 12.000 jongeren tussen de 16 en 35 jaar. Gewoon gratis geld – geen gezeur, geen gezeik. De resultaten, vier jaar later, waren verbluffend. Doordat de jongeren hadden geinvesteerd in hun eigen scholing en bedrijfjes, waren hun inkomens met bijna 50 procent gestegen. De kans op een baan was met meer dan 60 procent toegenomen.

Een ander Oegandees programma gaf 150 dollar aan 1.800 arme vrouwen in het noorden van het land. Ook hier schoten de inkomens omhoog. Vrouwen die werden begeleid door een hulpverlener gingen er iets meer op vooruit, maar onderzoekers berekenden later dat het nog effectiever zou zijn geweest om ook het salaris van de hulpverlener gewoon uit te keren.

Studies van over de hele wereld wijzen het inmiddels uit: gratis geld helpt. Er is al een verband aangetoond met minder criminaliteit, minder ongelijkheid, minder kindersterfte, minder ondervoeding, minder tienerzwangerschappen, minder gespijbel, betere schoolprestaties, hogere economische groei en emancipatie. ‘De belangrijkste reden dat mensen arm zijn, is dat ze niet genoeg geld hebben’, merkt ontwikkelingseconoom Charles Kenny droogjes op. ‘Het zou dan ook geen grote verrassing moeten zijn dat het geven van geld een uitstekende manier is om dat probleem te verhelpen.’

Gratis-geldprogramma’s hebben een enorme opmars doorgemaakt.
In het boek Just Give Money to the Poor (2010) geven onderzoekers van de OESO (de denktank van rijke landen) talloze voorbeelden van succesvol strooien met geld. In Namibië vlogen de ondervoeding (min 25 procent), criminaliteit (min 42 procent) en het spijbelen (van 40 naar bijna 0 procent) omlaag. In Malawi knalde het schoolbezoek van meisjes en vrouwen met 40 procent omhoog, waarbij het niet uitmaakte of er wel of geen voorwaarden werden gesteld.

Van Brazilië tot India, van Mexico tot Zuid-Afrika: gratis-geldprogramma’s hebben in de afgelopen tien jaar een enorme opmars doorgemaakt. Toen in 2000 de Millenniumdoelstellingen werden geformuleerd, werden de programma’s nog niet eens genoemd. Maar nu bereikt het geld bijna 1 miljard mensen in meer dan 45 landen.

De OESO-onderzoekers sommen de voordelen op: (1) huishoudens maken goed gebruik van het geld, (2) de armoede neemt af, (3) er zijn veel langetermijnvoordelen qua inkomen, gezondheid en belastingopbrengsten, (4) er wordt niet minder door gewerkt, en (5) de programma’s zijn goedkoper Een presentatie van de bevindingen van de OESO-onderzoekers. dan de alternatieven.

Waarom zouden we dure blanke mensen in SUV’s sturen als we het geld ook gewoon kunnen overmaken? Dan blijft er niets aan de strijkstok van corrupte ambtenaren hangen. En gratis geld stimuleert de hele economie: er wordt meer gekocht, wat de werkgelegenheid doet groeien en de inkomens doet stijgen. In Zuid-Afrika werken de huishoudens die steun krijgen zelfs harder dan de huishoudens zonder steun. Verklaring: ze hebben meer ruimte om in hun eigen bedrijfjes te investeren.

‘Armoede gaat om een gebrek aan cash. Het is geen kwestie van domheid,’ verzucht Joseph Hanlon, een van de auteurs. ‘Je kunt jezelf niet aan je eigen haren uit het moeras trekken als je kaal bent.’

De utopie

Gratis geld: het is geopperd door enkele van de grootste denkers uit de geschiedenis. Thomas More droomde ervan in zijn beroemde Utopia (1516). Talloze economen en filosofen , vaak ook Nobelprijswinnaars, zouden volgen. Onder de voorstanders bevonden zich linkse én rechtse denkers. Zelfs de grondleggers van het neoliberalisme, Friedrich Hayek en Milton Friedman, hebben ervoor gepleit. Artikel 25 van de Universele verklaring van de rechten van de mens (1948) verwijst er direct naar.

Het basisinkomen.

En dan niet slechts voor een paar jaar, alleen in ontwikkelingslanden of louter voor de armen, maar gewoon, gratis geld als mensenrecht voor iedereen. Noem het: ‘de kapitalistische weg naar het communisme’. De typering is van Philippe van Parijs, een Vlaamse filosoof. Een maandelijkse toelage, genoeg om van te leven, zonder er iets voor te hoeven doen. Niemand die controleert of je het goed besteedt, niemand die zich afvraagt of je er wel recht op hebt. Geen wirwar aan toeslagen, uitkeringen en aftrekposten (met torenhoge uitvoeringskosten), maar hoogstens een extra toelage voor ouderen, werklozen en arbeidsongeschikten.

Mincome, Canada

Op de zolder van een pakhuis in Winnipeg, Canada, liggen 1.800 dozen te verstoffen. Het zijn dozen vol met data – grafieken, tabellen, verslagen en interviews – over een van de meest fascinerende sociale experimenten uit de naoorlogse geschiedenis: Mincome.

Evelyn Forget, professor aan de universiteit van Manitoba, hoorde ervan in 2004. Vijf jaar lang probeerde ze het Canadese Nationaal Archief zover te krijgen haar toegang te verschaffen. In 2009 was het zover. Toen Forget de zolder betrad kon ze haar ogen nauwelijks geloven – hier lag een schat aan informatie over precies dat idee waar Thomas More, vijfhonderd jaar eerder, van had gedroomd.

Een van de bijna duizend interviews die in de dozen lag te verstoffen, was met Hugh en Doreen Henderson. Vijfendertig jaar geleden, toen het experiment begon, was hij conciërge op een middelbare school en zorgde zij voor de twee kinderen thuis. Het leven van de familie Henderson was niet makkelijk. Doreen had een moestuin en hield kippen om genoeg voedsel op de plank te krijgen. Iedere dollar werd twee keer omgedraaid.

Vanaf dat moment waren de geldzorgen verleden tijd.
Maar op een dag stonden twee mannen, strak in pak, voor de deur. ‘We moesten een paar formulieren invullen en ze wilden een kijkje nemen in ons huishoudboekje’, herinnerde Doreen zich later. Vanaf dat moment waren de geldzorgen in huize Henderson verleden tijd. Hugh en Doreen werden ingeschreven voor Mincome – het eerste grote sociale experiment in Canada en het grootste experiment met een basisinkomen dat de wereld ooit heeft gezien.

In maart 1973 had de gouverneur van de provincie besloten er 17 miljoen dollar voor uit te trekken. Als locatie koos hij Dauphin, een klein stadje met 13.000 inwoners ten noordwesten van Winnipeg. In de lente van het volgende jaar trok er een leger van onderzoekers naartoe. Economen hielden nauwgezet bij of de inwoners minder gingen werken, sociologen onderzochten het effect op het gezinsleven en antropologen nestelden zich in de gemeenschap om van dichtbij te zien hoe de inwoners zouden reageren.

Iedereen kreeg recht op een basisinkomen dat moest voorkomen dat wie dan ook onder de armoedegrens zou zakken. In de praktijk betekende het dat bij 30 procent van de inwoners, duizend gezinnen in totaal, iedere maand een cheque op de deurmat viel. Voor een gezin van vijf ging het om, omgerekend naar vandaag, 18.000 dollar per jaar. No questions asked.

Vier jaren verstreken toen verkiezingen roet in het eten gooiden.

Een nieuwe, conservatieve regering kwam aan de macht in Canada. Deze zag weinig heil in het kostbare experiment. Nogal problematisch, daar drie kwart door de nationale overheid werd gefinancierd. Toen duidelijk was dat er zelfs geen geld meer was voor een analyse van de resultaten, besloten de onderzoekers het experiment in 1.800 dozen te begraven.

De teleurstelling was groot in Dauphin. Bij de start in 1974 werd Mincome nog gezien als een proef die spoedig nationaal zou worden uitgerold. Maar nu leek het in vergetelheid op te gaan. ‘Politici die ertegen waren wilden geen geld meer besteden aan een analyse die zou bewijzen wat ze al dachten te weten: dat het niet had gewerkt,’ herinnerde een van de onderzoekers zich later. ‘En zij die voor Mincome waren, maakten zich zorgen dat de analyse slecht zou uitpakken. Dan zouden ze nog een paar miljoen hebben verspild en zich nog meer schamen.’

Toen professor Forget voor het eerst van Mincome hoorde, wist niemand hoe het experiment echt had uitgepakt. Maar het toeval wilde dat in 1970 ook Medicare – de nationale zorgverzekering – was ingevoerd. Deze archieven gaven Forget een schat aan data om Dauphin met omliggende steden en andere controlegroepen te vergelijken. Drie jaar lang liet ze allerlei statistische formules los op de gegevens. En wat ze ook deed - steeds kwam ze tot dezelfde conclusie.

Mincome was een overweldigend succes.

Van experiment naar wet

‘Politici vreesden dat mensen zouden stoppen met werken en grote gezinnen zouden krijgen om hun inkomen op te krikken’, vertelt Bekijk hier een lezing van professor Forget over het experiment. Forget.

Maar het tegendeel gebeurde. Jongeren trouwden later en het geboortecijfer daalde. Hun schoolprestaties verbeterden aanzienlijk: het ‘Mincome-cohort’ studeerde beter en sneller. Het totaal aantal arbeidsuren daalde uiteindelijk met slechts 13 procent. Kostwinnaars gingen nauwelijks minder werken, vrouwen gebruikten het basisinkomen voor een paar maanden zwangerschapsverlof en jongeren voor een langere studietijd.

Forgets meest opzienbarende ontdekking: het ziekenhuisbezoek nam met maar liefst 8,5 procent af. Een immense bezuiniging - in Nederland zou het nu minstens zeven miljard euro per jaar opleveren. Na een paar jaar was er ook minder huiselijk geweld en waren er veel minder psychische problemen. Mincome maakte de hele stad gezonder. Forget zag het basisinkomen doorwerken tot in de generaties erna, zowel qua inkomen als gezondheid.

Dauphin, de stad zonder armoede, was een van de vijf Noord-Ameri

decorrespondent.nl

No Rights Apply
0