'Voedselinflatie bedreigt miljoenen in Azië'

Stijgende voedsel en brandstofprijzen kan tegen 2011 tientallen miljoenen Aziaten in extreme armoede brengen en de economische groei in de regio ontsporen, zegt de Asian Development Bank (ADB).

Volgens een ADB rapport dat op dinsdag gepubliceerd is steeg aan het begin van het jaar de voedselinflatie gemiddeld 10 procent in Aziatische ontwikkelingslanden.

De kosten van onmisbare voedingsmiddelen zoals tarwe, maïs, suiker, eetbare oliën, zuivelproducten en vlees stegen met dubbele cijfers, terwijl de prijs van rijst, een basisvoedsel in Azië, ook wordt verwacht te stijgen.

Als de situatie niet wordt beheerst dan kan dit ten minste 64 miljoen mensen, of bijna 2 procent van 3,3 miljard mensen in Azië, onder de armoedegrens van 1,25 US dollar per dag brengen, waarschuwde de in Manilla gevestigde bank.

In combinatie met torenhoge olieprijzen kan de huidige voedselprijsstijging ook de economische groei dit jaar in Azië tot 1,5 procent verminderen.

Hoewel Aziatische economieën sterk zijn opgekomen na de wereldwijde financiële crisis in 2008, zijn de stijgende kosten van levensonderhoud tot een grote zorg in de regio geworden.

Hoofdeconoom van de ADB, Rhee Changyong, zei dinsdag dat indien de wereldwijde voedselcrisis ongecontroleerd blijft het zelfs recente winsten kon ondermijnen die gemaakt zijn in armoedevermindering in Azië.

Om de dreigende crisis tegen te houden hebben veel Aziatische landen tot dusver exportverboden op hun producten opgelegd, een praktijk die niet de oorzaak verhelpt, volgens Rhee.

In plaats daarvan zouden landen sociale vangnetten moeten versterken, investeringen in landbouwinfrastructuur verhogen en opslagfaciliteiten vergroten, zei de hoofdeconoom van de ADB.

Hij voegde toe dat deze maatregelen zullen verzekeren dat voedselproducten niet worden verspild, dus helpen om de prijzen te beheersen.