1. #behandeling
  2. #farmaceutische-industrie
  3. #gezondheid
  4. #kanker
  5. #kankerpatienten
  6. #kwakzalverij
  7. #therapie
  8. #vitamine-b17
  9. #voorkomen
  10. #wetenschap
  11. Artikelen

<< error >> (our Markdown requires valid webpage links, not image links, see manual)

Pleidooi voor biologische kankerbestrijding

Sinds ongeveer 100 jaar zien we op alle mogelijke terreinen, dank zij onderzoek, een geweldige vooruitgang. Gebeurde 100 jaar geleden nog de meest vreemde ongelukken omdat pioniers probeerden met zelf gebouwde structuren de zwaartekracht te trotseren en zich in de lucht te begeven, enkele decennia later vliegt de mens naar de maan en terug. Denk ook aan de vooruitgang in de communicatietechnologie: van telefoon via telegrafie en fax naar de modernste computers. Van oriëntatie door middel van ?sterrenschieten? tot de moderne navigatiesystemen. Overal zien we een explosie van nieuwe vindingen en ontwikkelingen, en naar de toekomst neemt de versnelling in de vooruitgang alleen maar toe.

Op deze algemene regel is naar mijn weten maar één opvallende uitzondering. 100 Jaar kankeronderzoek heeft geen enkel belangrijk feit opgeleverd. Niet omdat er niet voldoende aandacht is voor dit onderwerp. Er zijn vermogens in miljardenbedragen in dit onderzoek geïnvesteerd. Er werken meer mensen in het kankeronderzoek en de hulp aan kankerpatiënten dan het totaal aantal kankerpatiënten. Maar in 1971 zou er een definitieve slag aan kanker worden toegebracht. Richard Nixon kondigde zijn plan ?war on cancer? af, en stopte nogmaals miljarden in de onderzoekspot. Toen in 1978 die miljarden op waren bleek het aantal Amerikanen dat aan kanker stierf van 1 op 6 in 1971 te zijn toegenomen tot 1 op 5.

Vanaf het begin van het kankeronderzoek bedraagt de toename van het aantal kankerpatiënten maar liefst 1300%, en men verwacht dat over 20 jaar bijna 50% van alle sterfgevallen het gevolg zal zijn van de ziekte kanker. Naarmate het aantal slachtoffers toeneemt, neemt ook de bereidheid van de bevolking toe nog meer miljarden te verzamelen voor nog meer onderzoek, waarvan later zal blijken dat het andermaal niets heeft opgeleverd. Zo gaat het inmiddels al 100 jaar, en het wordt tijd man en paard te noemen.

100 Jaar kankeronderzoek in de meest geperfectioneerde laboratoria, gesteund door talloze miljarden, en dan nog niet in staat zijn om een sluitende en alomvattende definitie van kanker te geven, dat is niet normaal! Steeds vaker lees en hoor je de opmerking dat de oplossing van het kankerprobleem voor veel onderzoekers het einde zou betekenen van nieuwe professoraten, van onderscheidingen en onderzoekbaantjes. Stel dat het kankerprobleem wordt opgelost, dan verdwijnen al die voordelen en privileges en stopt de miljardenstroom; daar zit toch niemand op te wachten. Jawel, daar zit de hele maatschappij op te wachten. Zoals het nu gaat levert noch het kankeronderzoek noch de kankertherapie enig resultaat van betekenis op. Want ook de behandeling van kankerpatiënten is meer een kwestie van ?trial and error? dan van objectief weten. Lees bijvoorbeeld van S. Mukkerjee ?Kanker de keizer aller ziektes? een biografie van kanker, en huiver. Het is werkelijk onvoorstelbaar met wat voor gemak kankerpatiënten aan de meest gruwelijke behandelingen mogen worden blootgesteld, zonder ook maar een schijntje wetenschap. De meest agressieve en celdodende stoffen worden bij grote aantallen patiënten ingebracht waarvan het overgrote deel dood en doodziek aan hun eind komt. Met als resultaat dat ook nu nog maar 2% van de patiënten met gemetastaseerde kanker na zo?n behandeling na enige tijd nog in leven is. Zó kan het dus echt niet, en het wordt de hoogste tijd dat het kankeronderzoek ruiterlijk toegeeft dat ze op het punt van faillissement is aangekomen. Voor de nabije toekomst, en dat mag niet te lang worden uitgesteld, dienen de onderzoekers hun vraagstelling te heroverwegen om op een totaal andere wijze het probleem te gaan benaderen.

Op zoek naar een nieuwe werkhypothese.

De onderzoekhypothese van nu gaat uit van de gedachte dat kanker zijn oorsprong vindt in een ontspoorde, kwaadaardige cel. Zou het zó kunnen zijn dat dit vertrekpunt onjuist is en er een andere werkhypothese voor voortgezet kankeronderzoek moet worden bedacht. Maar mogelijk hoeft deze hypothese niet meer te worden bedacht, maar bestaat hij reeds en ligt klaar voor nader onderzoek.

Het kan niet waar zijn, gezien de enorme aantallen sterfgevallen door de ziekte kanker en de enorme groei in het vóórkomen van deze ziekte, dat het kankeronderzoek het enig echte en onaantastbare kader vormt voor de bestudering van de ziekte kanker. Men heeft het hele onderzoek toegespitst op het bestrijden van de agressieve cellen maar men bekommert zich niet over de oorzaak van het feit waarom die celletjes zich zo raar gaan gedragen. Het zal voor iedereen duidelijk zijn, dat de bestrijding van de uit de pas lopende cellen, zonder zich te bekommeren om de oorzaak van deze afwijking, een naar de toekomst toe heilloze weg is.

Gelukkig staan er altijd weer mensen op die bereid zijn tegen de stroom in te roeien en die zich wel de vraag naar de oorzaak van kanker durven te stellen. Een van deze bewonderenswaardige onderzoekers is zonder twijfel Dr. Alfons Weber. Hij was huisarts in Erdinge, Bayern, D.. Zoals zo vaak bij dit soort private onderzoekers is het vooral de vasthoudendheid en de eigenwijsheid die uiteindelijk tot een nieuwe benadering kan leiden. Hoe zo?n onderzoeker er toe komt juist dit probleem tot onderwerp van onderzoek te maken, zal wel altijd een geheim blijven. Ook Weber heeft om een of andere reden het plan opgevat om bloedmonsters onder zijn microscoop zorgvuldig te bestuderen. Normaal is in een bloedpreparaat, naast de gewone bloeddeeltjes, niets bijzonders te zien. Maar Weber heeft allerlei technieken uitgedacht waardoor hij een transparanter beeld kreeg. Hij ontdekte in vrijwel alle bloedmonsters de aanwezigheid van kleine bloedparasieten die zich normaal onzichtbaar in de rode bloedlichaampjes ophouden. De rode bloedkleurstof, het hemoglobine, maakt het normaal onmogelijk die parasieten waar te nemen. Verdere bestudering wijst er op dat we hier te doen hebben met een ziekmakend organisme, en volgens Weber, met de oorzaak van tenminste een groot aantal vormen van kanker. Weber publiceert in 1967 zijn bevindingen onder de titel ?Über die Ursache der Krebskrankheit?.

De publicatie bleef niet onopgemerkt, maar in welke sfeer het werk van Weber door de gevestigde orde werd bekeken blijkt wel uit het feit, dat drie gerenommeerde onderzoekers van het Pettenkofer-Instituut te München, Weber opzochten en met hem samen de technieken van het bloedonderzoek tot in de puntjes hebben bekeken. Terug in München hebben toen de doktoren Uebbing, Schierz en Winter een grote reeks proeven uitgevoerd, en een publicatie het licht laten zien in ?Ärztlichen Praxis? van 1970, onder de titel: ?ungewöhnliche korpuskuläre Elementen im Blut?. De naam van Dr. Weber komt in de hele publicatie niet voor.

Dan volgt er een periode van bagatellisering en zelfs ontkenning van de bevindingen van Weber. Deze gaat echter gewoon door met zijn onderzoek en zet zijn waarnemingen achtereenvolgens op film en op video.
Alle bijzonderheden rondom Weber zijn door Ernst Wollenberg in zijn boek :?krebsbankrott? (2003) nauwkeurig beschreven. Ook via internet zijn de opnamen van de bewegende bloedparasieten te zien.

(onder Dr. Alfons Weber).

Gezien de overeenkomsten tussen de bloedparasieten en de veroorzaker van Malaria, heeft Weber getracht de parasieten met Kininepreparaten te bestrijden in de hoop daarmee kankerpatiënten te helpen. Daarop werd zijn artsenpraktijk gesloten en werd zijn artsenbevoegdheid ingetrokken. Zelfs hebben zijn collega?s via een handtekeningen actie, getracht hem in een psychiatrische kliniek te laten opnemen. De kliniek zag echter geen reden hem daar vast te houden. Zó vergaat het de pionier!

Weber toont met zijn proeven duidelijk en overtuigend aan, dat de parasieten bij verhitting tot 160°C. weer snel actief zijn en dat ook bestraling en chemische stoffen welhaast geen invloed op de levenskracht van de diertjes hebben. Primitief maar zeer resistent.

Het zou geweldig zijn als eindelijk eens een onderzoekteam zich met de relatie tussen de met zekerheid aangetoonde parasieten, en het ontstaan van kanker zou gaan bezig houden. Die kans is klein, maar hoop doet leven.

Is er verband tussen de parasieten van Weber en chronische aandoeningen?

De rol van de parasieten bij het ontstaan van kanker hoeft niet de enige invloed te zijn. Ook bij allerlei andere chronische aandoeningen, waarbij het medisch handelen met lege handen staat en hooguit met pijnbestrijding de aandoening draaglijk kan maken, kan de parasiet best een beslissende rol spelen.

E. Wollenberg stelt een zeer principiële vraag: Hoe kan het bestaan dat bijvoorbeeld twee afschuwelijke ziekten, die zo?n 100 jaar geleden redelijk zeldzaam waren, Alzheimer en Kanker, zo verschrikkelijk om zich heen grijpen, en het wordt alsmaar erger. Men verwacht dat in 2050 een half miljoen mensen in Nederland aan Alzheimer zullen lijden.

Onder natuurlijke omstandigheden zullen veel van de beschreven ziekteverwekkers in ons bloed, door een goed werkend afweersysteem worden uitgeschakeld. Het zal duidelijk zijn dat voor het op peil houden van het afweersysteem een goede en volledige voeding noodzakelijk is. Door de industriële activiteit is onze bodem zó in verval geraakt dat dit terug te vinden is in onze voeding. Wortelen bevatten nog slechts 43% magnesium van wat vroeger normaal was, aardappels nog maar 30% van het calcium en aardbeien nog 33% van het vitamine C en een appel nog maar 20% vitamine C, enz. Dit zijn zulke lage waarden, dat het bijna onmogelijk is tot een volledige voeding te komen. Ons afweersysteem kunnen we derhalve niet op niveau houden, en dat zal zeker een stijging van de sterfte aan kanker voor een deel kunnen verklaren. Maar zo?n enorme toename (1300% voor kanker de laatste 100 jaar) is daar niet mee te verklaren. Er moet nog een andere oorzaak aan te wijzen zijn.

Hierbij denken we aan de ?gekke-koeien-ziekte? of BSE. Doordat het weefsel van de zieke dieren zogenaamde prionen bevatten, die net als de parasieten van Weber een verhitting van 160° C kunnen overleven, werd het diermeel dat van de gedode dieren werd gemaakt een bron van verspreiding van die aandoening. Omdat ook de mens, na consumptie van het geïnfecteerde rundvlees met prionen, werd geïnfecteerd, en verschijnselen ging vertonen die veel overeenkomt vertoonden met het Creutzfeld-Jacob-syndroom werden snel maatregelen genomen en werd het gebruik van diermeel in de voeding van de dieren verboden. BSE is ingedamd en dus gaan er stemmen op om diermeel in diervoeding weer toe te staan. Maar zoals prionen zich via diervoeding kunnen verspreiden kunnen ook de parasieten van Weber dat doen. In het diermeel worden alle kadavers verwerkt die aan het bedrijf worden aangeboden. Het drogen gebeurt bij een temperatuur van 60°C, dus de parasieten van een dier met kanker komen in het diermeel terecht en zijn levensvatbaar. Op deze wijze verspreiden de parasieten zich over alle dieren die dat meel te eten krijgen, en zullen wij mogelijk ook geïnfecteerd worden. Een klein wondje tussen mond en anus is genoeg om de parasiet de gelegenheid te geven binnen te dringen. We moeten er van uitgaan dat alle vissen, vogels en zoogdieren die door ons gekweekt en gegeten worden, dragers zijn van de kankerparasieten volgens Weber. Het is de opdracht voor ons afweersysteem de infectie onschadelijk te maken.

De combinatie van een verzwakt afweersysteem met het voortdurend geïnfecteerd worden met nieuwe kankerparasieten kan er mede oorzaak van zijn dat kanker met 1300% is toegenomen. Neem daarbij ook de deplorabele staat van onze voedselkeuze en je hebt een mogelijke verklaring voor de toename van allerlei chronische aandoeningen en beschavingsziekten.

Samenvatting

Samenvattend kunnen we het volgende concluderen: Het regulier medisch kankeronderzoek heeft als enig resultaat dat het aantal kankerpatiënten op een onaanvaardbare wijze stijgt. Dit komt omdat men in deze kringen zich uitsluitend concentreert op de zieke cellen, maar niet durft om te schakelen naar de bestudering van de oorzaken als gevolg waarvan de cellen ziek zijn geworden. Dr. Weber heeft duidelijk aangetoond dat in alle zieke cellen en weefsels die door kanker zijn overvallen altijd kleine organismen worden aangetroffen die hij verantwoordelijk stelt voor de aandoening. Deze parasieten zijn ongevoelig voor bestraling, chemische stoffen en overleven verhitting to boven 160° C. Deze kankerparasieten krijgen door slechte leefomstandigheden, milieu en voeding, de kans om door ons afweersysteem hen te breken en zich snel te ontwikkelen. Daarbij kan een gezonde cel in een kankercel worden omgevormd.

Het onderzoekresultaat van Dr. Weber zijn in publicaties en video beelden makkelijk toegankelijk. Wollenberg geeft in zijn boek een volledig overzicht van de bij de proeven horende recepturen, zodat de proeven door iedere onderzoeker makkelijk kunnen worden herhaald.

Kanker komt steeds dichter bij.

Ieder van ons zal in de nabije toekomst, met zekerheid, met de ziekte kanker worden geconfronteerd, het zij doordat bij vrienden of kennissen, of bij de directe familie de diagnose kanker wordt gesteld. Het aantal nieuwe kankergevallen per jaar neemt zó snel toe, dat het onwaarschijnlijk wordt dat er over een aantal jaren binnen een familie geen kankerpatiënt aanwezig zal zijn. Maar ook al komt de ziekte om ons heen zo vaak voor, en zijn we er zo mee vertrouwd dat we durven te spreken van kanker en niet meer alleen de k gebruiken om de ziekte aan te duiden, voor de nieuwe patiënt zal de reactie op de eerste diagnose er een zijn van intense angst. Ook al verschijnen er in de media met de regelmaat van de klok allerlei berichten over de vooruitgang in de behandeling van kankerpatiënten, ook dat kan die angst niet weg nemen. We komen te veel mensen om ons heen tegen, jong maar vooral oud, die ondanks het hele repertoire van de behandelingen, aan de ziekte kanker zijn gestorven. Vaak was voor hen de weg naar de dood zo gruwelijk, dat de dood als een verlossing kwam. En dus heeft kanker nog steeds het imago van een gruwelijke, ongeneeslijke ziekte die langs een lijdensweg naar een roemloos einde voert. ?Hij/zij heeft de strijd niet kunnen winnen? lezen we dan in het overlijdensbericht alsof dat ook maar iets met de therapie te maken heeft. Met zo?n frase leg je de schuld van het overlijden ook nog gedeeltelijk bij de patiënt, hij had harder tegen de ziekte moeten vechten, terwijl het duidelijk is, dat de orthodoxe medische behandeling, maar weer eens, schromelijk te kort geschoten is.

Vanaf het moment dat de nieuwe patiënt via zijn meevoelende huisarts in het ziekenhuis wordt opgenomen, verandert de actieve, kritische persoon in een passief slachtoffer, terwijl het voor de behandelend arts, die alles zal proberen om de patiënt tot rust te brengen, niet veel anders is dan dagelijkse routine en protocol. Alles komt over de patiënt heen onder het mom van noodzakelijkheid. Een biopsie gevolgd door een operatie om de tumor te verwijderen. Allemaal doordacht en voor het minimaliseren van het tumorweefsel heel juist. Dan wordt de patiënt medegedeeld dat bestraling noodzakelijk is, mogelijk aangevuld met chemotherapie. Steeds meer patiënten zullen op dat moment bescheiden informeren of een dergelijke voortgezette behandeling niet vervangen kan worden door een zachtere en minder vernietigende biologische behandeling. Het antwoord komt er dan meestal op neer, dat al het zoeken van de medische wetenschap, samen met de farmaceutische industrie nog niets heeft opgeleverd. De kans is heel groot dat de oncoloog deze opmerking met overtuiging kan maken omdat hij niet de nodige informatie heeft. Maar als hij daarbij spreekt over ?de medische wetenschap? en ?de farmaceutische industrie?, gaat hij zijn boekje te buiten. Vervolgens wordt de kritische patiënt duidelijk gemaakt dat hij weliswaar de chemotherapie en bestraling kan weigeren, maar dat in dat geval zijn einde wel eens heel snel zou kunnen komen. En dus laat de patiënt al de behandelingen toe. Doodziek door vergiftiging en bestraling komt de overtuiging dat de toekomst volkomen onvoorspelbaar is en dat hij zelf daarop geen invloed meer kan uitoefenen. Dit is de kankertherapie, en daarmee basta. Maar:

ER IS WEL DEGELIJK EEN ALTERNATIEF!

Wat is het alternatief?

Dit alternatief bestaat uit de stof Amygdaline, Laetrile of Vitamine B17.

Drie synoniemen voor één stof en voor de duidelijkheid zullen we alleen de naam Vitamine B17 gebruiken.

Tot het plantengeslacht van Amygdalus rekenen we planten als abrikoos en perzik. In de zaden, die in de harde pit zitten, bevindt zich een relatief hoge concentratie van Vitamine B17. Voor de bittere abrikozenpitten is het gehalte maar liefst 8 gram Vit. B17 per 100 gram pitten. Ook bittere amandelen hebben door de jaren heen gediend als Vit. B17 leverancier. Al heel lang worden Vit. B17 houdende pitten gebruikt als medicijn.(uit: Dr. R. Rosenberg, Laetrile, 2011 op internet beschikbaar, de volgende gegevens) Het oudste kruidenboek, Pen Tsao Kang-Mu van de Chinese keizer Shennung vermeldt al in 2700 v.C. het gebruik van de pitten.

Ook bij de Romeinen, dus rond het jaar 0, prijzen Aurus Cornelius Celsus en Scribonius Largus de bittere amandelpitten aan bij gezwellen in de blaas. Plinius de Oude bespreekt het therapeutisch effect van bittere amandelolie op condylomata (genitale wratten), terwijl Galenus de amandelen bij scirrus van de lever aanbeveelt. Priscianus en Empiricus behandelen gezwellen met bittere amandelen.

De Perzische Avicenna bestreed uterus-, milt-, maag- en levertumoren met bittere amandelen, terwijl ook de joodse geneesheer Maimonides overtuigd was van de heilzame werking van bittere amandelen.

De Deense dokter Harpestraeng gebruikte in de 13de eeuw amandelolie met honing bij de behandeling van een verharde milt, en zijn tijdgenoot, de Byzantijnse dokter Myreposos gebruikte de amandel voor de behandeling van mondholtecarcinoom. Ook in de 13de eeuw gebruikte de Arabische geneesheer Ibn-Al-Baitar amandelen voor de behandeling van borsttumoren.

In de 16de eeuw start de Zwitserse bioloog Gesner met zijn algemene kankerbehandelingen met behulp van bittere amandelen.

In het midden van de 17de eeuw bespreekt John Gerard, een Britse Jezuïet, de geneeskrachtige waarde van amandelen, en wijst op de pijnstillende werking er van. De grote Dodoens, eveneens in het midden van de 17de eeuw gebruikt de amandelen tegen ?verrottende gezwellen?.

In 1845 publiceert de Gazette Medicale in Parijs een artikel van de Russische dr.Inosemteff waarin deze aangeeft twee gevallen van uitgezaaide kanker met de bittere stof uit amandelen onder controle te hebben gekregen.

Bevolkingsgroepen die geen kanker kennen.

Interessant zijn zeker ook de mededelingen van onderzoekers, missionarissen, artsen, e.d. omtrent waarnemingen die zij doen in de door hen bezochte gebieden. Zo bericht in 1913 Albert Schweizer vanuit Lambaréné in Gabon, dat er tot zijn verbazing geen enkel geval van kanker te bespeuren is.

Zeer bekend zijn de resultaten van een in opdracht uitgevoerd onderzoek door Dr. Sir R. McCarrison onder de bevolking van het staatje Karakorum in Noordwest Pakistan, de Hunza-stam. Gedurende het 20 jaar durende onderzoek heeft hij bij de bevolking nooit één geval van kanker kunnen ontdekken. De poolreiziger Stefansson stelt het zelfde vast bij een eskimostam, de Inuit.

Maar ook bevolkingsgroepen in Zuid Afrika en Zuid Amerika, Noord Amerikaanse indianen als ook Australische Aborigines zijn volledig vrij van kanker. Zij moeten zich dan wel voeden op de traditionele wijze die vaak zeer uitzonderlijk is (bittere maniok). Zo consumeren de leden van de Hunza-stam grote hoeveelheden abrikozenpitten. Hun status in de groep wordt mede bepaald door het aantal abrikozenbomen dat ze bezitten.

De Inuit voeden zich met bepaalde poolbessen, Rubus spectabilis, en consumeren de half verteerde inhoud van de maag van gedode dieren.

Zolang deze mensen zich zo blijven voeden krijgt kanker geen kans, maar als zij door omstandigheden met het Westerse voedingspatroon in aanraking komen, en daar op overschakelen worden ook zij het slachtoffer van kanker.

Geen kanker bij dieren in de natuur.

Vervolgens kunnen we vaststellen dat in de natuur levende planteneters nooit kanker krijgen. En door het gedrag van de vleeseters, waarbij van de prooi vooral de ingewanden zullen worden geconsumeerd, blijven ook zij gespaard van kanker. Vaak ook zullen roofdieren uit een natuurlijke behoefte breedbladige grassen eten.

De ontdekking van Vitamine B17.

Overzien we dit alles, dan ligt de conclusie dat kanker een door de voeding mede bepaalde aandoening is, nogal voor de hand. In alle voorbeelden wordt door de mensen en de dieren een grote hoeveelheid Vit.B17 uit het voedsel betrokken. De abrikozenpitten bevatten 8% van hun gewicht aan Vit.B17, en gras bevat 40 gram per kilogram. Alles wijst er op dat kanker en Vit.B17 niet samen gaan. Maar het duurt tot 1920 dat vader Dr. Ernst T. Krebs Sr, opgevolgd door zijn zoon Dr. Ernst T. Krebs Jr het Vit.B17 in de V.S. beginnen te introduceren. Het is Krebs Jr die aan de bittere stof uit de abrikozenpitten de naam Vit.B17 geeft. Krebs Jr heeft heel veel proeven met abrikozen gedaan om het Vit.B17 te vinden. Zeer teleurstellend. Totdat hij de pitten ging onderzoeken, en daar de zeer hoge waarde vaststelde.

Het Vit.B17 werd in de medische wereld als een doorbraak beschouwd. De gouverneur van Californië, de latere president Ronald Reagan sprak over Vit.B17 als over de stof die eindelijk het kanker probleem kon oplossen. Maar toen gebeurde er iets merkwaardigs. Plotseling verdween de belangstelling voor de stof, en nog erger, Vit.B17 werd vervloekt en als gevaarlijk bestempeld.

Een aanvraag door Krebs Jr in 1962 bij de Food and Drug Administration (FDA) om Vit.B17 geregistreerd te krijgen werd afgewezen. Toen barste een juridische en politieke strijd tussen voor- en tegenstanders van Vit.B17 los. Met als eerste resultaat dat de stof buiten de wet werd geplaatst. Het hele medisch establishment van de V.S., de FDA voorop,gevolgd door de American Medical Association (AMA), de American Cancer Society (ACS), het National Cancer Institute (NCI) en het Sloan Kettering Institute for Cancer Research doen er alles aan om de Vit.B17 kankertherapie meteen de pas af te snijden en daarmee in de kiem te smoren.

De echte bobo?s van de FDA, Dr.A. Schmidt en R. Wetherbell verklaren openlijk dat er geen invloed van Vit.B17 op tumoren is gevonden. Van het NCI waren het Dr. F. Rauscher en Dr. R. Hadsell die iets vergelijkbaars verklaarden. Uiteindelijk stelt L. Adams, voorzitter van de ACS dat het vooraanstaande Sloan Kettering Institute geen enkel bewijs heeft gevonden van de anti-tumorwerking van Vit.B17.

Het is duidelijk dat het Amerikaanse establishment en medicratie het allerzwaarste geschut van stal heeft gehaald en bereid is er mee te vuren op de voorstanders van de Vit.B17 therapie. Zeer grote wetenschappers en befaamde onderzoekers als Dr. E.T. Krebs jr , Dr. Hans Nieper en Dr. Dean Burk worden gekleineerd.

Vitamine B17 is niet giftig.

Men spaart geen moeite om langs allerlei slinkse wegen de Vit.B17-therapie te torpederen. Toch gaat het hier om een bewezen niet-toxische therapie die doeltreffend is tegen kanker. Dat het gebruik van Vit.B17 niet giftig is wordt door de medicratie nooit tegengesproken. Dat zou ook te ver gaan, want al in 1887 stelt O. Jacobson dat Vit.B17 niet giftig is. In 1944 geeft Davidson aan dat ingespoten Vit.B17 geen enkel bijverschijnsel vertoont. Een hondenlever kan volgens Himwich en Saunder binnen 15 minuten 4015 gram cyanide verbinding onschadelijk maken. Manner doet in 1977 alle proeven nog eens over en staaft daarmee de absolute niet giftigheid van Vit.B17.

Dierproeven.

Aan de Scind Laboratoria van de Universiteit van San Franscisco benadert men ,in 1968, Vit.B17 met dierproeven. Men stelt bij ratten met kanker een duidelijke verlenging van de levensduur vast bij de dieren die met Vit.B17 behandeld zijn.

De zelfde resultaten werden in 1971 verkregen aan het Pasteur Instituut te Parijs door Dr. F. Metianu in samenwerking met het Franse Ministerie van Landbouw, en ook het Von Ardenne instituut te Dresden (D) kreeg een vergelijkbaar resultaat. Alle proeven werden volgens de strakke regels voor wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd.

Pogingen van het establishment het tij te keren.

Als het NCI in 1973 de opdracht verstrekt aan het Southern Research Institute (SRI) om dierproeven uit te voeren, die door het Amerikaanse medisch establishment worden uitgevoerd, leveren die volgens de RSI-geleerden geen invloed van Vit.B17 op ten gunste van dieren met kanker. Deze bevindingen worden door Dr. Dean Burk, medewerker van het NCI ernstig in twijfel getrokken. Hij slaagt er in het volledige SRI-rapport te ontzenuwen, en ook weet hij de resultaten van eerder gedane proeven uit de archieven te halen, waardoor de conclusies van het RSI er heel anders uit komen te zien. Ze stemmen nu volledig overeen met de eerdere resultaten van het Pasteur- en het Von Ardenne instituut.

Een andere reeks proeven is uitgevoerd door het Sloan Kettering Instituut in 1973 en 1974 door Dr. K. Sugiura. De eerste reeks proeven gaf een duidelijk positief resultaat voor Vit.B17. Bij de tweede reeks gebruikte men Vit.B17 van een andere oorsprong dat verontreinigd was, en de resultaten waren daardoor duidelijk verschillend. De derde, vierde en vijfde reeks leverden resultaten op die duidelijk de positieve werking van Vit.B17 bevestigden, en waren een duidelijke aanbeveling om Vit.B17 bij de kankerbestrijding in te zetten. Maar misschien wel daarom werden de resultaten van de onderzoeken door het Sloan Kettering Institute niet gepubliceerd. Dank zij een anonieme medewerker van het instituut werden kopieën van de resultaten van Sugiura naar de pers gelekt met het verzoek ze bekend te maken.

Spectaculaire resultaten behaalden H. Manner en medewerkers in 1979 door Vit.B17 te combineren met Vit.A en het Wobe-Mugos-enzympreparaat. Bij de muizen met borstkanker reageerde 89,3% met volledige verdwijning van de tumoren en bij 10,7% met gedeeltelijke remissie. Bij de controle groep bleven de tumoren gewoon door groeien.

Het enige wat rest is het machtswoord.

Al deze zéér positieve resultaten bij de dierproeven is voor de FDA nog steeds geen reden om Vit.B17 als kankertherapie bij de mens toe te staan en het blijft dus in de V.S. verboden en strafbaar bij de wet. En de ervaring leert dat de FDA bij overtreding van de regels, wettelijke actie onderneemt. Vit.B17 werkt geweldig en is zeker niet giftig, maar blijft verboden. Het zal duidelijk zijn dat de behandeling met Vit.B17 niet tegen te houden is en in de V.S. worden naar schatting 70.000 kankerpatiënten met Vit.B17 behandeld door een duizendtal therapeuten. Buiten de USA wordt de Vit.B17 behandeling toegepast in een 20-tal landen, bijvoorbeeld door:

Dr. Hans Nieper, Hannover, BRD

Dr. N.R. Bouziane, Montreal, Canada

Dr. E. Contreras, Tijuana, Mexico

Dr. M. Navarra, Manilla, Filippijnen

Dr. D. Rubia, Jeruzalem, Israel

Dr. G. Maisin, Leuven, België

Dr. E. Guidetti, Turijn, Italië

Dr. S. Sakai, Tokio, Japan

Binnen de Nederlandse context is een behandeling met Vit.B17 niet mogelijk. Probeer je via de media de aandacht op deze veel belovende therapie te vestigen, dan spreekt de Vereniging tegen Kwakzalverij, totaal ongefundeerd, krachtige taal. Daarmee maakt die vereniging zichzelf tot verlengstuk van de FDA in de V.S. en is mede verantwoordelijk voor veel onnodig leed onder kankerpatiënten.

Trophoblasten theorie.

Als een bevruchte eicel zich door de eileider richting baarmoeder begeeft, ontwikkelt ze zich tot een blaasje. In dit blaasje zal het embryo zich ontwikkelen. Dit embryo zal de komende 9 maanden gevoed moeten worden door middel van de placenta (moederkoek) en de navelstreng. De buitenste cellaag van het blaasje bestaat uit cellen met een hele reeks specifieke kenmerken. Een er van is dat ze tussen de cellen van de baarmoederwand ruimte kunnen maken voor het ontstaan van de placenta. Deze cellen in de buitenste laag van het blaasje worden trophoblasten genoemd. Het was de Schotse embryoloog Dr. John Beard die als eerste de verbazingwekkende overeenkomst tussen trophoblasten en kankercellen formuleerde. Een van die overeenkomsten is, dat zowel de trophoblast als de kankercel een zelfde hormoon afscheiden: het humaan ChorionGonadotropine, hCG. Op dit hCG berust de zwangerschaps urine test. Als een vrouw zwanger is zal het hCG in de urine kunnen worden aangetoond. De test zal eveneens reageren als er actieve kankercellen in het lichaam aanwezig zijn. Bij heel langzaam groeiende kankers is de concentratie van het geproduceerde hCG evenwel zó laag dat fijnere technieken nodig zijn. Bij redelijk snel groeiende en zeker bij zeer agressieve vormen van kanker zal de reactie op hCG met de eenvoudig uit te voeren urine test positief zijn. Zowel Griffin (p.79) als Bollinger (p.126) wijzen op de bruikbaarheid van de hCG-urinetest. De ervaring leert evenwel, dat verkregen resultaten niet de betrouwbaarheid vertonen die je aan een dergelijke test zou moeten stellen. Een medische diagnose verdient verre de voorkeur. Wel geschikt maar zeer omslachtig zijn: de "micro-Aschheim Zondek test" en de "Navarro urine test", waarbij de laatste het minst omslachtig is.

Enzymen aan de basis van de werking van Vitamine B17.

Naast de overeenkomst in hCG-productie is nog een hele reeks overeenkomsten op biochemisch en fysiologisch terrein gevonden, onderzocht en aangetoond. Een tweede zéér belangrijke overeenkomst tussen de trophoblast en de kankercel is het ontbreken van het enzym rhodanase, en de aanwezigheid van het enzym ?-glucosidase. In een gewone gezonde lichaamscel vinden we wel het enzym rhodanase, maar ontbreekt het ?-glucosidase. Het is door dit verschil tussen kankercel en lichaamscel dat Vit.B17 zo effectief en selectief werkt.

In het molecuul Vit.B17 zit een cyanide groep die gekoppeld is aan benzaldehyde en 2 suiker moleculen. Door het verschil in enzym activiteit gebeurt er met het Vit.B17 in de kankercel heel iets anders dan in de gewone lichaamscel. Het ?-glucosidase in de kankercel maakt het cyanide uit Vit.B17 vrij en zet dit om in waterstofcyanide, een zéér giftige stof. Verder komt het benzaldehyde vrij, dat samen met het waterstofcyanide een wel heel dodelijke cocktail vormt. De kankercel doodt dus zichzelf. Van benzaldehyde is de pijnstillende werking bekend, en de patiënt die zijn kanker bestrijdt met Vit.B17 merkt als eerste verschijnsel een weldadige verzachting van de pijn.

In de gewone lichaamscel wordt onder invloed van het rhodanase de cyanide groep uit het Vit.B17 omgezet in het onschuldige thiocyanaat, en het benzaldehyde in benzoeezuur. Thiocyanaat regelt de bloeddruk en wordt in de lever gebruikt voor de vorming van Vit.B12. Benzoeezuur wordt opgenomen in de stofwisseling van de cellen.

Kankercel(Trophoblast)
Gewone lichaamscel

Geen rhodanase, wel ?-glucosidase met rhodanase, geen ?-glucosidase

?-glucosidase splitst Vit.B17 in: rhodanase splitst
Vit.B17 in:

HCN(hydrogeen cyanide)en Benzaldehyde

deze zijn beiden uiterst giftig en thiocyanaat en
Benzoeezuur

vernietigen de
kankercel

thiocyanaat (SCN) is niet giftig.

Dappere therapeuten.

Al met al hebben we met Vit.B17 een mogelijkheid voor ?Chemotherapie? in handen die uitsluitend en alleen de kankercellen doodt, en de gewone cellen ongemoeid laat. Het is werkelijk onvoorstelbaar dat deze methode niet op grote schaal wordt toegepast. Er moet in Nederland toch één arts of oncoloog te vinden zijn die met deze methode aan de slag wil. Het is nu 2012 en men zou het voorbeeld kunnen volgen van Dr. J.A. Richardson, die in 1971, dus 42 jaar geleden, vond dat zijn manier van kankertherapie, volgens het boekje en vaste protocollen, zeer onbevredigend was. Bij toeval kreeg hij het Vit.B17-verhaal te horen. Hij neemt contact op met Krebs jr. en samen bediscussiëren ze het onderwerp gedurende heel wat uren. Ze komen tot de conclusie dat ze de visie op kanker breder moeten maken en de therapie moeten uitbreiden. Ze gaan meer aandacht aan de pancreas(alvleesklier) enzymen schenken. Want wat er in het lichaam gebeurt is het volgende: De pancreas produceert het enzym trypsinogeen, dat in de dunne darm wordt omgezet in trypsine en chymotrypsine die zorgen voor de vertering van vooral dierlijke eiwitten. Het overschot van de enzymen wordt in het bloed opgenomen en dient daar om de beschermende eiwitmantel rondom de kankercellen af te breken. Alleen als dat gebeurd is zijn de uitgeklede kankercellen herkenbaar voor de witte bloedlichaampjes en die kunnen dan de kankercellen als vreemde lichaampjes herkennen en verwijderen. Maar als de pancreas te traag werkt, of uitgeput is omdat hij te veel suiker heeft moeten verwerken, of omdat in het dieet te veel dierlijke eiwitten aanwezig zijn, dan is de restant trypsine te gering om in het bloed de beschreven werking te kunnen uitvoeren. Kanker is in deze visie dus niet alleen ontstaan door te weinig Vit.B17, maar kan ook veroorzaakt worden door een gebrek aan pancreas enzymen in het bloed.

Richardson formuleert dan zijn metabolische(stofwisseling) therapie, waarin uiteraard Vit.B17 een centrale plaats heeft. Zijn praktijk in San Francisco explodeerde en nam zeer grote vormen aan. Van alle kanten kwamen kanker patiënten, waarvan de meeste terminaal, om de metabolische kankertherapie te volgen. Maar op 2 juni 1972 werd zijn praktijk door de politie omsingeld en letterlijk bestormd door agenten met het geweer in de aanslag. Hij werd gearresteerd en gevangen gezet. Gedwongen tot voortgezette rechtszaken wordt hij bijna tot de bedelstaf gebracht. Na afloop van de rechtszaken blijft hij zijn therapie voortzetten en verfijnen, en publiceert in 1977 zijn boek: Laetrile Case Histories?. In de laatst uitgegeven herdruk van 2005 beschrijft hij de prachtige resultaten die hij met zijn therapie behaalt.

Een voorbeeld van Vitamine B17 therapie.

Zijn behandeling laat zich in de volgende punten samenvatten:

  1. Het dieet bestaat vooral uit vers fruit en groenten, zaden, noten en granen. Alle dierlijke eiwitten inclusief alle zuivelproducten, zijn verboden

  2. Ook verboden: tabak, alcohol en koffie.

  3. Toediening van Vit.B17 volgens een strak schema:

    Eerste 20 dagen 6 - 9 gram 1x per dag Intra Veneus(I.V.)

    Volgende 4 weken 3 x per week 3 gram I.V. of Intra Musculair (I.M.)

    Volgende 4 weken 2 x per week 3 gram I.V. of I.M.

    Volgende jaar: 1 x per week 3 gram I.V. of I.M.

  4. Indien van toepassing Vit.B17 tabletten, 2 x 500 mg. per dag, eventueel aanvullen met abrikozen pitten.(altijd drie uur na de tabletten).

  5. Pancreasenzymen.

  6. Vit.B15 50 mg. 3 x daags.

  7. Vitamine C, 750 mg. tot 2000 mg. per dag.

  8. Aminozuur tabletten (Ag/pro) 3 tot 9 tabletten per dag, i.v.m. het vegetarisch dieet. Of vloeibare eiwitten.

  9. Vitamine E 800 ? 1200 IE per dag.

  10. Vitamine en mineralen op basis van haaranalyse.

    Patiënten met een langzaam groeiende, primaire kanker, bijvoorbeeld een niet uitgezaaide prostaatkanker kunnen volstaan met 2 x daags, maximaal 3 x daags Vit.B17 tabletten van 500 mg. + de voedingsadviezen.

    De resultaten van deze behandelingen zijn zeer positief en hoopgevend voor alle kankerpatiënten. Richardson is exemplarisch voor alle therapeuten die met behulp van Vit.B17 kankerpatiënen behandelen, maar zou het ook kunnen zijn voor iedere therapeut die in Nederland met deze therapie durft te gaan werken. Hij krijgt met zekerheid de hoon van zijn vakgenoten over zich heen.

    Getallen spreken duidelijke taal.

    Dr. P.E. Binzel jr. werkte meer dan 20 jaar met kankerpatiënten en behandelde hen door middel van een zogenaamde voedingstherapie, dus vergelijkbaar met de metabolische therapie van Richardson. We willen Binzel noemen omdat hij de resultaten van zijn behandeling vergelijkt met de getallen die door de orthodoxe therapieën, volgens de gegevens van American Cancer Society, worden bereikt. Hij publiceert ze in zijn boek ?Alive and Well? (1994). Hij brengt daarbij een splitsing aan voor de gevallen met primaire kankers (niet uitgezaaid), en voor gevallen met gemetastaseerde kankers.

    Patiënten met primaire kankers kunnen door hem met de voedingstherapie voor 82% worden genezen, terwijl de orthodoxe therapie niet verder komt dan 18%. Voor gemetastaseerde kankers zijn die getallen voor de voedingstherapie 70%, voor de orthodoxe therapie 2%.

    Daarbij komt voor de patiënten die met de orthodoxe therapie worden behandeld nog de aftakeling door chemotherapie en bestraling. De therapeuten die met de voedingstherapie werken, komen onafhankelijk van elkaar steeds weer tot de ontdekking dat bij de door hen behandelde patiënten een aantal belangrijke bijverschijnselen optreden. Het betreft het normaliseren van de bloeddruk, het verbeteren van de eetlust, een stijging van het hemoglobine gehalte en aantal rode bloedcellen, het verdwijnen van de onaangename geur die bij terminale patiënten vaak aanwezig is, maar vooral het verminderen van de pijn.

    Vitamine B17 ook nodig voor gezonde mensen.

    Zowel Richardson als Binzel schrijven bij hun metabolische- respectievelijk voedingstherapie een zeer strak veganistisch dieet voor. Geen dierlijke producten, maar ook geen kaas, eieren en zuivelproducten. Deze voeding maakt onderdeel uit van hun therapie, maar voor gezonde mensen is een dergelijke, bijna niet vol te houden regime niet nodig. Gezien de dreigende tekorten aan essentiële aminozuren, zelfs af te raden. Wel van belang om de ziekte kanker buiten de deur te houden is onze voedselkeuze. Via de voeding dienen we dagelijks zoveel mogelijk Vit.B17 op te nemen, en om eventuele tekorten aan te vullen, dagelijks wat abrikozen pitten te knabbelen (4 ? 6), tot maximaal 30.

    Zoals eerder vermeld bevatten de pitten van abrikozen 8% van het gewicht aan Vit.B17. Men schat dat afhankelijk van de grootte 4 tot 6 pitten per dag genoeg zijn om de Vit.B17 behoefte te dekken. Dit kan ook gedaan worden met perzikpitten (8/dag), pruimenpitten (8/dag), met de zaden van zure en zoete kersen (10/dag) of 20 tot 30 pitten van wijndruiven.

    Brigitte Helène geeft in een door haar uitgegeven boek ?Vitamin B17. Die Revolution in der Krebsmedizin? (2012) voor meerdere voedingsstoffen het gehalte aan Vit.B17 aan.

    De appelbes 350 mg/100 gr.

    Bloed sinasappels 200 mg/100 gr.

    Bramen 115mg/100 gr.

    Bosbessen 420 mg/100 gr.

    Zwarte bessen 135 mg/100 gr.

    Wijndruiven (vooral de pitten) 30 ? 750 mg/100 gr.

    Papaja 50 ? 450 mg/100 gr.

    Bij groenten

    Aubergines 750 mg/100 gr.

    Rode uien 20 ? 250 mg/100 gr.

    Rode kool 250 mg/100 gr.

    Rabarber 150 ? 200 mg/100 gr.

    Bloemkool 150 mg/100 gr.

    Groene kool 150 mg/100 gr.

    Broccoli 200 mg/100 gr.

    Spinazie 100 mg/100 gr.

    Peulvruchten bevatten net als granen en noten minder dan 50 mg Vit.B17 per 100 gr., maar de kiemplantjes van allerlei zaden kunnen meer dan 30 keer zoveel Vit.B17 bevatten dan de droge zaden waaruit ze voortkomen. Een algemene regel is: hoe bitterder een product, des te hoger is het Vit.B17 gehalte.

    Ten slotte.

    Bij de bespreking van een mogelijke oorzaak van kanker hebben we de parasieten van Weber in verband gebracht met het ontstaan van kanker. Bij alle kankerpatiënten kun je de protozoa in de cellen aantonen. Het is nu de vraag of bij andere chronische aandoeningen deze organismen ook een rol zouden kunnen spelen. Het zou de moeite lonen om hieromtrent wat onderzoek te doen.

    Op de tweede plaats vraag ik me af of deze parasieten door Vit.B17 kunnen worden gedood. De reactie van de kankercellen op Vit.B17 is zodanig snel en definitief dat mogelijk de parasieten door de gevormde waterstofcyanide en het benzaldehyde ook gedood worden. Het uitblijven van de terugkeer van de bestreden kanker doet dat wel vermoeden.

    Altijd weer wordt ook de vraag gesteld waarom Vit.B17 niet in de reguliere behandeling van kankerpatiënten wordt opgenomen. Het antwoord is vrij voor de hand liggend. De farmaceutische industrie heeft in de producten die voor de chemokuren worden gebruikt, alleen al in Nederland, een omzet van ongeveer twee miljard euro. Deze tak van industrie is een gewoon productie bedrijf en dient volgens economische wetten zijn omzet en zijn winsten te maximaliseren. Het gaat hierbij om zulke extreem grote bedragen, mondiaal gezien, dat de farmareuzen het zich niet kunnen veroorloven de winst op deze producten te laten lopen. Zij doen er dan ook alles aan iedere nieuwe aanpak van het kanker probleem te blokkeren. Tot nu toe is ze dat prima gelukt, al worden er steeds meer gaten in hun verdediging geschoten. Voor een echt volledig overzicht van de dubieuze rol van ?Big Pharma? verwijs ik naar het geweldige boek van G. Edward Griffin: ?World without Cancer?(2011), maar zeker ook:Ty Bollinger: Cancer ? step outside the box (2006).

    Vit.B17 (Amygdaline) verkrijbaar via www.tjsupply.com of www.cytopharma.com of www.laetrilesupply.com Als Amygdaline B17 100 mg tabletten voor preventie, als Amygdaline B17 500 mg tabletten voor de behandeling van langzaam groeiende primaire kankers. Als Amygdaline 3 gr./10 cc injectable solution voor de behandeling van gemetastaseerde kankers.

    Pancreas enzymen, Wobenzym, verkrijbaar via www.iherb.com

    Andere vitaminen en mineralen zijn via apotheek of drogist verkrijgbaar.

    Ook bittere abrikozenpitten zijn via internetwinkels eenvoudig verkrijbaar, bijvoorbeeld via www.sandos-natuurkost.de

    Dr.PHWAM de Veer

    piet.deveer@home.nl

vitamineb17kankertherapie.jimdo.com

No Rights Reserved (CC0 1.0)
9
  1. Maar helaas, als gevolg van de invloed van de grote en machtige farmaceutische industrie, gebruiken medici behandelingen die hun bestaan alleen te danken hebben aan een enorme winstgevendheid, maar zeker niet aan hun effectiviteit.
  2. patricksavalle@patricksavalle
    #138553
    Ik heb het origineel geplaatst en gelinked.
  3. #Patman

    Okay.Bedankt man.:)
  4. divine-hill-3982@divine-hill-3982
    #138559
    IJverig mannetje die Dr. P.H.W.A.M. De Veer
    Start pagina van de site: http://biologischekankertherapie.jimdo.com/

    Boeken:
    Dr. P.H.W.A.M. De Veer Veer - Pleidooi Voor Biologische Kankerbestrijding. Mogelijkheden En Toepassingen Voor Artsen En Patienten

    De modern levende mens eet zich ziek
    Bespreking http://www.digibron.nl/search/detail/012df796ad2f1e0a5b450e40/

    P.H.W.A.M. De Veer - De toekomst van de aarde
    Tachyonen-energie-nieuwe kans voor een verziekte planeet.
    Beschrijving:
    Tachyonen 'richten' de levenskracht van het universum, ze brengen orde, richting en bewustzijn in het scheppingsproces en onderhouden deze. Tachyon energie staat voor een continu streven naar orde en een continu herinneren aan het hoogste potentieel van datgene waarmee het in contact komt.


    Drama, drama. Ik ga er even voor zitten hoor :)

    thiocyanaat (SCN) is niet giftig. :LOL:
    Tabaksrook bevat een hoge concentratie van het giftige waterstofcyanide gas. Dit gas wordt echter door de lever snel omgezet in thiocyanate (ofwel SCN).
    Verschillende voedselproducten (bijvoorbeeld bier, broccoli, bloemkool, amandelen en suikerriet) zorgen voor een verhoogd thiocyanate gehalte in het lichaam (Velicer et al, 1992; Stevens en Munoz, 2004).
    http://essay.utwente.nl/58730/1/scriptie_R_Blokker.pdf

    Meer amandeltjes:
    http://boinnk.nl/blog/abrikozenpitten-met-vit-b17/

    Men zegt dat b17 een stof is die in de huidige voeding te weinig voorkomt (bijvoorbeeld al het bittere eruit gekweekt), dus ziektes door een tekort aan b17 kunnen genezen worden door b17
  5. #Ouwe Knar

    Drama, drama. Ik ga er even voor zitten hoor :)

    Grijns.

    Waar zou jij voor kiezen?
  6. Lang en duidelijk stuk.

    Ik mis alleen de naam Otto Warburg....

    http://www.manon-schrijft.nl/index.php?page=3&schrijfsel_id=54
  7. divine-hill-3982@divine-hill-3982
    #138562
    Waar zou jij voor kiezen?
    Lijkt mij duidelijk.

    Kanker is niet onder één enkele noemer te vatten en heeft vaak een combinatie van factoren.

    Bijvoorbeeld domweg zuivel verbieden en bijvoorbeeld granen wel toestaan lijkt mij niet altijd verstandig .
    Rauwe melk en/of wei kunnen soms wel degelijk nut hebben.
    Soms worden met groot succes vitamine C infusen gegeven (graag door een echte professional!). De bloedspiegel is dan zo ongelofelijk hoog dat voor lab metingen de zaak eerst verdund moet worden. Dat red je bij lange na niet met 2000 mg. per dag.

    Kortom, ik ga er nog steeds even voor zitten :)
  8. still-limit-9468@still-limit-9468
    #138589
    Ik mis de RSO (Rick Simpson Oil) nog..
  9. divine-hill-3982@divine-hill-3982
    #138609
    Er moet in Nederland toch één arts of oncoloog te vinden zijn die met deze methode aan de slag wil.
    Artsen voor Niet toxische Tumor Therapie http://www.anttt.nl/ werken onder andere met amygdaline.
    De stof is receptuur plichtig. Persoonlijk zou ik meer van amandelen houden. Mja.

    Op hun site en verder ook via de links aldaar zijn adressen te vinden van artsen die anders werken.
    Het is geen garantie dat deze artsen allemaal even goed zijn!!!! het zegt alleen iets over hun werkwijze.
    Ook voor een arts is een patiënt domweg brood op de plank :(
    Zoals altijd weer, is het ook hier zaak zelf kritisch te blijven.