<< error >> (our Markdown requires valid webpage links, not image links, see manual)

Na Duitsland heeft ook Ijsland een dioxineschandaal

Hoofd epidemiologie van de IJslandse volkgezondheid Haraldur Briem maakte gisteren (9 februari 2011) bekend een medisch onderzoek uit te voeren op de inwoners van drie gemeenten in Ijsland welke bloot kunnen hebben gestaan aan een dioxine-vervuiling afkomstig van de afvalverbrandingsinstallaties. Zo‘n onderzoek heeft in Ijsland nog niet eerder plaatsgevonden meldt de krant Fréttabladid.

Het besluit is genomen na een bijeenkomst van een task force, benoemd door Briem en het Ijslandse ministerie van mileu en de veterinaire dienst. Uit recente testen bleek het dioxinegehalte in vlees, melk en veevoeder, afkomstig van boerderijen in de buurt van de afvalinstallatie Funi (ĺsafjödur), te hoog was.

In januari werd bekend dat de dioxin-verontreining van de verbrandingsinstallatie Funi 20 maal de maximaal toegestane limiet (vastgesteld in 2007) overschreed. De verbrandingsinstallatie in Kirkjubaerjarklaustur overschreed de grens met het 95 voudige en de installatie in de Westman Islands produceerde 84 meer dioxine als was toegestaan.

Briem verklaarde dat een medisch onderzoek van de inwoners van deze gemeenten duidelijkheid moet geven of de gezondheid van de mensen in gevaar komt door de dioxine-vervuiling. De uitvoering is nog niet compleet gepland maar zal in samenwerking met de wetenschappers van de IJslandse universiteit plaatsvinden.

Volgens Briem hoeven er geen weefselmonsters te worden genomen, dioxine kan worden waargenomen in bloed, haarmonsters en ook in moedermelk. Het onderzoek kan uit verschillende richtingen benaderd worden en hopelijk geven de resultaten een duidelijk beeld van de verspreiding van het dioxinegehalte in mensen. Er is nog geen besluit genomen over het aantal mensen welke onderzocht zullen worden. De eerste stap is monsters te nemen en te onderzoeken, de resultaten zullen de volgende stap bepalen.

Briem benadrukte dat hij niet verwacht dat de gezondheid van de mensen in gevaar is gebracht echter het is belangrijk om te achterhalen wat er aan de hand is in de drie gemeentes. Het medisch onderzoek maakt onderdeel uit van een grootschaliger onderzoek waar ook de bodem in de buurt van de afvalverbrandingsinstallaties op het dioxinegehalte getest wordt.

In Kirkjubaejarklaustur werd het afval ook tijdens de schooluren verbrand, de installatie bevindt zich in hetzelfde gebouw als waar de locale basisschool is gevestigd, hier is ook de openbare zwembad ondergebracht. Dorpshoofd Eygló Kristjánsdóttir wil de verbrandingsuren van de installatie, na overleg, aanpassen.

Echter volgens de publieke omroep RÚV stoten op zijn minst 5 verbrandingsinstallaties en 1 cementfabriek in IJsland teveel dioxines uit. Dioxines zijn een groep chemicalien die tot de gifstigste verbindingen op aarde behoort. Er wordt vermoed dat 90% van de dioxines die in de mensen wordt aangetroffen afkomstig is van het voedsel.

Daar dioxines moeilijk afbreekbaar zijn accumuleren deze hoofdzakelijk man-made chemicals in de bodem en worden vervolgens door de planten opgenomen in de voedselketen. Een zeer geringe hoeveelheid kan leiden tot de dood van kleine dieren, in mensen kan een lage dosis kanker en leverbeschadiging veroorzaken. Daarnaast zijn dioxines (in zeer lage dosis) ook hormoonverstoorders (endocriene disruptors) en kunnen de ontwikkeling van de foetussen nadeling beinvloeden, daarnaast kan het ook impotentie veroorzaken.

Dioxine ontstaat hoofdzakelijk tijdens de verbranding van chloorhoudende verbindingen (bijv. PVC). Daarnaast komt er ook dioxine vrij bij de recycling van aluminium en ook de metaalindustrie is een bron van dioxines.

De richtlijn voor nieuwe verbrandingsrichtlijnen geeft een maximale dioxine emmissie van 0,1 ng/m3. Ondanks dat recente rapporten zich concentreren op de installatie in Ísafjördur, lijkt het erop dat deze problemen, volgens de RÚV groter te zijn als men uit deze rapporten zou verwachten. In 2007 bedroeg de dioxine-vervuiling van het verbrandingsstation in Ísafjördur 2.1 ng/m3. De gehaltes van de Westmans Islands bedroeg maar liefst 8.4 ng/m3 en 9.5 ng/m3 in Kirkjubaejarklaustur.

De nieuwere verbrandingsinstallaties in Húsavík en Helguvik (in het zuidwesten van Ijsland) emmiteren veel minder dioxines. De resultaten van de emmissies van Húsavík zijn nog niet definitef maar net zoals die van Helguvik en de cementfabriek in Akranes bevinden zich deze onder de richtlijn voor maximale dioxine uitstoot welke in 2007 is opgesteld.

www.icelandreview.com