1. #eu
  2. #israel
  3. #leugens
  4. #list-en-bedrog
  5. #nepotisme
  6. #politiek
  7. #solana
  8. #subsidie
  9. #veiligheid
  10. #zwendel
  11. Artikelen

Moet de EU Israëlische veiligheid subsidiëren?

De opname van Israël in het European Security Research Programme ondermijnt de onafhankelijkheid van de EU in het Midden-Oosten.

Sinds de Europese Gemeenschap in 1984 begon met het subsidiëren van wetenschappelijk onderzoek, zijn zowel de beschikbare fondsen als het aantal onderwerpen sterk toegenomen (het nieuwste programma, FP7, heeft een budget van €53 miljard over 7 jaar), net als de deelname van onderzoekers van buiten de EU.

Uitgedrukt per hoofd van de bevolking is er geen ander land dat meer profiteert van de Europese goedgevigheid dan Israël. Het is zelfs zo dat de EU alleen de Israel Science Foundation voor zich weet wat betreft het financieren van wetenschappelijk onderzoek van Israëlische academici, bedrijven en staatsondernemingen.

Steeds meer van die subsidies komt terecht in de reeds zeer kapitaalkrachtige Israëlische beveiligingssector, die volgens de Israëlische regering nu reeds een jaarlijkse omzet kent van meer dan $1 miljard.

Sinds Israël is opgenomen in het 'Europese onderzoeksgebied' heeft de Europese Commissie tientallen lucratieve EU-onderzoekscontracten toegekend aan organisaties als Israel Aerospace Industries (een staatsbedrijf dat onbemande vliegtuigjes fabriceert), Motorola Israel (producent van ‘virtuele afrasteringen' rond Joodse nederzettingen) en Elbit Systems (een van Israëls grootste particuliere militaire technologie-firma's, verantwoordelijk voor delen van de afscheidingsmuren tussen Joodse en Palestijnse gemeenschappen).

Zo'n 58 'beveiligingsonderzoek-projecten' worden inmiddels gefinancierd middels het FP7-programma. Israëlische bedrijven en instellingen nemen deel aan twaalf van deze projecten, terwijl ze er vijf leiden en coördineren. Alleen het VK, Duitsland, Frankrijk en Italië leiden meer projecten.

Een van deze laatste resem aan nieuwe contracten is een project van €9.1 miljoen dat geleid wordt door Verint Systems, en dat “gegevens uit het veld” zal leveren aan “crisis managers” in “commando-en-controlecentra”. (Zulke contracten vermijden het gebruik van termen als ‘surveillance' en ‘nationale veiligheid', en vervangen ze door termen met een minder emotionele lading)

Verint omschrijft zichzelf als “een leider in het optimaliseren van het personeelsbestand en oplossingen voor beveiligingsinformatie, inclusief video-informatie, openbare veiligheid en communicatie en onderzoeksoplossingen”. Wat ze voornamelijk te bieden hebben is het in de gaten houden van de werkplek van mensen, camerabewaking en afluisterapparatuur. Verint wordt momenteel effectief gesubsidieerd door de EU om zulke systemen te ontwikkelen en ze uiteindelijk te verkopen aan de lidstaten van de EU.

De reden voor het opzetten van het EU onderzoeksprogramma voor veiligheid was het verbeteren van de industriële concurrentiepositie van de eigen Europese ‘nationale veiligheidsindustrie'. De Europese Commissie meent dat het financieren van de Israëlische 'nationale veiligheid' geheel in overeenstemming is met deze doelstelling (voor zover het de Europese kennis zal vergroten).

Maar moet de Europese Commissie echt meer geld toekennen aan de bloeiende Israëlische beveiligingssector dan aan de eigen Europese bedrijven?

Meer nog: moet de EU überhaupt Israëlische bedrijven subsidiëren?

De Israëlische controle over wat er nog over is van de Palestijnse gebieden is tegenwoordig namelijk even sterk afhankelijk van de hardware en software van de 'nationale veiligheidsindustrie' als het is van zijn traditionele militaire kracht.

De EU loopt dus het risico medeplichtig te zijn aan een leger dat zeer regelmatig bewijst geen respect te hebben voor het leven en levensonderhoud van burgers. En de subsidies van de EU tonen aan dat men niet echt onafhankelijk is in het vredesproces.

In de ogen van vele Palestijnen is de EU sowieso al volledig gecompromitteerd. Afgelopen september zei Javier Solana, tien jaar lang de baas van het buitenlandse beleid van de EU, in een speech in Jeruzalem: “Israël is, sta mij toe het zo te stellen, een lid van de EU zonder deel uit te maken van haar instellingen”.

“Geen enkel land buiten het continent heeft het soort betrekkingen dat Israël heeft met de EU,” aldus Solana, en hij voegde eraan toe dat “de relatie van Israël met de EU hechter is dan die van Kroatië” (dat nog steeds hoopt in 2011 toe te treden).

Het kon Solana klaarblijkelijk niets schelen of de EU onpartijdig zou lijken of niet en hoe het subsidiebudget van de EU werd aangewend.

Maar wat vinden Europese belastingbetalers er van dat de EU-bestuurders hun geld gebruiken voor een industrie in het centrum van een van de bloedigste, langdurigste en gevoeligste geopolitieke conflicten van deze tijd?

Ben Hayes is een projectmanager van de burgerrechtenorganisatie Statewatch en heeft een blog over het EU Security Research Programme.

www.europeanvoice.com

Some Rights Reserved (CC BY-SA 4.0)
0