1. #klimaat
  2. #model
  3. #wetenschap
  4. Artikelen

Tien Feiten en Tien Mythen over Klimaatverandering

Dit is een vertaling van het artikel 'Copenhagen and Global Warming: Ten Facts and Ten Myths on Climate Change' van Prof. Robert M. Carter, paleontoloog aan de James Cook Universiteit (Queensland).
Copenhagen en Global Warming:
Tien Feiten en Tien Mythen over Klimaatverandering
door Prof. Robert M. Carter *)
December 9, 2009 ? James Cook University, Queensland, Australia
1) Tien feiten over klimaatverandering

  1. Klimaatverandering was er altijd al en zal er ook altijd zijn. De aanname, dat voor de industriele revolutie de Aarde een stabiel klimaat had, is simpelweg onjuist. Het enige verstandige wat men aan klimaatverandering kan doen is zich erop voorbereiden.
  2. Nauwkeurige temperatuurmetingen gemaakt vanuit weersondes en satellieten sinds de jaren 1950 laten geen opwarming van de atmosfeer zien sinds 1958. Daarentegen laten grondthermometers een opwarming zien van 0,4 gr. Celsius over diezelfde periode. Veel geleerden geloven, dat de opname van de thermometers wordt beinvloed door het Urban Heat Island (Stedelijk Warmte-eiland) effect en andere artefacten.
  3. Ondanks de kosten van meer dan US$ 50 miljard van de opsporing ervan sinds 1990, is geen ondubbelzinnig anthropogeen (menselijk) signaal vastgesteld in het globaal temperatuurpatroon.
  4. Zonder broeikaseffect zou de gemiddelde temperatuur van het aardoppervlak eerder minus 18 graden Celsius zijn dan de gelijkmatige +15 gr.C., die de ontwikkeling van het leven heeft mogelijk gemaakt.
    Kooldioxide (CO2) is een ondergeschikt broeikasgas, dat verantwoordelijk is voor ca. 26% (8 gr. C.) van het totale broeikaseffect (33 gr. C.), waarvan op zijn beurt 25% (ca. 2 gr. C) kan worden toegeschreven aan CO2-bijdrage van menselijke activiteit. Waterdamp, dat minstens 70% van het effect bijdraagt, is verreweg het belangrijkste atmosferische broeikasgas.
  5. Op tijdschalen, zowel de jaarlijkse (1 jaar) als de geologische (tot 100.000 jaar), gaan veranderingen in atmosferische temperatuur VOORAF aan veranderingen in CO2. Kooldioxide kan daarom niet de primaire drijvende kracht zijn voor temperatuur stijging (ofschoon stijgende CO2 een verminderend mild positieve temperatuur feedback veroorzaakt).
  6. Het UN Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) heeft zich gedragen als de belangrijkste angstaanjager voor de global warming lobby die leidde tot het Kyoto Protocol. Tenslotte is het IPCC een politiek, niet een wetenschappelijk, lichaam.

    Hendrik Tennekes, een gepensioneerd onderzoeksdirecteur van het Nederlandse KNMI zegt, dat 'het IPCC review proces rampzalig gebrekkig ('fatally flawed') is' en dat 'de IPCC moedwillig de paradigma verschuiving, gecreeerd door de meest vooraanstaande meteoroloog van de twintigste eeuw, Edward Lorenz, negeert?.

  7. Het Kyoto Protocol zal vele biljoenen dollars kosten en een significante last leggen op die landen, die het ondertekenden, maar het zal geen significante afkoeling opleveren (minder dan 0,02 gr. C. rond 2050, aannemende, dat alle commitments worden nagekomen).
    De Russische Academy of Sciences zegt, dat Kyoto geen wetenschappelijke basis heeft; Andre Illarianov, oudste adviseur van de Russische president Poetin, noemt Kyoto-isme 'een van de meest agressieve, indringende, destructieve ideologieen sinds de val van het communisme en fascisme'. Als Kyoto een eerste stap was, dan was het in dezelfde verkeerde richting als de latere 'Bali roadmap
    .
  8. 8. Klimaatverandering is een niet-lineair (chaotisch) proces, waarvan sommige onderdelen slechts weinig of helemaal niet worden begrepen. Geen enkel computermodel zal ooit in staat zijn een nauwkeurige voorspelling van het klimaat 100 jaar in de toekomst te doen.
    1. Het is daarom niet verrassend, dat experts in computermodellering het erover eens zijn, dat geen bestaand of waarschijnlijk aanstaand klimaatmodel in staat is nauwkeurige voorspellingen te doen van regionale klimaatverandering.
    1. De grootste onwaarheid over menselijke global warming is de bewering, dat bijna alle wetenschappers het erover eens zijn, dat het gebeurt en in een gevaarlijk tempo.
      De werkelijkheid is, dat bijna elk aspect van klimaatwetenschap het onderwerp is van heftig debat. Bovendien hebben duizenden gekwalificeerde wetenschappers wereldwijd verklaringen getekend, die (1) twijfelen aan het bewijs van door mensen veroorzaakte opwarming en (2) een rationele wetenschappelijke (niet emotionele) benadering ondersteunen van zijn bestudering binnen de context van bekende natuurlijke klimaatverandering.

    2) Weerlegging van tien mythen over global warming

    Mythe 1

    De gemiddelde wereldtemperatuur is gestegen over de laatste paar jaar.

    Feit 1

    Binnen de foutenmarges, is de gemiddelde wereldtemperatuur sinds 1995 niet gestegen en is gedaald sinds 2002, ondanks een stijging in de atmosferische CO2 van 8% sinds 1995.

    Mythe 2

    Gedurende de late 20e eeuw is de gemiddelde wereldtemperatuur gestegen in een gevaarlijk hoog tempo en heeft een nooit eerder geziene hoogte bereikt.

    Feit 2

    De gemiddelde wereldtemperatuur steeg in de late 20e eeuw met een tempo van 1-2 gr. C. per eeuw, wat ruim ligt binnen het natuurlijke tempo van klimaatverandering van de laatste 10.000 jaar. De gemiddelde wereldtemperatuur is in het recente geologische verleden vele malen verschillende graden warmer geweest dan vandaag de dag.

    Mythe 3

    De gemiddelde wereldtemperatuur veranderde betrekkelijk weinig gedurende pre-industriele tijden, is omhoog geschoten sinds 1900 en zal verschillende graden stijgen in de komende 100 jaar (de Mann, Bradley & Hughes ?hockey stick?-curve en zijn computer extrapolatie).

    Feit 3

    De Mann et al. curve is ontmaskerd als een statistische uitvinding. Er is geen overtuigend bewijs dat het voorbije klimaat niet veranderde, noch dat de veranderingen van de gemiddelde wereldtemperatuur in de 20e eeuw ongewoon waren, noch dat er een gevaarlijke menselijke opwarming aan de gang is.

    Mythe 4

    Computermodellen voorspellen, dat de gemiddelde wereldtemperatuur in de eerstkomende 100 jaar 6 gr. C. zal stijgen.

    Feit 4

    Deterministische computer modellen doen dat. Andere gelijkwaardige (empirische) computermodellen voorspellen afkoeling.

    Mythe 5

    Opwarming van meer dan 2 gr. C. zal catastrofale gevolgen hebben zowel op ecosystemen als op de mensheid.

    Feit 5

    Een 2 gr. C. zou wel binnen eerdere natuurlijke grenzen vallen. Ecosystemen hebben zich aan zulke veranderingen aangepast sinds onheuglijke tijden. Het resultaat is het proces, dat we evolutie noemen. De mensheid kan zich aanpassen en past zich aan aan alle klimaatextremen.

    Mythe 6

    Verdere menselijke toevoeging van CO2 aan de atmosfeer zal gevaarlijke opwarming veroorzaken en is over het algemeen schadelijk.

    Feit 6

    Opwarming door mensen veroorzaakt (human-caused warming, HCW) dat verschilt van natuurlijke variatie en ruis van het systeem, kan niet worden opgespoord. Elke aanvullende HCW die plaatsvindt zal waarschijnlijk leiden tot minder dan 1 gr. C. Atmosferische CO2 is gunstig als fertilizer voor planten, inclusief speciale graanoogsten en helpt ook efficiente verdamping/ transpiratie.

    Mythe 7

    Veranderingen in zonneactiviteit kunnen de recente veranderingen in gemiddelde wereldtemperatuur niet verklaren.

    Feit 7

    De output van de zon varieert op verschillende manieren op vele tijdschalen (inclusief de 11-, 22 en 80-jarige zonnecycli), met begeleidende effecten op het aardklimaat. Terwijl veranderingen in zichtbare straling klein zijn, is het bekend, dat veranderingen in deeltjesstromen (particle flux) en magnetisch veld sterke klimaateffecten teweegbrengen. Meer dan 50% van de stijging van 0,8 gr. C. in gemiddelde wereldtemperatuur dat gedurende de 20e eeuw werd waargenomen kan worden toegeschreven aan veranderingen van de zon.

    Mythe 8

    Ongekend smelten van ijs vindt plaats in beide polaire gebieden.

    Feit 8

    Zowel Groenlandse als Antarctisch ijslagen groeien in dikte en koelen af op hun toppen. Zee-ijs rond Antarctica bereikte een record oppervlak in 2007. Temperaturen in het Arctische gebied bereiken juist nu de niveau?s van natuurlijke warmte die werden gevonden tijdens de vroege jaren van 1940 en het gebied was nog warmer (zee-ijs vrij) gedurende vroegere tijden.

    Mythe 9

    Door mensen veroorzaakte global warming veroorzaakt een gevaarlijke stijging van de zeespiegel (sea-level, SL).

    Feit 9

    De zeespiegel verschilt van tijd tot tijd en van plaats tot plaats; tussen 1955 en 1996 bijv. daalde de zeespiegel op Tuvalu met 105 mm (2,5 mm per jaar). Gemiddelde globale zeespiegel is een statistische maat zonder waarde voor milieuplanning doeleinden. Een globale gemiddelde stijging van de zeespiegel van 1-2 mm p.jr. vond op natuurlijke wijze plaats gedurende de laatste 150 jaar en die stijging vertoont geen tekenen van menselijke invloed.

    Mythe 10

    De stijging van de gemiddelde wereldtemperatuur in de late 20e eeuw veroorzaakte een stijging in het aantal zware stormen (cyclonen) of in stormintensiteit.

    Feit 10

    Meteorologische experts zijn het erover eens, dat geen stijging in stormen hebben plaatsgevonden boven de natuurlijke variatie van het klimaatsysteem.

    *) Robert M. Carter is een Research Professor aan de James Cook Universiteit (Queensland) en de Universiteit van Adelaide (Zuid-Australie). Hij is paleontoloog, aardlaagkundige, zee-geoloog en milieuwetenschapper met meer dan 30 jaar beroepservaring.

    Referentie: http://www.globalresearch.ca/index.php?context=va&aid=16467

www.vrijspreker.nl

No Rights Reserved (CC0 1.0)
0