1. #armoede
  2. #criminaliteit
  3. #dakloze
  4. #demonstreren
  5. #huisuitzetting
  6. #journalist
  7. #spanje
  8. #uitkering
  9. #werkloosheid
  10. Artikelen

<< error >> (our Markdown requires webpage links, not image links, see manual)

Van directeur naar dakloze

Mensen die uit hun woning zijn gezet demonstreren voor een bank van de Bankia-groep, Madrid, 25 oktober 2012. (AFP)

Van directeur naar dakloze

Cristina Fallarás leefde een normaal bestaan als schrijfster en adjunct-directrice van een krant. Maar toen ze in 2008 haar baan verloor, gleed ze af naar de status van werkloze moeder zonder woonruimte. Een tragische wending die in het noodlijdende Spanje zeer veel voorkomt. Presseurop publiceert haar verhaal [1]

29 Juli 2013 LIBÉRATION [2] Mijn naam is Cristina Fallarás en ik ben door de media-aandacht de meest bekende persoon in Spanje geworden die uit haar huis is gezet. Ik had het liever ergens anders over gehad, maar de tijd en het land waarin ik leef dringen dit soort onderwerpen op. Op dinsdag 13 november 2012, om 19.40 uur, een paar uur voor aanvang van de tweede algemene staking vorig jaar in Spanje, belde een individu van de gerechtelijk instantie XX van Barcelona aan bij mijn appartement aan het Plaza Universidad. De politiehelikopters waren al hoorbaar, net als de rotjes van de eerste stakingsposten die gewoonlijk altijd een soort van feeststemming bij ons veroorzaakten.

Een extreem gewelddadige scheur

Vanaf het moment dat mijn zoon Lucas de deur opende en zei: “Mama, er staat een meneer voor de deur” was ik ineens niet meer schrijfster, journaliste en redactrice, maar het slachtoffer van een huisuitzetting
Vanaf het moment dat mijn zoon Lucas de deur opende en zei: “Mama, er staat een meneer voor de deur” was ik ineens niet meer schrijfster, journaliste en redactrice, maar het slachtoffer van een huisuitzetting dat haar verhaal doet in de media. Een rechtstreeks verhaal in de eerste persoon, eenvoudig en efficiënt. Object, onderwerp en analyse, de journalistieke heilige drie-eenheid, alle drie in één.

En dan nu, lezer, stel je een terrein voor dat zo groot is als een land, een oppervlakte zoiets als een pampa.

Stop waar je mee bezig bent en stel het je voor.

Is het gelukt? Goed, stel je dan nu een enorme, onafwendbare en extreem gewelddadig scheur voor. Alsof hij gekrast is door de nagel van een god die de aarde verscheurt, snijdt hij de oppervlakte in tweeën. Uit de scheur komt een ijzige adem tevoorschijn, de adem van de Parcen [de schikgodinnen in de Romeinse mythologie, red.]. Blijf kijken: plotseling stort een van deze twee delen (laten we zeggen dat het om het linkerdeel gaat) in verval uiteen en komt het tot stilstand, al hangende boven een zwart gat. Alle inwoners worden in deze val meegesleurd, ze zijn stomverbaasd en verbijsterd. En ze worden verteerd door schuldgevoelens.

Tevergeefs schrijven over armoede

Ik schrijf van onderaf, vanuit dat ingestorte deel. Ik leef nu al zolang in het donker dat mijn ogen gewend zijn geraakt aan die duisternis en dat ik de nieuwkomers duidelijk kan onderscheiden. Tussen 2009 en 2010 kwamen er twee miljoen werklozen bij. Zij ontvangen niets meer, want in Spanje wordt een werkloosheidsuitkering maar twee jaar lang uitbetaald. En sinds 2011 hebben honderdduizenden ontslagen Spanjaarden zich bij ons aangesloten. We zien ze vallen, we maken plaats voor ze vrij. Wij, die nieuwkomers en wijzelf, weten dat het onvermijdelijk is.

Als ze bij jou thuis nog nooit de elektriciteit of het water, of allebei, hebben afgesloten, dan weet je niet wat armoede is.
Hier onderaan is het moeilijk te zien wie daarboven is gebleven, dat vergt wat geheugengymnastiek. Wij weten hoe ze leven, wat ze eten, wat ze kopen, hoe ze zich kleden en voortbewegen, want niet zo lang geleden waren wij daar ook nog. Maar ellende doet je dingen vergeten, die vergetelheid redt ons geloof ik een beetje. Degenen die zich daarboven bevinden, die kijken echter niet naar ons. Dat kunnen ze niet. Dan blijft over de journalisten, de verslaggevers, die tevergeefs proberen te schrijven over de armoede, de ontruimingen, het waarom van een bepaalde zelfmoord. Hoe zijn ze daartoe in staat? Als ze bij jou thuis nog nooit de elektriciteit of het water, of allebei, hebben afgesloten, dan weet je niet wat armoede is. Daarom kan ik nu van dienst zijn, een uit haar huis gezette journaliste die haar verhaal doet.

Ontruiming overvalt je

Natuurlijk ben ik zelf ook nogal verbaasd dat ik daar nu ben, daar beneden. Een ontruiming is een langdurig proces dat begint met een ontslag, maar wat je overvalt, alsof je ineens in je blootje staat. Naakt, temidden van die grote laan waar we bij zonsopgang liggend in een deuk en straal bezopen met de taxi doorheen reden. Iedere dag, rond zes uur ’s ochtends, gaat mijn wekkerradio op m’n nachtkastje af, ik hoor iets dat me een stomp in m’n gezicht geeft en me naar de douche duwt. Ik moet mijn brood verdienen om te leven. Het leven is je niet gegeven, je moet het verdienen. En als je niet genoeg verdient, verlies je dan je leven? Dag in dag uit, als ik daar naakt sta, overvalt die gedachte me.

Mensen die hun woning zijn uitgezet, voor een leeg gebouw dat gekraakt is door de beweging Corralia Utopia, alwaar ze onderdak hebben gevonden. Sevilla, 30 mei 2013. (Jasper Juinen / Getty images)

Ik schreef dat het iedereen kan overkomen. Ik schreef dat mijn kinderen onder de armoedegrens leven. En op 25 januari 2012 schreef ik in het dagblad El Mundo ook dat ik me te huur aanbied.

“43-jarige, blanke vrouw, schrijfster en redactrice. Lengte 1,69 meter, gewicht 60 kilo, gekleurd rood haar, blauwe ogen. Universitaire opleiding, 25-jarige journalistieke carrière met ervaring bij vier grote Spaanse dagbladen, vier radio- en drie televisiezenders. Zes gepubliceerde boeken, waaronder vier romans waarvan er drie bekroond zijn. Ervaring in het opzetten van redacties, teams, pr-campagnes, het maken van webpagina’s, het bereiden van Madrileense stoofpot en het voorlezen van Gil de Biedma. Vaardigheden in het schrijven/praten over litteratuur, politiek, economie, koken, seks, geweld, uitgeverij, familie(problematiek), werkloosheid, criminaliteit, vakbonden en straf – in de brede zin van het woord. In te huren om: na te denken, een huis te onderhouden, zelfs als ik dan bijvoorbeeld ook kool zou moeten oogsten. Het schrijven van allerlei soorten teksten, fictie, non-fictie en correspondentie inbegrepen. Ook opdrachten zonder auteursvermelding […]. Dieren uitlaten, of liever mensen begeleiden bij uitjes, gesprekken met hun voeren, het voorbereiden van (on)gehoorzaamheidsacties voor de publieke of private sector... Iedere andere dienst, die niet in bovenstaande lijst staat, zal vriendelijk in overweging worden genomen. Tarieven in overleg. Geïnteresseerd? Stuur een mail naar cristinasealquila@gmail.com. Verzoeken voor geslachtsgemeenschap, orale seks, strippen of een combinatie hiervan worden niet in beschouwing genomen”.

Bijna niemand nam mijn advertentie serieus

Je voelt je naakt en doodsbang, maar je moet erover praten. Je moet de bangheid uitdrukken, de angst onder woorden brengen en vertellen over de schuldgevoelens
Ondanks de uitdrukkelijke opsomming ontving ik veel reacties met verzoeken voor seksuele praktijken, soms heel fantasierijk. Bijna niemand nam mijn advertentie serieus. Toch was het serieus bedoeld, zoals alles wat ik in de krant schrijf en publiceer. Mijn aanbod was net zo echt als de elektriciteit die een maand later werd afgesloten en het muntgeld dat ik tel om de melk voor het ontbijt te kopen. Dit soort dingen moet je meegemaakt hebben om ze te kunnen begrijpen, om je er bewust van te zijn. Ik dacht dus dat ik me er bewust van was, maar toen die man me dat ontruimingsbevel overhandigde, verstijfde ik toch ter plekke, een schok die tegelijkertijd een soort veerkracht veroorzaakte en me in beweging bracht. Je voelt je naakt en doodsbang, maar je moet erover praten. Je moet de bangheid uitdrukken, de angst onder woorden brengen en vertellen over de schuldgevoelens.

Een crisis kan nooit zo lang duren

Ik heet dus Cristina Fallarás, de uit haar huis gezette journaliste die haar verhaal doet. Precies vier jaar voordat ik het besluit nam mijn verhaal te doen, namelijk op een zachte novemberochtend om 10 uur ’s ochtends, om precies te zijn op 17 november 2008, werd ik ontslagen door de directeur van het dagblad ADN, een gratis krant die in december 2011 voor het laatst van de persen rolde. Ik was daar adjunct-directrice en acht maanden zwanger. Op dat moment telde Spanje 2.500.000 werklozen – dat vonden we toen vreselijk, wat een grap – , en de meest onheilspellende voortekeningen duidden erop dat deze latente crisis zou voortduren tot in 2010, of misschien tot begin 2011. Wat een onzin, zeiden we in koor, een crisis kan nooit zo lang duren. De regering van José Luis Rodríguez Zapatero had het over de ‘eerste lenteknoppen’, we zouden het dieptepunt hebben bereikt en alles zou snel weer opbloeien. Korte tijd later pompte de socialistische premier miljarden euro’s in de Spaanse banken. Allemaal overheidsgeld.

Hadden we die reis maar niet gemaakt

Hier begon in feit mijn uithuiszetting, het begon met dat ontslag. Half november 2012 zette El País 129 journalisten op straat. Ik weet nog dat ik toen dacht: nog meer mensen om uit huis gezet te worden, toe maar, kom maar naar beneden, plaats genoeg. Als veteraan weet ik wat de verschillende fases zijn. Namelijk:

Fase 1. Ik verdien beter dan dit, ik heb tenslotte veel werkervaring. Ik heb een ontslagvergoeding, een leuk bedrag, en ik ontvang minstens anderhalf jaar lang een werkloosheidsuitkering. Ik trek twee maanden uit om bij te komen en deze belediging in te slikken. Deze fase duurt minstens een jaar.

Fase 2. Binnenkort ontvang ik geen uitkering meer... hadden we die reis maar niet gemaakt. We gaan besparen op eten en kleding. De kinderen krijgen voorrang, zij mogen er niets van merken. Ik moet iets oprichten, een adviesbureau, een bedrijfje, een communicatiebureau. Ik gebruik het laatste geld van m’n ontslagvergoeding om de toekomst van m’n familie te waarborgen. Die verdomde politici ook. Deze tweede fase duurt het hele tweede jaar.

Vlees is alleen voor de kinderen

Fase 3. Kids, geen vakantie dit jaar. Schat, we verkopen de auto. Verdomme, die werkloosheidsuitkering is nu al afgelopen. Nu kopen we alleen nog maar de goedkoopste merken. Onbeperkt rijst voor de volwassen, maar geen nieuwe kleren. Het bedrijfje werpt nog geen vruchten af, hoe kan het in een paar maanden tijd winstgevend worden? Ben ik misschien toch niet zo’n goede deskundige? En waarom vindt m’n vriend geen werk? Misschien doet hij niet genoeg moeite. Ik heb kalmeringspillen nodig. Als ik een politicus op straat tegenkom, geef ik hem een dreun. En anders geef ik die wel aan de bankmedewerker. Als ze me nog een keer bellen vanwege de onbetaalde huur, dan ontplof ik. Ik heb nog steeds kalmeringspillen nodig. De derde fase beslaat tweederde van het derde jaar.

Fase 4. Ik heb sterkere kalmeringspillen nodig. We hebben al maanden de huur, het water en de elektriciteit niet betaald. De bank reageert niet meer. Schat, het vlees is alleen voor de kinderen, zeg ik tegen mijn partner. Ik lijk wel te verouderen waar ik bij sta! Niemand belt me nog. Ik ga naar de supermarkt, jij let op de caissière als ik een tube tandpasta en scheermesjes onder m’n jas verberg, zeg ik tegen mijn vriend. De vierde fase eindigt met de uitzetting. En wat er dan nog van je over is, zijn slechts wat statistieken.

Demonstratie tegen een uithuiszetting in Barcelona in 2011. (David Ramos / Getty Images)
Demonstratie tegen een uithuiszetting in Barcelona in 2011. (David Ramos / Getty Images)

Laat ik terugkomen op dat moment waarop alles veranderde. “Mama, er staat een meneer voor de deur”. Terwijl de helikopters hun soundtrack toevoegen aan de dreigende algemene staking, leg ik de paperassen van de rechtbank op een tafel en maak ik aanstalten een stuk te schrijven voor mijn weblog op de website van El Mundo – je moet erover praten, vertellen is een noodzaak, het redt ons -, een stuk dat veel te lang, een hele dag, op de homepage bleef staan. Het artikel heet “Mijn uitzetting is een feit”.

’s Ochtends, als ik in m’n eentje thuis werk, doe ik de deur niet open. ’s Ochtends staat er alleen maar slecht nieuws voor de deur. Maar om 19.40 uur staan er meestal vrienden of een buur voor de deur.

Als ik op de overloop voor die man sta, weet ik al waarvoor hij komt.

“Ik kom u een brief overhandigen van de rechtbank”.

Onder zijn rechterarm houdt hij een dik pakket papier vast, met zijn linkerhand overhandigt hij me een brief.

-“Is dit het uitzettingsbevel?”

Daar wacht ik al een tijdje op, namelijk sinds de bank me heeft verteld dat als ik wil weten hoe het met mijn schulden zit, ik maar beter contact op kan nemen met de juridische afdeling. Als de bank het heeft over ‘de juridische afdeling’, dan weet je dat de zaak is overhandigd aan een afdeling die er andere termen op nahoudt. Het overweldigt je met hetzelfde gevoel als dat van een tiener tegen wie iemand zegt: “dat zijn zaken voor volwassenen”. Zoiets moet je als tiener beleven. Ze horen het aan, maar de essentie ervan ontgaat ze.

“Ja, min of meer, zegt hij aarzelend. U moet zich melden bij de rechtbank en dit ondertekenen.”

-“En als ik niet teken?”

-“Dat komt op hetzelfde neer.”

De eerste rotjes verhitten de algemene staking die een of andere slimmerik heeft omgedoopt tot ‘politieke staking’, alsof het iets anders zou kunnen zijn.

-“Kinderen, hup, de woonkamer in.”

Op straat gezet

Ik teken alles en neem het pak papier aan. Rechtbank voor civiel recht, Barcelona, 111, Gran Via de les Corts Catalanes. Executieprocedure van de hypothecaire garantie xxx/2012 Sectie 2 C. Verzoekende partij Banco Bilbao Vizcaya Argentaria, SA. Officier van justitie Irene Sola Sole. Schuldplichtige partij Cristina Fallarás Sánchez. De namen van de verzoeker en die van de officier van justitie zijn in hoofdletters geschreven, die van mij in kleine letters.

En dan ontstaat er een buzz op Facebook en Twitter, en ook hebben radio en televisie er lucht van genomen, iedereen is naar me op zoek. De telefoon gaat. Het is de televisieproducent van een avondprogramma. Hij wil hoge kijkcijfers.

“Hoi Cristina, we hebben je verhaal gelezen en we willen je uitnodigen voor ons debatprogramma”.

-“Ik ben dan in Madrid om deel te nemen aan het literaire festival Eñe.”

-“We

www.dewaarheid.nu

No Rights Apply
0