1. #antilichamen
  2. #biologie
  3. #immunologie
  4. #immuunsysteem
  5. #vaccinatie
  6. #vaccinatietheorie
  7. Artikelen

Barsten in de vaccinatie-theorie!

Het principe van vaccinatie berust op een theorie over de werking van ons immuunsysteem bij infecties. Tot nu toe hebben medici gedacht, en in de opleiding geleerd, dat het vooral de antilichamen zijn waarmee we een virusinfectie bestrijden. Uit recente onderzoeken blijkt dit idee echter niet te kloppen.

Ons afweermechanisme
Even een opfrisser over de vermeende werking van onze afweer bij infecties. We nemen als voorbeeld een virusinfectie. Volgens de oude theorie wordt de ongewenste binnendringer, het virus dus, te lijf gegaan door immuuncellen ter plekke. Opgeslokt, naar binnen geslurpt. Deze immuuncellen noemen we macrofagen ofwel grote eters. Ze eten als het ware het virus op en verteren het. De volgevreten macrofagen stromen met het bloed mee naar onze lymfeklieren.

In de lymfeklier wordt de inhoud, het kapot gemaakte virus, gescand en geregistreerd. Elke cel, of het nu menselijk, dierlijk of plantaardig is, draagt een label, een tag zou je kunnen zeggen. Dit wordt in een databank opgeslagen en vergeleken met de data (labels) die er al in zitten van vorige infecties. Wordt het label herkend, dan worden de antilichamen er op af gestuurd. Is het een nieuw label, dan moeten ze eerst gemaakt worden. Daartoe worden de immuuncellen van de T-afdeling in de lymfeklier geactiveerd (T-cellen).

De T-cellen moeten actie ondernemen. Dat doen ze door onderling 3 taken te verdelen. Een van die taken is het verwijderen van geïnfecteerde cellen. Deze worden uitgevoerd door de T-killer cellen. Een andere groep bewaart de label-informatie: de T-memory cellen. En de derde taak is het activeren van de B-afdeling.

In de B-afdeling vindt de productie van B-cellen plaats. Ze moeten 2 taken verrichten. De eerste taak bestaat uit het produceren van antilichamen. Hiertoe specialiseren B-cellen zich tot plasmacellen. Deze plasmacellen maken eiwitten die precies passen op het label van het virus. Het werkt als een soort anti-tag waarmee ze het virus aan zich vast hechten. Het virus kan dan niets meer doen. De tweede taak bestaat uit het in standhouden en updaten van de databank. Deze B-cellen specialiseren zich tot geheugencellen.

De vaccinatie
Op basis van de bovenstaande theorie is de vaccinatie methode bedacht: infecteer de mens met een superkleine hoeveelheid van een virus. Net genoeg om een immuunrespons op te wekken. Dus het hier boven beschreven mechanisme in werking te zetten. Dat moet dan een database-upgrade bewerkstelligen en een voorraad antilichamen aanmaken. Die antilichamen zouden ons dan moeten beschermen. Voor elk virus moet een apart antilichaam worden gemaakt. Als de gezondheidszorg ons tegen meerdere virusziekten wil beschermen dan moeten er even zoveel vaccins worden gemaakt en vaccinaties aangeboden worden.

Maar bij de griepvaccinatie speelt al het probleem dat elk jaar het griepvirus net een ander labeltje draagt. Vandaar dat er elk jaar een nieuw griepvaccin moet worden gemaakt en geprikt. Maar tegen de tijd dat de griep de kop op steekt kan het net weer een ander virus zijn dat rondwaart en dan heb je niets aan je bescherming. Maar nu blijkt dat iets anders een veel groter probleem is.

De vaccinatie-theorie klopt niet..!
De nieuwste onderzoeken laten iets anders zien over de opbouw van onze bescherming tegen virusinfecties. Er zijn proeven gedaan waarbij gevaccineerde dieren opzettelijk geïnfecteerd werden. Deze infectie kon zich door het hele lichaam verspreiden ondanks dat het bloed massa’s antilichamen tegen het virus bevatte. Die antilichamen zouden dus volgens de vaccinatie theorie het virus ter plekke moeten hebben uitschakelen. Maar dat was niet wat er gebeurde.

Een ander onderzoek liet zien dat dieren zonder antilichamen, maar mèt B-cellen, zich veel beter en effectiever konden beschermen tegen de virusinfectie. Dat hebben ze verder uitgezocht. Hieruit komt de nieuwe theorie naar voren dat de aanwezigheid en werkzaamheid van B-cellen essentiëler is dan de aanwezigheid van antilichamen. Het is niet zo dat antilichamen geen rol spelen bij het plaatselijk houden van een infectie. Het betekent voorlopig wel dat van te voren geproduceerde antilichamen, zoals vaccinatie beoogt, niet nodig is.

De nieuwe bevindingen
Kennelijk zijn actieve en effectieve B-cellen van doorslaggevend belang bij het beperkt houden van een infectie. En kennelijk doen B-cellen nog meer dan we dachten. Ze zorgen niet alleen voor de productie van antilichamen en een immuungeheugen (de databank). De activiteit van B-cellen in de lymfklieren communiceert op de een of andere manier met de immuuncellen in de weefsels. Hoe deze communicatie precies verloopt is nog niet duidelijk. Wel heeft men ontdekt dat de B-cellen een chemische stof produceren die de macrofagen helpen om het virus geen kans te geven. Maar op welke manier zij het virus verhinderen om zich in het lichaam te verspreiden weet men nog niet.

Aangeboren en aangeleerde afweer

Menselijke T-cellen in de aanval op een kankercel.

De immuuncellen die in onze weefsels wonen hebben we al sinds onze geboorte. Ze behoren tot ons aangeboren immuun erfgoed. Medisch gezien wordt er onderscheid gemaakt tussen een aangeboren en een aangeleerde afweer. De aangeboren afweer zorgt voor de vele immuuncellen in onze weefsels. Ze zitten dus overal verspreid in ons lichaam. De macrofagen zijn hier een onderdeel van, maar ook leukocyten en lymfocyten behoren hiertoe. Samen worden ze ook wel onze cellulaire afweer genoemd.

De antilichamen maken deel uit van onze aangeleerde afweer. Ze verschijnen pas na een infectie en passen als een sleutel-slot combinatie op de ziektekiem. Voor elk ‘beestje’ is een eigen antilichaam. Na een doorgemaakte infectie heb je antilichamen op maat en die geven doorgaans een levenslange immuniteit voor die ene veroorzaker.

Hoewel antilichamen door plasmacellen (gemodificeerde B-cellen) worden gemaakt zijn het zelf geen cellen, maar eiwitten die zich in het bloed bevinden en door de bloedvaten stromen. Deze vorm van immuniteit is dus niet cellulair. Men noemt het de humorale (vloeibare) afweer. Op deze humorale component is de vaccinatie gebaseerd en gefocust.

Pas op de plaats
De rol die is toegekend aan de antilichamen als de ultieme bestrijders van (virus)infecties zou wel eens een misvatting kunnen blijken te zijn. Met als consequentie dat de hele basis voor de vaccinatie theorie opnieuw bekeken zal moeten worden, mogelijk zelfs volledig herzien. En misschien zelfs in het archief moeten verdwijnen van historische medische dwalingen. Maar het is nog niet zo ver. Er zal eerst nog meer onderzoek moeten worden verricht naar wat er zich precies afspeelt in ons lichaam. En ook zal er moeten worden gekeken naar het immuungedrag bij meerdere virussen. Zorgvuldigheid blijft noodzakelijk.

Een pas op de plaats lijkt me wijs. En dan naar twee kanten. De nieuwe bevindingen moeten verder uitgezocht worden en hopelijk wordt hier vaart achter gezet. Met betrekking tot de vaccinatieprogramma’s moet de grootst mogelijke terughoudendheid worden betracht ook al is dit tegen het zere been van de farmaceutische commercie.

www.wanttoknow.nl

No Rights Apply
0