1. #amerika
  2. #antropoceen
  3. #atrazine
  4. #bpa
  5. #chemicalien
  6. #epa
  7. #gezondheid
  8. #hormoonverstoorders
  9. #man-made-chemicals
  10. #mens
  11. #milieu
  12. #overheid
  13. #paracelsus
  14. Artikelen

Milieuwaakhond VS: giftige hormoonverstoorders zijn geen probleem

De milieuwaakhond uit de VS, EPA (Environmental Protection Agency) kwam onlangs met een opmerkelijke conclcusie: de testmethoden, die gebaseerd zijn op de Middeleeuwse stelling van Paracelsus: de dosis bepaalt het gif, zijn goed genoeg voor het detecteren en het beschrijven van de relatief nieuwe wetenschap van hormoonverstoorders oftewel endocriene disruptors.

Deze vreemde conclusie van de EPA komt als reactie op een vorig jaar verschenen publicatie van 12 wetenschappers. In de publicatie hebben de wetenschappers kritiek op de decennia oude testmethoden die de veiligheid van chemicaliën voor mens en milieu garanderen.

Waar de wetenschappers vooral moeite mee heben is de aanname van de EPA dat de curves, zoals beschreven in de stelling van Paracelsus, vrijwel lineair zijn, dit zijn de zogenaamde curves die een monotone functie bezitten. Bij dierproeven worden de dieren blootgesteld aan een hoge concentratie man-made chemical, vervolgens worden de resultaten zonder blikken of blozen geextrapoleerd naar lage concentraties (red. het lijkt wel economie).

Nieuwe wetenschappelijke inzichten waarschuwen juist ervoor dat bij hele lage concentraties de curve een niet of non-monotone functie bezit. De schadelijke effecten bij een lage dosis kunnen weleens veel groter zijn dan bij een hogere dosis wordt aangenomen. De huidige toegepaste wetenschap schiet dus tekort.

Monotone en niet of non-monotone curves

Er bestaan vele tientallen verbindingen welke in het lichaam oestrogeen, testosteron of schildklierhormonen kunnen imiteren of blokkeren. Deze vindt men terug in het milieu, voedsel, pesticiden en vele consumentenproducten. Juist de veronderstelling dat deze chemicaliën reeds schadelijk zijn bij een hele lage dosis vormt de basis van heftige discussies.

De EPA schrijven in afgelopen week verschenen rapport dat zulke lage dosis effecten kunnen plaatsvinden in biologische systemen maar deze zijn vrij zeldzaam. Op dit moment bestaat er geen reproduceerbaar bewijs. De effecten die in de labtesten worden gevonden worden niet waargenomen in de natuur. Daarom voldoen de huidige testmethoden aan de eisen.

De schrijvers van het EPA rapport (wetenschappers en managers) kregen hulp van de collega’s van de voedselwaakhond FDA (Food and Drugs Administration), NIEHS (National Institute of Environmental Health Sciences) en NICHD (National Institute of Child Health and Development). Deze overheidsmensen onderzochten de 'nieuwste' wetenschappelijke inzichten over hormoonverstorende man-made chemicals. Het rapport werd trots ondertekend door Robert Kavlock (EPA’s Deputy Assistant Administrator for Science).

R. Kavlock aan het werk

Het overheidsteam werd in het leven geroepen in juni 2012, dit als reactie op een publicatie in het wetenschappelijke tijdschrift Endocrine Reviews uit februari 2012. Hoofdauteur was Laura Vandenberg (Tufts University) en senior auteur Pete Myers (oprichter van Environmental Health News en wetensachapper bij Environmental Health Sciences).

Net als de publicatie van Vandenberg en Myers zal het EPA rapport de komende maanden worden peer-reviewed. Dit zal worden uitgevoerd door een panel van de National Academies of Sciences.

Opvallend is de reactie van de lobbyclub van de chemische indsutrie, de American Chemistry Council (ACC), er was alleen maar lof voor de conclusies van de EPA. Volgens de ACC bevestigt de EPA alleen maar wat de mainstream (red. het staat er echt) wetenschappers al jaren verkondigen: de wetenschappelijke bewijzen voor de schadelijke effecten van hormoonverstoorders zijn op zijn best, zwak te noemen.

Vandenberg aan de andere kant is blij met de erkenning van de EPA over het bestaan van hormoonverstorende effecten van chemicaliën bij een hele lage dosis. De niet monotone curve wordt nu voor het eerst door overheid en industrie geaccepteerd. Het is een kleine stap voorwaarts en de komende jaren zullen meer en meer wetenschappelijke bewijzen worden verzameld over de hormoonverstorende effecten van man-made chemicals. Maar ze benadrukt dat politieke druk van de industrie wel degelijk invloed heeft op de conclusies van de EPA en kornuiten.

Het Geloof van de EPA dat een testmethode bij een hoge dosis een voorspellende waarde bezit over de veiligheid bij een lage dosis is compleet in tegenspraak met de wetenschappelijke opvatting over de werkingswijze van hormonen, vertelt Vandenburg. De giftigheid bij blootstelling aan een hoge dosis man-made chemicals zegt niets over de hormonale effecten, welke zich een compleet ander wetenschappelijk gebied bevinden, de blootstelling aan een hele lage dosis (red.: reductionistische werkwijze van de toegepaste industriële wetenschap, men werkt naar het gewenste doel toe).

In de publicatie uit februari 2012 leggen Vandenburg en collega’s uit dat man-made chemicals, zoals bisfenol A (gebruikt als bouwsteen in plastic, coating in blik en thermisch papier), atrazine (een veelgebruikt pesticide), onvoldoende getest zijn om de veiligheid van mens en milieu te garanderen.

Eén van de conclusies van de publicatie van Vandenberg et al.: epidemiologische studies tonen reeds aan dat blootstelling in het milieu aan man-made chemicals verantwoordelijk zijn voor ziektes en afwijkingen. Er worden vele effecten in mensen waargenomen, onvruchtbaarheid, hart- en vaatziekten, obesitas en kanker zijn slechts voorbeelden.

Volgens Vandenberg gebruikt de EPA in het rapport bijvoorbeeld de verouderde risicobeoordelingen over atrazine als bewijs. Juist nieuwe onderzoeken van tientallen wetenschappers moeten meegenomen worden in nieuwe risicobeoordelingen. Wereldwijd worden effecten van het gebruik van deeze pesticide waargenomen in amfibiën, reptielen, vissen, vogels en zoogdieren.

Ook het gebruikte bewijs van de EPA over de onschadelijkheid van bisfenol A op de prostaat zijn al jaren verouderd. Vandenburg: de industrie sponsort studies waarbij de wetenschappelijke werkwijze, onafhankelijke waarneming, niet serieus wordt genomen. Het resultaat is voor uitvoering van het daadwerkelijke experiment al bekend. Dat juist zulke gegevens in een overheidsrapport worden gebruikt toont aan dat de integriteit ver te zoeken is ……

Hieronder een onderhoudende youtube over de hormoonverstorende effecten van onderr andere BPA en atrazine.

www.environmentalhealthnews.org

Some Rights Reserved (CC BY-SA 4.0)
0