<< error >> (our Markdown requires valid webpage links, not image links, see manual)

ADHD ‘Tests zinloos voor vaststellen’

Honderden volwassenen en kinderen krijgen jaarlijks ten onrechte de diagnose ADHD. Dat schrijft psycholoog Yaron Kaldenbach in het vaktijdschrift Kind en Adolescent.

Het grote aantal onjuiste diagnoses zou ontstaan doordat ze niet gesteld worden volgens de gangbare, op gedrag gebaseerde criteria, vastgelegd in de ‘bijbel’ der psychiatrie, de DSM, maar op basis van psychologische tests die daar nooit voor bedoeld zijn.

Kaldenbach spreekt van ‘een hardnekkig en kwalijk misverstand’. De tests meten bijvoorbeeld het geheugen, hoe lang iemand zich kan concentreren of de mate waarin mensen impulsief te werk gaan. Kaldenbach: ‘Hulpverleners denken dat als mensen daar slecht op scoren, dat een aanwijzing is voor ADHD. Maar ADHD is een stoornis die je op basis van gedragskenmerken in het dagelijks leven stelt. Al het beschikbare onderzoek laat zien dat zo’n test onvoldoende in staat is om de ADHD’ers er uit te pikken en de niet-ADHD’ers met rust te laten.’

ADHD is (onder meer) een stoornis in de prikkelverwerking, die met name opspeelt in een drukke omgeving. Maar de tests worden veelal afgenomen in een rustige omgeving. Anderzijds zijn er mensen die om geheel andere redenen last hebben van geheugen- en concentratieproblemen, en die dus ten onrechte het stempel ‘ADHD’ meekrijgen. Om hoeveel foute diagnoses het gaat, weet Kaldenbach niet precies: ‘Ik schat dat er jaarlijks honderden kinderen en volwassenen hierdoor verkeerd gediagnosticeerd worden.’

www.depers.nl