Monniken in Birma steunen plan om alle Rohingya’s land uit te zetten

Honderden boeddhistische monniken hebben gisteren in een demonstratie hun steun uitgesproken voor de verdrijving van de islamitische Rohingya-minderheid in Birma. Dat schrijft persbureau AP. De grotere vrijheid in Birma betekent voor de Rohingya paradoxaal genoeg een verslechtering van hun situatie.
De demonstratie was het nieuwste signaal dat de haat tegen de Rohingya’s diep zit. Lang werd de woede enigszins onderdrukt door de algehele repressie van de militaire junta in het land. Maar sinds die de teugels wat laat vieren, lijkt de islamitische minderheid haar leven nauwelijks nog zeker.
Onrust begon met verkrachting en moord op boeddhistisch meisje

Azië-redacteur van NRC Handelsblad, Floris van Straaten, schreef er eind juni al over:
De islamitische Rohingya-minderheid in het westen van Birma is massaal op de vlucht geslagen uit vrees door leden van de boeddhistische meerderheid met machetes, bamboesperen en andere wapens te worden belaagd of in hun woning te worden verbrand. Hoewel de Rohingya’s ook in het verleden noch in Birma, noch in Bangladesh welkom zijn geweest, lijkt hun lot – paradoxaal genoeg – te zijn verergerd nu de Birmese generaals de laatste anderhalf jaar de teugels hebben laten vieren.
In juni raakten de Rohingya’s slaags met de etnische boeddhisten. De onlusten braken eind mei uit toen een boeddhistisch meisje in de westelijke deelstaat Rakhine werd verkracht en vermoord, vermoedelijk door drie Rohingya’s die daarvoor inmiddels ter dood zijn veroordeeld. De ongeregeldheden die volgden kostten aan tachtig mensen het leven – niet alleen Rohingya’s overigens.

De president van Birma, Thein Sein, stelde in juli voor dat zijn land alle Rohingya’s gaat uitwijzen. Birma ziet de Rohingya’s als illegale immigranten uit Bangladesh, maar dat land weigert op zijn beurt de bevolkingsgroep op te nemen en te erkennen.
Grotere persvrijheid maakt meer haatzaaierij mogelijk

Veel van de circa 800.000 Rohingya’s in Birma (dat in totaal 55 miljoen inwoners telt) zijn de afgelopen maanden al op de vlucht geslagen.
Veel media in Birma hebben de toegenomen persvrijheid aangegrepen om haat te zaaien tegen de Rohingya’s. Van Straaten schreef over de berichtgeving over de verkrachting en moord op het boeddhistische meisje uit Rakhine:

Vroeger zouden de militairen zo’n zaak nooit in de openbaarheid hebben laten komen. Nu verboden ze weliswaar tot nader order sommige tijdschriften en kranten, en ook andere bladen kregen het bevel alle nieuws over Rakhine aan de censuur voor te leggen. Maar op internet konden Birmezen naar hartelust blijven schelden op de Rohingya’s.
Zelfs Aung San Suu Kyi neemt het nauwelijks voor Rohingya’s op

De Rohingya’s horen volgens de Verenigde Naties tot de meest vervolgde minderheden in Azië. Ze leven voor het grootste deel in diepe armoede en veel van hun kinderen zijn ondervoed. In een recent VN-rapport werden ze omschreven als “vrijwel zonder vrienden”.

Zelfs de Birmese oppositieleider en Nobelprijswinnaar Aung San

www.nrc.nl