<< error >> (our Markdown requires webpage links, not image links, see manual)

De Europese Commissie zet de deur open voor genetisch gemodificeerde gewassen.

Volgens eurocommissaris Dalli (Volksgezondheid en Consumentenbescherming) is de genetisch gemodificeerde aardappelsoort Amflora van het Duitse chemieconcern BASF veilig. Datzelfde geldt voor het gebruik van drie gemanipuleerde maïssoorten, waarvoor hij eveneens groen licht geeft. ‘Alle uitputtende onderzoeken tonen aan dat er geen risico’s zijn. Nog langer wachten met een besluit, is een voorbeeld van slecht bestuur’, aldus Dalli.
De Amflora maakt één soort zetmeel aan voor industriële doeleinden, waaronder de productie van lijm. Deze aardappel bevat een gen dat de pieper resistent maakt tegen antibiotica. Greenpeace waarschuwt dat deze genpieper een ontoelaatbaar risico vormt.
Door de BASF-aardappel te telen kan dat uiteindelijk leiden tot resistentie tegen levensreddende antibiotica voor mens en dier.

De teelt op akkers kan leiden tot ongecontroleerde verspreiding en zo kan de gentechaardappel onbedoeld op het bord van de consument terecht komen. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en Europese Geneesmiddelenbureau (EMEA) waarschuwden er eerder voor dat deze geneesmiddelen van cruciaal belang zijn voor de gezondheidszorg.

Nederland staat positief tegenover de voorstellen van de Commissie. Minister Verburg (Landbouw) pleitte afgelopen jaren geregeld in Brussel voor keuzevrijheid van de lidstaten. Greenpeace noemt het ‘schokkend’ dat de Commissie ‘het milieu en de volksgezondheid in gevaar brengt’ met haar besluit ggo-gewassen toe te staan.

Eurocommissaris Dalli van Gezondheid heeft een speciale procedure gebruikt om de toelating van Amflora door te duwen. Zo ontwijkt hij heel sluw een debat met collega commissarissen. 'Het is schokkend om te zien dat de Europese Commissie terugkomt op eerder gemaakte beloften om een einde te maken aan antibioticumresistentie in planten', zegt campagneleider Herman van Bekkem van Greenpeace.

In de Europese Unie wordt momenteel één genetisch gemodificeerd gewas verbouwd, een maïssoort waar in 1998 toestemming voor werd gegeven. De teelt vindt plaats in vijf EU-landen: Spanje, Tsjechië, Portugal, Roemenië, Slowakije. In Frankrijk en Duitland was dit ook het geval, maar onder druk van de publieke opinie (‘Frankenstein-voedsel’) werd dat later verboden.

Een meerderheid van de EU-lidstaten is tegen nieuwe teelttoelatingen. Greenpeace roept individuele lidstaten op de teelt van de nieuwe genpieper te verbieden op hun grondgebied. Overheden en bedrijven moeten kiezen voor duurzame, gentechvrije aardappelteelt.

Naar verwachting leidt zowel de goedkeuring van de gemodificeerde gewassen als het voorstel om lidstaten de vrijheid te geven de teelt toe te staan, tot forse discussies in de EU. Zes lidstaten (Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk, Hongarije, Griekenland, Luxemburg) kennen nu een totaal of gedeeltelijk verbod op de verbouw van dergelijke gewassen. Polen overweegt dat.

Een niet te ontkennen negatieve kant van de ontwikkeling van genetisch veranderde gewassen is het gevaar van monopolievorming.

De ingebouwde genconstructen blijven 'eigendom' van de kapitaalkrachtige multinationals. Dat maakt het voor traditionele kweekbedrijven onmogelijk de nieuwe rassen verder te ontwikkelen. Het is van het grootste belang dat de nieuwe transgene rassen goed worden ingebed in het bestaande kwekersrecht.

Bron: Volkskrant, greenpeace, agd

www.wacholland.org