Vier medewerkers van het Internationaal Strafhof gearresteerd in Libië

Het Internationaal Strafhof ICC in Den Haag eist de onmiddellijke vrijlating van vier medewerkers die in Libië onder huisarrest zijn geplaatst, na een bezoek aan de zoon van de vermoorde Libische dictator Moammar Kadhafi.

De vier, onder wie een Australische advocate, brachten een bezoek aan Seif al-Islam, de zoon van Moammar Kadhafi, om met hem over zijn verdediging voor het ICC te spreken. Ze werden gearresteerd omdat ze naar verluidt hadden geprobeerd hem staatsgevaarlijke documenten te overhandigen.

Libië en het ICC redetwisten over het proces van de 39-jarige Seif al-Islam, tegen wie het Internationaal Strafhof een arrestatiebevel heeft uitgevaardigd voor misdaden tegen de menselijkheid die hij begaan heeft op 15 februari 2011 tijdens de repressie tegen de volksopstand die later uitdraaide op een burgeroorlog na de val van het regime van kolonel Kadhafi in oktober 2011.

'Tijdens haar bezoek heeft advocate Melinda Taylor getracht de beschuldigde documenten te overhandigen die niets met zijn zaak te maken hebben en een gevaar vormen voor de veiligheid van Libië', verklaarde de vertegenwoordiger van Libië bij het Strafhof, Ahmed al-Jehani. Over de aard van de documenten zei hij niets, maar volgens hen waren ze gestuurd door Mohamed Ismaïl, de gewezen rechterarm van Seif al-Islam. Ismaïl is voortvluchtig sinds de val van Kadhafi.

Taylor maakt deel uit van een delegatie van vier leden van het ICC die toelating kregen van de Libische procureur-generaal om een bezoek te brengen aan Seif al-Islam in Zintan (170 km ten zuidwesten van Tripoli), waar hij vastzit sinds zijn arrestatie door een brigade exr-ebellen in november 2011. Taylor verblijft in Zintan onder huisarrest, en zit niet in de gevangenis.

www.nieuwsblad.be